Interview: Londersele

woensdag 26 april 2006 22u21 | ilse | 6 reacties
Trefwoorden: , .

De literaire lente-maand op Gentblogt is bijna achter de rug, maar op de valreep hebt u nog het één en ander van ons te goed.
Londersele, die onder zijn volledige naam (Roel Richelieu van Lodersele) vooral bekend is als eerste Gentse stadsdichter, heeft zijn tweede thriller uit. “Het Laatste Lijk” heeft, net als voorganger “Onzichtbaar” uit 2004, de einzalgänger Vereecken als protagonist en speelt opnieuw in het Gentse misdaadmilieu. Spek naar de bek van Gentblogt, dus.

U krijgt dit weekend een recensie, maar wij gingen gisteren al op bezoek bij de schrijver zelf. Een lang en boeiend gesprek over het metier, over genres en natuurlijk over “Het Laatste Lijk”.

U bent een veelzijdig man: in Gent bent u bekend als stadsdichter, u heeft een heleboel dichtbundels op uw palmares staan en u schreef eerder een aantal literaire romans. Nu brengt u met “Het Laatste Lijk” al uw tweede detective uit. Is er een reden voor de keuze voor het thriller-genre, de laatste jaren? Heeft het iets te maken met groeiende populariteit van de Vlaamse crimi?
Zeker niet. Het is toeval, denk ik. Ik doe mijn eigen ding en schrijf het boek dat ik op dat moment wil schrijven, zoals ik altijd al gedaan heb. Voor de buitenwereld kan de keuze om thrillers te gaan schrijven ongetwijfeld wat vreemd aandoen, want het maakt het moeilijker om mij als schrijver in een hokje te stoppen. Ook voor mijn vorige uitgeverij, Atlas in Amsterdam, bleek het niet evident om te volgen toen ik zei: mijn volgende is een detective…daar bleek geen fonds voor te bestaan bij hen. Ik heb gelukkig wel onderdak gevonden bij Manteau, die mijn thrillers met plezier wilden publiceren.

Het schrijven van een crimi is overigens een terugkeer naar een oude liefde: het allereerste boek dat ik ooit schreef, op mijn 16e, was een thriller en speelde aan het Gardameer (net als een deel van “Onzichtbaar”, Lodersele’s vorige in het genre.nvdr). Ik heb het nooit afgewerkt en het is dus ook nooit uitgegeven. Wat misschien een goede zaak is, want als je debuteert met een thriller, loop je het risico voor eeuwig en altijd aan dat soort boeken vast te zitten. Er worden nogal snel labels geplakt.

Is het schrijfproces anders bij poëzie dan bij een boek als “Het Laatste Lijk”?
Er zijn eigenlijk nauwelijks gelijkenissen, behalve dan dat schrijven, in eender welk genres, hard labeur is. Je moet schaven, schrappen, herschrijven en opnieuw schrappen. Dat geldt zowel voor een gedicht als voor een thriller.
Verschillen zijn er meer: poëzie schrijf ik bijvoorbeeld nog steeds met de pen in eerste versie en pas later op pc, als ik aan lay-out begin te werken. Aan “Het Laatste Lijk” heb ik niet met de hand geschreven.
De genres zijn natuurlijk ook totaal verschillend. Als je een thriller wilt schrijven, dan vergt dat heel veel voorbereiding. Je zoekt, graaft, documenteert en doet research. Van al dat verzamelde materiaal gebruik je uiteindelijk misschien 10 of 15 %, maar je hebt het wel nodig.

In uw boeken staan inderdaad heel wat nauwgezette beschrijving van plekjes en huizen in Gent en komen ook heel wat bestaande personen voor. Hoe reageren de betrokken mensen op hun gastoptreden in hun boek?
Ik krijg daar eigenlijk enkel positieve reacties over. Ik laat de mensen ook altijd iets weten als ze expliciet vermeld worden.
Zo waren de meisjes van Bakkerij Martens, waar Vereecken net als ikzelf iedere dag een sanis-broodje gaat halen, aanwezig op de presentatie.
In hotel Astoria had ik eerst met een smoes informatie gevraagd, maar toen de mevrouw van het hotel zo vriendelijk bleek, me alles met veel plezier liet zien en een uitgebreide rondleiding gaf, kon ik het niet meer over mijn hart krijgen om tegen haar te liegen. Ik heb dan maar schoorvoetend opgebiecht dat ik research deed voor een boek en gevraagd of ze er bezwaar tegen had dat haar hotel vermeld werd.
Ik weet trouwens zelf alle huizen en appartementen staan waar de personages wonen. Het huisje van de ouders van Vereecken staat bijvoorbeeld op een betonbaantje in Zomergem, op weg naar Urselbos. En dat ziet er exact zo uit als ik in het boek beschrijf.

