Freinetonderwijs in Gent barst uit zijn voegen

dinsdag 29 augustus 2006 11u41 | Lien Braeckevelt | 9 reacties
Trefwoorden: , .

Nancy Vansieleghem: ,,Succesvolle methode sluit aan bij tendensen in maatschappij”
Het Prisma, de nieuwe basisschool die de stad op 1 september aan Steenakker opent, is een freinetschool, en dat is geen toeval.

Lees meer bij DS Online en De Gentenaar

© 2006 GENTBLOGT VZW

9 reacties »

  1. Reactie van Els

    Het is waar dat het traditioneel onderwijs meer en meer aanleunt bij het Freneitonderwijs. Maar eigenlijk zou het Freneitonderwijs weer een beetje traditioneler mogen werken. Hiermee bedoel ik dat Freneit eigenlijk in kleinere groepen werkt(en niet met 24 lln. zoals nu veel gebeurt),ouders vroeger meer betrokken werden bij het schoolgebeuren( nu hebben we twee werkende ouders die geen tijd meer hebben)en het inoefenen van taal en wiskunde veel te weinig gebeurt, zowel op school als thuis. Het zogenaamde drillen zit er niet meer in, alles wordt mooi aanqebracht en wie mee is in de klas ok en wat met de anderen? Meer en meer kinderen van de 4de leergroep(3de en 4de leerjaar)worden doorverwezen naar een logopedist, daar krijgt men meestal te horen dat de leerstof gekent is maar niet genoeg ingeoefend. En geloof me dit ligt echt niet aan de kinderen of de ouders, maar aan te weinig oefening en extra uitleg, huistaken en regelmatig herhalen. De basis moet er toch zijn, en goed.
    Natuurlijk heeft het Freneitonderwijs andere punten waar het zeer goed is. De kinderen worden mondiger, socialer, leren praten….

  2. Reactie van augustinus

    Het is blijkbaar niet alleen de leerstof die niet gekend is. Mag ik hieruit afleiden dat dit inderdaad het resultaat is van Freinetonderwijs?

  3. Reactie van Els

    Een mens kan zich al eens vergissen bij het typen.

  4. Reactie van augustinus

    Uiteraard, de d en de t staan tenslotte vlak naast elkaar op een azerty-klavier. Ernstig nu. Het stedelijk onderwijs in Gent (waar is de tijd van “Stedelijk Onderwijs, Degelijk Onderwijs”?) heeft nu toch al heel wat tijd en energie gestoken in het Freinet-experiment. Enkele honderden kinderen zijn intussen “gebruikt” in dit experiment, als ik het zo mag uitdrukken. Ik vind het vreemd dat het stedelijk nu geen evaluatie uitvoert van dit experiment. Doen de Freinet-kinderen het beter dan andere kinderen in het middelbaar? Zo ja, waar wachten we dan op om aan alle kinderen deze kans te bieden? Zo nee, waarom dan doorgaan met dit experiment? Ik kan me toch moeilijk voorstellen dat het Gentse stedelijk onderwijs zomaar zou bezig zijn met experimenteren, zonder nauwkeurig na te gaan wat de gevolgen hiervan zijn voor de kinderen?

  5. Reactie van Jean Marie DE WULF

    Ik huiver bij de woorden: experimenteren in het onderwijs: zijn onze kinderen testwezens? Ik zou toch geen risico’s willen nemen in de werkelijke wereld van onze kinderen: wat als het mislukt, kan men nog herbeginnen?

  6. Reactie van S-

    Het lager onderwijs heeft nog wel een andere finaliteit dan kinderen voorbereiden op een volgende stap in de (school-)carrière. Onderwijs moet jongeren laten ontplooien, onderwijs moet emancipatorische effecten hebben. Ik denk dat wat dat betreft de Freinet-visie sowieso een waardevolle visie is. Een school is immers geen verbeteringsgesticht.

  7. Reactie van ilse

    Wat S- daar komt te zeggen is zeer juist: school is veel meer dan punten alleen. Sociale en emotionele ontwikkeling is zeker even belangrijk. Freinet (en andere alternatieve onderwijsvormen) hebben daarvoor vaak meer aandacht. het is opletten dat het niet ten koste van cognitieve kennis gaat, natuurlijk. Een kwestie van evenwicht zoeken, volgens mij.

  8. Reactie van VTR

    Zeer juist. Alleen jammer dat de maatschappij een beetje anders in elkaar steekt. Daar tellen competitie, concurrentie, resultaten en punten wel. Een school heeft m.i. dan ook de taak de kinderen hierop voor te bereiden. Idealen zijn mooi, maar er moet ook een beetje naar de realiteit gekeken worden.

  9. Reactie van yves

    Over Freinet kan je eental websites vullen. De Freinetscholen in Gent zijn ondertussen “op Freinet geïnspireerde scholen” geworden. Elke school vult dat trouwens op z’n eigen manier in.
    De frisse wind die er de afgelopen decennia waaide kan je eerder “ervaringsgericht onderwijs” noemen. Die wind is ondertussen ook in de normaalscholen, en dus in vele scholen van alle netten aangekomen. De secundaire scholen bleven lang achter, maar aangezien ook daar jongere regenten en licenciaten startten, (al dan niet met kinderen in Freinet of Steiner) sijpelde ook daar héél langzaamaan verandering binnen.
    Ik bezocht daarnet de Voskenslaan. De derde graad Latijn-moderne talen start dit schooljaar met een vrijdagnamiddagblok, afgewisseld qua talenleerkracht, met daarin zelfstandig werk, museum- en theaterbezoek,… . Dat ruikt naar projectonderwijs zonder het zo te noemen.
    Ik wil maar zeggen: het is niet het label, de reputatie, het etiket ; maar de leerkrachten en de directie en de middelen die ze krijgen die een school maakt tot wat het is.
    Ook op onderwijsvlak leven we in een mateloos luxueus landje. Zoveel keuze, zoveel soorten onderwijs! Het is goed dat er keuze is, soms is het erover omwille van de “vrije schoolkeuze”, zo’n erfenis uit de schoolstrijd, anno voor ik geboren was.
    Ook hier dringt een zekere reorganisatie zich op, zeker op vlak van secundair onderwijs. Dat was toch 1 van de goede aanzetten van VDB-junior, alleen was de eigen achterban en de achterban van de Gentse coalitiepartner er nog niet klaar voor (lees: niet genoeg op voorbereid).
    Nu, wat voor de ziekenhuissektor kon (de verzuiling uit de jaren 50 en 60 opruimen) zal ooit ook voor het onderwijs komen. Ook hier zijn er teveel “inrichtende overheden”.
    Kloosterordes die uitsterven zijn 1 aspect. Gezond verstand aan politieke zijde wordt hopelijk een tweede aspect, want net als bij mobiliteit is ook hier versplintering troef: gewest, provincie en stad als inrichtende overheid van mekaar overlappende opleidingen in een straal van een paar kilometer.
    Maar het gaat goed met het onderwijs denk ik, tenminste als ik naar het vuur kijk bij de leerkrachten waarmee mijn dochters te maken hadden (hé Nadine en Kat en Marijke en Nicole en Esmeralda en Diane en Tom en Cindy en Katrien en …)
    Vuur, dat is de helft van het verhaal. De middelen en de inhoud de andere helft.