Wij waren geen jongens – David Troch heeft beste gedicht van 2012

donderdag 26 januari 2012 14u24 | Frank Bombeke | 6 reacties
Trefwoorden: , , .

Op 24 januari 2012 ontving onze stadsgenoot David Troch uit Sint-Denijs-Westrem in een afgeladen Amsterdamse Stadsschouwburg € 10.000 van juryvoorzitter Ramsey Nasr, omdat zijn gedicht is uitgeroepen tot het beste gedicht van 2012. De Turing Nationale Gedichtenwedstrijd is de poëzieprijs met de grootste geldprijs ter wereld voor één gedicht én de enige wedstrijd waar alle gedichten anoniem worden beoordeeld.

Voor deze derde editie van deze Nederlandse poëziewedstrijd mochten voor het eerst ook de Vlamingen inzenden. Oost-Vlaming Hilde van Cauteren uit Hamme ontving de derde prijs van € 1.000 ontvangen voor haar gedicht ‘Carne Vale’. Met 314 Vlaamse dichters op een totaal van 2.227 inzenders en 10.131 gedichten eindigden 15 Vlaamse gedichten in de Top 100. Dat belooft voor volgende edities.

En laat nu maar de dichter aan het woord.

wij waren geen jongens

wij hadden vaders, wij waren zonen. het volstond niet
dat wij driemaal daags spek en spinazie vraten.
de hemdsmouwen moesten omhoog,

wij moesten tonen hoe hard wij de spieren in onze bovenarmen
op konden spannen. wij zweetten als zwijnen, groeven bloederige kloven
in onze handen, wroetten in het stof waarin onze voorvaderen
al jaren liggen te liggen

en kregen het vuil amper onder onze vingernagels vandaan.
wij moesten voelen met wat wij tussen de benen geboren waren, jongens,

maar hadden niet eens een eigen kamer
waar wij voorovergebogen, met opgetrokken knieën
en met de neus in andere werelden zaten.

wij ondervonden aan den lijve dat doordringende boerenstank
je harder in het gezicht kan slaan dan wat vuistdikke boeken.

David Troch

“ … Het winnende gedicht van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd trekt de lezer in al zijn beelden, zijn taal en de opgeroepen sfeer diep de zompige Hollandse klei in. Het lijkt doordesemd van een streng-calvinistisch determinisme en van boerse aardsheid. Knielen op een bed violen. Des te verrassender is het voor de jury, nu blijkt dat met dit gedicht een Vlaming wordt bekroond.”, aldus juryvoorzitter Ramsey Nasr.

De jury was aangegrepen door het gedicht, ik ook. Ik herkende er mijn 88-jarige schoonvader in. Uit een Oost-Vlaams boerengeslacht van vader op zoon, wroeten en zweten. Om zich later toch op te werken uit de Vlaamse klei. Ik heb hem het gedicht voorgelezen, want hij is bijna blind. Schoonpapa gaf de jury volmondig gelijk. “Die dichter moet dat echt kennen, hij moet dat opgesnoven hebben. Anders schrijft ge zo niet, anders kunt ge dat zo niet verwoorden.” En of hij de tekst in supergrote letters kon hebben. Ik durf wedden dat hij het vanbuiten zal leren. Een dankbaar eerbetoon aan David Troch, ambassadeur van de poëzie van de stad Gent, vanwege mijn schoonvader. En die heeft altijd gelijk!

Meer informatie:
De Nationale Gedichtenwedstrijd
Turing Foundation (mét juryverslag)
webstek van David Troch

De 100 beste gedichten zijn door Uitgeverij Augustus gebundeld in ‘De Toverhazelaar’ (ISBN 978 90 457 0538 5). De 3 winnende gedichten zijn tevens gepubliceerd in het januari/februari nummer van het prestigieuze literaire tijdschrift De Gids.

© 2012 GENTBLOGT VZW

6 reacties »

  1. Reactie van Wouter

    Nog eens een ferme proficiat aan David. Zonder weerga is dit.

  2. Reactie van Arnold

    Ook van mijnentwege gefeliciteerd. Ik ben een gedichtenidioot, die in de meeste gevallen niet snapt waarover het nu eigenlijk gaat.
    Bij dit gedicht echter kan ik mij gewoon voorstellen wie David Troch in gedachten heeft, een groot deel van de generatie uit de jaren 40 en 50, en een merkelijk kleiner deel van de generatie uit de jaren 60 en 70.
    Dit gedicht moet geschreven zijn voor simpelen zoals ik.

  3. Reactie van David Troch

    Frank,

    Wat een prachtige alinea over je schoonvader. Bedank hem van me.

    goede groet, David

  4. Reactie van Geeurickx Anne-Marie

    Dit is een prachtig ‘verstaanbaar’ OERgedicht !!!

  5. Reactie van Monique Schrans

    Wat een sterk gedicht man, dacht ik bij het lezen van ” wij waren geen jongens”. En binnen mezelf hoorde ik die onvergetelijke Hughes C. Pernath op zijn aparte manier iets bijvoegen:

    ” Di is geen schande, ofschoon
    Sinds vorige tijden
    De uitersten werden aangegeven.
    Tot de laatste bittere jaren toe.

    Ongetwijfeld,
    De mooie letteren bloeien
    De voortreffelijke ouders, de woorden
    Nooit ondraaglijk
    Noch onder elkaar, noch onder het volk.

    Ik zal slechts zien wat ik zie
    Wat aanwezig is en weer huiswaarts keert. ”
    ( in Mijn tegenstem 1966-1973)

  6. Reactie van Christophe

    Beetje laat, maar toch gefeleciteerd aan onze Vlaamse inzenders, en nog meer voor de winnaar natuurlijk.

    Maar wat voel ik me een idioot…

    Ik schrijf veel poëzie, maar anderen hun werk lezen doe ik niet omdat ik negentig procent ronduit rotzooi vind. Verkeerd natuurlijk en geheel subjectief, maar één op één ‘poëzie’ (onmiddellijk te begrijpen en te vatten) is voor mij geen poëzie maar ‘ik kan niet schrijven maar wil toch iets zeggen…’
    Ik herhaal, totaal verkeerd, subjectief en misschien zelf hautain, maar zo voel ik het wel.

    De enige die voor mij hoge toppen scheert is Sybren Polet. Voor mij het meest indringende, meest rakende en meest literaire dat ooit uit een pen is gekropen!!!

    En ‘t zou me verwonderen dat er ooit nog zo een poëzie schrijver zal opstaan.

    Mijn excuses alvast, maar ‘t moest me even van ‘t hart…