Zeg het hem zelf – een ontmoeting met minister van onderwijs Smet

vrijdag 2 april 2010 9u18 | Veerle Baert | 5 reacties
Trefwoorden: , .

U wist het wellicht niet, maar Minister Smet houdt al enkele maanden hoorzittingen. Als minister van Onderwijs wil hij in het eerste jaar van zijn legislatuur extra tijd investeren in overleg met alle betrokkenen. Hij wil horen wat opmerkingen, noden en ideeën van zowel leerkrachten, ouders als leerlingen zijn. Daarom heeft hij, in samenspraak met de administratie, een tournee opgezet door heel Vlaanderen. Op die manier hoopt hij met leerlingen, ouders en onderwijsprofessionals samen de lijnen voor een toekomstig onderwijsbeleid uit te zetten.

Op 31 maart konden ouders hun zeg doen in Gent. De sessie begon met een uur vertraging. Iets met een discussie over een brug in Antwerpen hield de minister dus geruime tijd op, maar zijn entourage briefde de wachtenden zeer regelmatig over de toestand en het oponthoud werd hem dus niet heel erg kwalijk genomen.

Er waren vooral klachten van ouders met kinderen die een leer- of een andere stoornis hadden. In de lagere school loopt alles nog goed. De omkadering is in het basisonderwijs beduidend beter voor leerlingen met specifieke noden. Maar eens het secundair in, blijven nogal wat leerlingen in de kou staan en worden door bepaalde middelbare scholen in Gent soms gewoon geweigerd. Voor dove, blinde of slechtziende leerlingen blijkt er in Oost-Vlaanderen weinig of geen aanbod te zijn, getuige de moeder die haar zoon elke dag vanuit Gent naar Brugge voert om er te leren lezen en schrijven.

De minister bevestigde dat hij het bijzonder onderwijs en de GOK-uren wil blijven behouden, maar dat er wordt gewerkt aan een nieuw decreet voor leerzorg. Hij wil de diagnosticering verder op punt stellen en in het buitengewoon onderwijs een omkadering bieden aan kinderen met autismespectrumstoornissen. Om probleemkinderen beter op te volgen wil hij werk maken van een persoonlijk elektronisch onderwijsdossier. Iets wat eerder al in de media kwam.

En over de capaciteitsproblemen in de lagere scholen dan? Euh, ja, de minister moest bekennen dat men in Vlaanderen geen zicht heeft op de exacte capaciteit van de scholen en ook niet op het aantal kinderen dat er momenteel school loopt. Dat kan alleen opgevraagd worden d.m.v. steekproeven. Hij beloofde weliswaar dat elk kind op 1 september 2010 een plaats op een school zou krijgen.

Wat met de vrijheid van onderwijs die nu door het elektronisch inschrijvingsbeleid de kop wordt ingedrukt? Laat staan dat je nog kan kiezen voor een onderwijsmethode. Wel, daar gaf de minister geen antwoord op.

De opkomst was matig: een veertigtal ouders waren present. Wat ik behoorlijk weinig vind. Er waren geen ouders van kinderen in het hoger onderwijs. Loopt alles dan gesmeerd wat onderwijs betreft in Gent of Oost-Vlaanderen? Wisten ouders niet van het initiatief? Of vinden mensen het niet de moeite om hiervoor hun huis te verlaten? Zo inspraak en al krijgen, er bestaan landen waar ze daar de kans niet toe krijgen, nietwaar?

Zit u nog met een ei wat onderwijs betreft? U kan het hem nog altijd zelf gaan zeggen in Aalst, Brugge en elders. Gelukkig is die mens ook met zijn tijd mee, en u mag ook gewoon zo op de website stellingen en vragen poneren. Maar het hem zo ne keer zelf kunnen zeggen, wel, dat is gelijk heel iets anders.

Meer info: https://www.ond.vlaanderen.be/zeghethemzelf/

© 2010 GENTBLOGT VZW

5 reacties »

  1. Reactie van Syske

    Inderdaad, er was niet al teveel volk. Maar het was wel de moeite om er naartoe te gaan. Zelf ging ik er heen om de problematiek van hoogbegaafden onder de aandacht te brengen, omdat het zo dikwijls als een luxeprobleem wordt gezien. U kunt mijn indruk van die avond lezen in volgende:

