Literaire Lente: Bloed en bloende, een filmisch familie-epos van Geertrui Daem
Olympia heet Daems nieuwste roman naar het hoofdpersonage. In het eerste korte fragment dat als een soort prelude deel I voorafgaat, wordt zij voorgesteld als een in zichzelf gekeerd meisje. Niet helemaal normaal in haar contacten, al ontkent haar oudere zus Liliane dat hardnekkig. Olympia is vooral een beeldschoon meisje en dat zal nog een grote rol spelen in het boek. Het eerste deel opent met een veel langer, al evenzeer filmisch, tafereel. De twee directeuren Roland en Robert Van Dale leiden de journalist van de krant Vooruit (de verslaggever van het dagblad in het Daemse gepolijste Vlaams) rond in hun bedrijf waar ‘bloende’ wordt gemaakt: de plaatselijke variant van de saucisson de Boulogne. Meteen kent de lezer de verhouding tussen de bazen: Roland is de voortvarende op de toekomst gerichte ondernemer, Robert zijn behoudsgezinde broer die echter als geen ander het productieproces kent. Daarmee staat deze familieroman op de sporen. Er worden nog tal van personages voorgesteld, maar centraal staat de groei en neergang van dit typische Vlaamse bedrijf.
Geertrui Daems is een meester in het neerzetten van tableaux vivants. Dat geeft haar boek een filmische dimensie (voer voor een oer-Vlaamse film!). De volgende hoofdstukken zijn gebouwd rond het jaarlijkse familiefeest, een prima gelegenheid om die talrijke personages elk even voor het voetlicht te brengen en tegelijk herinneringen op te halen aan Emiel, de legendarische vader die het bedrijf uit het niets heeft opgebouwd. Het zijn er erg veel, onder meer Achilles, de enige zoon van Roland die in Amerika een opleiding volgt in vooral dieselmotoren, niet omdat die in Amerika zoveel beter zou zijn, maar omdat hij er in eigen land niets van bakte. In Amerika heeft hij ook iets als een vriendin, maar al snel wordt duidelijk dat zijn hart vooral voor Olympia klopt: Een betoverende schoonheid, vlakbij en ongenaakbaar, wondermooi, warm, vochtig en lenig en tastbaar en op de een of andere manier toch afwezig. Hij wist niet hoe of waardoor, maar hij werd er zot van. Radeloos en stekezot. (107).
Gaandeweg krijgt de lezer een beeld van de onderlinge verhoudingen. De auteur neemt haar tijd. Ze heeft meer oog en aandacht voor de sappige situatie die ze schetst dan voor de ontwikkeling van de plot. Dat maakt dat personages op het ene moment veel aandacht krijgen om vervolgens in de achtergrond te verdwijnen (neefje Paul bijvoorbeeld). Dat maakt ook dat het verhaal vrij traag op gang komt. Als het feest achter de rug is, de lezer nu weet hoe het echt tussen Achilles en Olympia zit, komt er langzamerhand een stroomversnelling. Roland krijgt een eerste keer het deksel op de neus. De ‘voyageur’ die hij tegen de zin in van zijn broer op proef in dienst had genomen, blijkt er al snel met de splinternieuwe Citroën van door te zijn gegaan. Roland moet zijn dromen van snelle expansie even opbergen. De volgende klap komt zo mogelijk nog harder aan: zijn enige zoon Achilles rijdt zich te pletter. Zijn dood ligt mee aan de basis van de zelfmoord van zijn nichtje Liliane, de oudere zus van Olympia. Robert laat een ‘vriendin’ uit het plaatselijke bordeel bij hem als huishoudster intrekken, zijn vrouw vlucht schijnbaar apathisch in de drank.
Intussen gaat het leven verder. Schoonzoon Edmond Verschelden, van roeping dichter, is uit pure armoede in het bedrijf gehaald om er de public relations gestalte te geven. De wereldtentoonstelling moet de klap op de vuurpijl zijn, een nieuwe start voor het bedrijf dat moet groeien of verdwijnen. Het resultaat is een grootse scène waarin de familie naar Expo 58 afzakt. Wat een soort familiehappening op verplaatsing had moeten zijn, wordt een complete afgang.
Intussen hebben een aantal verschuivingen plaats gevonden. Roland is er na de dood van zijn zoon niet echt met zijn hoofd meer bij en Robert is niet geschikt voor een rol op de voorgrond. Stilaan komen de vrouwen naar voren en ze voelen zich goed, zoals Maria, de vrouw van Robert: Precies omdat ze zoveel belangrijks kon doen, voelde ze zich goed in haar vel en in haar hoofd, waardoor ze wel eindeloos bezig bezig bezig kon blijven (213). Het zijn uiteindelijk ook de vrouwen die voor het eindspel zorgen. De zussen zijn immers eigenaar van de gronden, terwijl het bedrijf van de broers is. Als het bedrijf failliet gaat, kunnen de gronden worden verkaveld en blijft er nog genoeg over voor Olympia’s jeugddroom: een manege.
Geertrui Daem hanteert consistent een eigen taal, ergens tussen het dialect en het Nederlands in. Die taal is tegelijk beeldrijk en herkenbaar in zijn clichématigheid. In een volgend stukje krijgt u een fragment te lezen.
Als u de auteur zelf aan het woord wil horen, dan moet u beslist naar het literair café komen donderdag om 21 uur in de Hotsy Totsy. Geertrui Daem is ook actrice. Ze leest op een expressieve en heel aanstekelijke wijze voor.
Info
Geertrui Daem, Olympia, roman
Uitgeverij Van Halewyck / Wereldbibliotheek
2006, 335 pp, 19€50
Donderdagavond om 21 u literair café met Geertrui Daem in de Hotsy Totsy. Toegang gratis
© 2006 GENTBLOGT VZW
Brrrrr, zo’n verlengde samenvatting doet me terugdenken aan de boekbesprekingen van’t middelbaar onderwijs. Hoe lezen zo’n hel kon worden als ik wist dat ik het boek daarna moest bespreken…