Is dat belangrijk, dat alles klopt? Dat hotel Astoria bijvoorbeeld beschreven wordt zoals het er in werkelijkheid uitziet?
Als dat belangrijk is voor de essentie van het boek, dan ben ik daar behoorlijk maniakaal in, ja. Of het nu zwarte of bruine stoelen zijn die in de eetkamer van een hotel staan, dat maakt me niet uit, maar de sfeer moet goed zitten en de zaken die belangrijk zijn voor de spanning en het verhaal moeten kloppen en een getrouwe weergave zijn. Die band met de werkelijkheid is belangrijk voor mij. Het maakt het verhaal en het boek authentieker, echter. Dat is essentieel bij een thriller.

Wat zou u zelf als de essentie, de kern van uw misdaadverhalen omschrijven?
Ik denk dat zowel “Onzichtbaar” als “Het Laatste Lijk” op drie belangrijke pijlers steunt. De eerste is engagement. Engagement vind ik in al mijn werk belangrijk, maar zeker in deze boeken. Je krijgt door het genre immers de mogelijkheid om een publiek te bereiken dat anders moeilijker bereikt wordt, bijvoorbeeld met een literaire roman. Neem nu bijvoorbeeld Boon: zijn werk was altijd zeer sterk geengageerd, maar hij heeft zijn boodschap nooit gekregen tot bij de mensen voor wie ze bestemd was.
Met een thriller bereik je een veel breder publiek en dat is een zeer interessant gegeven.
De tweede pijler is volgens mij wat ik graag “the human touch” mag noemen. Ik probeer de personages in mijn boeken, ook in de thrillers, genuanceerd en echt te tekenen. Ik probeer hun karakter te schetsen, omdat hun handelingen dan ook beter te begrijpen zijn. De personages in mijn boeken moeten van vlees en bloed worden.
En de derde pijler is natuurlijk ongelooflijk belangrijk in een thriller: spanning. Een goede thriller moet lezen als een trein en moet spannend, geloofwaardig en plezierig zijn.

© 2006 GENTBLOGT VZW

6 reacties »

  1. Reactie van Teun

    Spanning, human interest en een breed publiek: is dit onze ouwe stadsdichter, of ben ik een verjaard interview met Mike en Guido aan het lezen?

  2. Reactie van bruno

    Hey Teun, misschien hebt ge gelijk. Maar weet ge wat? Lees het boek, en laat ons weten wat ge ervan vindt.

  3. Reactie van Luc Martens

    Ik heb het boek in één adem uitgelezen ! Het is kortom een aanrader. Dit boek straalt helemaal GEEN ouwe stadsdichter uit en zeker geen interview met Mike en Guido. Het is fris geschreven, speelt zich af in je achtertuin met een hoofdpersonage die onmiddellijk de lezer ‘pakt’. Een roman met een stevige plot, gebald geschreven maar genoeg deuren open latend zodat er een vervolg kan (moet !) komen.

  4. Reactie van Roos

    Teun, zo ‘oud’ is de ex-stadsdichter nu ook weer niet. In ieder geval schrijft hij mooie gedichten. En wat zijn thrillers betreft: je zou er nog van staan kijken!

  5. Reactie van Dewancker Astrid

    Londersele schrijft niet alleen wondermooie poëzie maar ook
    schitterend proza.
    In Het Laatste Lijk bewijst hij voor de zoveelste keer hoe meesterlijk hij met het geschreven woord omgaat en zijn vak kent.
    De lezer wordt in het verhaal binnen getrokken en het laat je niet meer los. Sterke verhaalkracht en spanningsopbouw tot op het einde zijn troefkaarten.
    Het boek is niet alleen spannend, geloofwaardig en leuk, maar stijlvol en to the point geschreven.
    Londersele schrijft vlees. Zijn personages zijn echte mensen. Daar hou ik van.
    Londersele, nog meer van dit.

  6. Reactie van Couvreur Philippe

    De tweede thriller van Londersele Het Laatste Lijk heb ik in een adem uitgelezen. Ik heb, net als van zijn andere boeken, bijzonder genoten. Londerseles thrillers lezen als een trein, omdat zijn schrijfstijl vlot en eenvoudig is. De personages zijn echte mensen.