    “Gisterenavond ben ik naar Pascal Smet, de minister van Onderwijs gaan luisteren in Gent. De minister heeft een tournee opgezet door heel Vlaanderen waarin hij in dialoog treedt met leerlingen, ouders en onderwijsprofessionals om er samen de lijnen voor het toekomstig onderwijsbeleid uit te zetten. Gisteren konden de ouders van Gent dus hun ei leggen en hun opmerkingen, problemen of suggesties voorleggen aan de minister waarop hij meteen een antwoord gaf (tenzij het een ingewikkeld probleem betrof waarop hij niet meteen een antwoord klaar liggen had).
    Eerst stak er een moeder met een ADHD-tiener van wal: haar zoon is na amper 6 weken in het 1ste secundair van school moeten gaan omdat de ‘draagkracht van de leerkrachten overschreden was’. Na een lange brief die zij op voorhand opgesteld had, kloeg zij over het feit dat er rap gegooid wordt met de term ‘draagkracht’.
    Daarna was het de beurt aan twee dove vaders van elk drie dove kinderen. Hiervoor hadden ze twee tolken mee, ter beschikking gesteld door de overheid, die de ganse avond heen en weer vertaalden van spraak naar doventaal zodat ze alles konden meevolgen. Zij klagen de situatie aan dat hun kinderen in het gewone onderwijs weliswaar aanspraak kunnen maken op een tolk gebarentaal, maar dat dit op slechts 12 uur per week is vastgelegd, wat door het tekort aan doventolken zelfs dikwijls minder is. Hun kinderen zijn bekwaam om in het reguliere onderwijs te vertoeven, maar meer dan drie vierde van de tijd verstaan ze gewoon niet wat de leerkrachten zeggen. Eén van de vaders toonde de minister in amper een paar minuutjes wat dit voor die kinderen moest betekenen door even verder te gaan met de gebarentaal en gebood de tolk om op te houden met vertalen. Het werd muisstil in de zaal en toen pas beseften ook de andere ouders dat dit inderdaad wel een groot probleem inhoudt.
    Vervolgens kwam er een vader van een kind met een autismespectrumstoornis aan de beurt, met vragen rond de GON-begeleiding en wat er moet gebeuren als de maximumperiode van twee jaar begeleiding is afgelopen.
    Daarna stelden een aantal ouders van een methodeschool de vraag hoe vrij men nog is in de keuze van onderwijs, als er voor de inschrijvingen in een school vooral rekening wordt gehouden met de nabijheid en niet meer met de wil van de ouders om dat bepaald soort onderwijsmethode te volgen. Zij hadden ook bedenkingen bij het feit dat er door deze manier van inschrijven ook weer heel wat meer anderstaligen in de school worden ingeschreven, waardoor het evenwicht dat er na veel moeite was bereikt opnieuw verstoord werd. Daar komt dan nog bij dat vele van deze allochtone ouders geen benul hebben van de specifieke methode die in deze school wordt onderwezen en aldus ook veel minder geëngageerd zijn in het schoolgebeuren (bij deze methode is ouderparticipatie één van de pijlers waarop wordt gebouwd).
    Opnieuw kwam het inclusief onderwijs aan bod toen een mama van een kindje met het syndroom van Down aan het woord kwam. Haar zoon heeft de eindtermen van het lager onderwijs bereikt, maar kan nu slechts terecht in 5 middelbare scholen in gans Vlaanderen. Zelf heeft ze geluk gehad en is haar zoontje effectief kunnen ingeschreven worden, maar blijkbaar zijn de wachtlijsten in deze 5 scholen immens lang en kunnen deze kinderen nergens anders terecht. Een gelijkaardig probleem had een mama van een blind meisje die haar dochter elke dag heen en terug moeten voeren naar Spermalie in Brugge, wat haar aanzienlijk wat kost aan benzinekosten en dergelijke meer, wat uiteraard niet terugbetaald werd door de overheid. Een alternatief is er niet echt, want de enige andere school in Vlaanderen (volgens haar dan toch) ligt nog veel verder weg.
    En zo had iedere ouder wel zijn problemen en bleef ik daar maar zitten met mijn ‘luxeprobleem’. Ik durfde het er lang niet meer over hebben en zonk weg in een licht schaamtegevoel, maar veerde terug op toen de microfoon werd doorgegeven aan de allerlaatste ouder van die avond. Zij begon effectief over het probleem van hoogbegaafde kinderen die niet voldoende uitgedaagd worden in de klas, over het feit dat dit nu niet in het (voorlopig) decreet Leerzorg werd opgenomen omdat deze – en ook vorige – minister van oordeel is dat de leerkrachten voldoende capabel moeten zijn om zelf te gaan differentiëren in de klas en dat het hoegenaamd niet nodig is om hiervoor nog externe begeleiding of extra financiële middelen te gaan voorzien. Maar in de praktijk zien wij dat dit helemaal niet gebeurt, de leerkrachten zijn hier onvoldoende voor opgeleid. Het thema hoogbegaafdheid komt praktisch niet aan bod in de lerarenopleiding; het wordt hoogstens even aangeraakt samen met verschillende vormen van leer- en gedragsstoornissen zoals AD(H)D, ODD, ASS, dyslexie, dysorthografie, dys-kweet-niet-wat-nog… (Trouwens, als dit in de lerarenopleiding onder leerstoornissen wordt aangebracht, waarom kan dit dan ook niet worden opgenomen bij de leerstoornissen in het decreet?). Er is nog steeds onvoldoende aandacht voor omdat het nog steeds als een luxeprobleem wordt gezien. Ook zij had al heel wat meegemaakt met haar twee kinderen die elke dag thuiskomen met fikse huilbuien, frustraties en woorden als ‘school is stom’ (de kinderen waren 5 en 7 en ook zij hadden, net als wij, hun joker van versnelling al verspeeld!).
    Soit, ik weet niet of het veel zoden aan de dijk zal brengen, maar hoe meer het wordt uitgesproken door ons, ouders, hoe eer het misschien toch wel eens op de agenda zal worden geplaatst.”

  2. Reactie van ik

    Mijn dochter is uitgenodigd om op 22 mei te gaan. Ze is 10j en DCD . Ze kreeg al een mailtje van Pascal De Smet

  3. Reactie van ik

    En het is dyspraxie ipv dys-kweet-niet-wat-nog

    • Reactie van Syske

      Je hebt nog meer ‘dys-sen’, daarmee ‘kweet-niet-wat-nog’. Op die manier vergat ik er geeneen. Er is ook nog dyscalculie, naast dyspraxie, dyslexie en dysorthografie.

      • Reactie van Michel Vuijlsteke

        En wij hebben een dysonstofzuiger!

        On-topic: ik heb geen ervaring met andere leerstoornissen dan hoogbegaafdheid, maar ik vermoed dat het overal een beetje hetzelfde is: dat zo enórm veel afhangt van de individuele leraar.

        Er zijn er die daar goed mee omspringen, er zijn er die het niet goed weten maar toch hun best doen, en dan zijn er — helaas — van die leraars die “daar allemaal niet in geloven”.

        Verschrikkelijk, bij momenten.