BNRF dag 2: Summertime and the living is easy
Geen springende vissen te zien op Blue Note maar wij voelen ons in ieder geval whoopadoop en scat boom. Fluorescerend blauwe lopers, de properste festivaltoiletten ooit, jazzbomen, mensen van allerlei allooi maar of ze nu cool of square zijn, één ding is zeker: ze komen allemaal voor de muziek. Alleen jammer van die obsessieve dwang van sommige heikneuters om alvast een uur op voorhand plaatsen te reserveren door rommel op stoelen te leggen. En dan die ruzies elk jaar opnieuw: kijvende wijven en een mot op het gezicht. Ze moesten het verbieden.
Soit, waar het om draait is de muziek.
Jason Moran and the Bandwagon. Een elegant ogend trio: Moran de pianist met strooien hoed en kostuum, de basgitarist, relaxed achteruitgezakt, en de geweldige drummer. Een stel rasechte muzikanten die ongelofelijk op mekaar ingespeeld zijn en experimenteren met klanken die ontaarden in weidse soundscapes. Een poëtische zoektocht die speels begint, escaleert in een joie de vivre om dan ingetogen en beheerst te eindigen.
De sporadische samples maken op een organische manier deel uit van hun klankweefsels. Vooral de sample van een Chinese vrouwenstem werd meesterlijk vertaald in het spel van Moran. Ook al kon Andrew Hill gisteren niet aanwezig zijn, toch kwam hij om de hoek kijken in een nummer dat Moran samen met hem geschreven heeft. Er hingen positieve vibes in de lucht. So spread your wings and you’ll take to the sky.
En dan de man waar iedereen zat op te wachten, Wayne Shorter en zijn kwartet. Jazz à la filet pure. De jazzliefhebbers kregen verscheidene oorgasmes, te zien aan de deinende hoofden en supergeconcentreerde, spastische houding van sommigen onder ons om toch maar geen enkele noot te missen. Minder toegankelijk dan Moran, maar zeker de moeite al was het maar om een levende jazzlegende aan het werk te zien.
Het is niet omdat Shorter de pensioenleeftijd heeft bereikt dat hij vernieuwing schuwt. Een gigantisch lang nummer van anderhalf uur dat volledig uitgesponnen werd met vertakkingen, climaxen en solomomenten. Shorter was niet te beroerd om de andere bandleden hun moment te gunnen. De drummer, recht uit de seventies gestapt, nam daar gretig gebruik van. Hij vloog bijna ten hemel van puur spelplezier. De pianist gaf soms een enorme grom ten gehore en ook de contrabassist tokkelde, klopte en streek er op los.
Daarna staande ovatie. Fish are jumping and the cotton is high. Yeah.
Foto’s: bruno
© 2006 GENTBLOGT VZW
yeah! (op de tune van dat liedje van us3)
helemaal akkoord. Soundscapes, inderdaad het woord dat ik zou gebruiken, zegt alles. Ik dacht dat vernieuwing in jazz alleen gelijk kon staan aan Uri Caine. Maar de mix die Moran bracht is een heel andere weg en even grote klasse! Alleen dat van die strooien hoed klopt helemaal niet, staat zelfs mijlen ver af van de klasse van Moran.
Shorter was inderdaad goed, Patitucci schitterend en Blade Fantastisch! maar ik zal het toch maar houden bij mijn herinneringen aan andere optredens en mijn CD’s…