I do I do stelt voor: None

woensdag 7 maart 2007 11u11 | teun | reageer
.

Na een gesmaakte EP in 2004, ligt zeer binnenkort de eerste volwaardige CD van I do I do in de winkelrekken. Nu vrijdag (9/3) houdt deze naar Gent uitgeweken rockband een (gratis!) releaseparty in het JOC Rabot. None –want zo heet deze eersteling– werd deze zomer opgenomen in Boston met niemand minder dan Chris Brokaw achter de knoppen -een icoon in het Amerikaanse rock establishment. Hoog tijd voor een interview met zanger, gitarist en drijvende kracht achter I do I do, Stefaan Decroos.

Wie is I do I do?

I do I do verrees in 2004 uit de assen van de groep Land. De oorspronkelijke bezetting bestond uit mezelf op gitaar en voor de zang, Jonas Tournicourt op de basgitaar en Stephan Spriet aan de drums. De switch van vier (Land) naar drie (I do I do) was niet bepaald evident. Bij Land was Jonas nog gitarist, nu moest hij plots bassen. Het klikte evenwel zo goed met ons drieën dat we lange tijd met die bezetting zijn blijven optreden. Ook None is door ons drie ingespeeld.

Maar intussen is er een vierde man bijgekomen, niet?

Dat klopt. Van bij de start zijn we blijven uitkijken en soms kwamen andere muzikanten ons op repetitie vervoegen. Pas met Jeff Goddard kregen we het gevoel dat I do I do ook als viertal kon werken. Toen hij in oktober jl. kwam meejammen, vatten we de idee op om met z’n vieren door te gaan. Een maand later stond hij al mee op het podium van de Charlatan. Het blijkt te werken en iedereen voelt zich er goed bij. Jonas is opgelucht dat hij opnieuw gitaar kan spelen en ook voor Jeff -ooit bassist bij het gesplitte Karate- was de timing perfect. Hij was net verhuisd van Boston naar Gent en was klaar voor iets nieuws.

Hoe zou je de sound van I do I do omschrijven?

Wij zijn een rockgroep, maar dat volstaat niet als omschrijving zeker? Men verwijst vaak naar die typische Amerikaanse jaren ’90 grunge sound, en daar kan ik inkomen. Persoonlijk zie ik onze muziek het liefst omschreven als een muur van snijdende gitaren op stuwende drums.

I do I do ontstond dus uit de groep Land, dat in een niet zo ver verleden nog Humo’s Rock Rally finale stond. Waarom een nieuwe groep beginnen?

Na enkele jaren Land was het gewoon tijd voor iets anders. We waren muzikaal aan het eind van ons Latijn, zoals dat mooi heet. Volledig van nul herbeginnen was voor iedereen een goede zaak, denk ik achteraf. Alle Landleden zijn vandaag muzikaal bezig: Bert Lambrecht bast bij Cube, Karel Thant speelt o.a. bij Duo-Tone, Sheeft, Worm, Dustbee… En onze gitarist Jonas heeft naast I do I do met enkele voormalige Landleden een eigen band: Some Say Yes, Some Do Less.

Zie je, los van de bezetting, grote verschillen tussen Land en I do I do?

Toch wel hoor. Het grootste verschil ligt in de manier waarop de nummers tot stand komen. Land zie ik als een kleurboek: iedereen schreef mee aan de nummers. Bijgevolg liep de muziek al eens over van zovele invloeden. Het werd soms een kakofonie van té veel ideeën, te veel meningen waaruit het moeilijk kiezen was. Dat was leuk en interessant, maar tegelijk erg vermoeiend. Er werd behoorlijk wat gediscussieerd in het repetitiekot, bedenk ik me nu ineens weer. Met I do I do gaat het gestructureerder: ik schrijf zowat 90% van het materiaal en geef de muziek dan pas in handen van de groep. Ieder kan nog steeds zijn eigen ding doen, maar ons vertrek –en eindpunt is nu iets duidelijker.

Opmerkelijk is dat jullie CD None in Boston opgenomen is. Hoe zijn jullie daar terechtgekomen?

Dat komt door onze samenwerking met Chris Brokaw. We wilden hem als producer naar hier halen, maar uiteindelijk zijn wij daar beland. Brokaw bracht ons in contact met Paul Kolderie, die eigenaar is van een studio in Boston. Dat we met onze muzikale helden en toch gevestigde namen mochten samenwerken is op zich al een onverhoopt feit en een ultieme droom. Brokaw was ooit drummer bij de band Codeine, en gitarist bij o.a. Come –twee van onze favoriete bands en nog altijd bron van inspiratie. Kolderie was de man achter het geluid van o.a . Dinosaur Jr., Buffalo Tom, The Pixies.

En hoe verliep de samenwerking met hen?

Ondanks een ongelooflijke staat van dienst en tonnen ervaring zijn het twee hele gewone gasten gebleven. Kolderie is een echte geluidsmeester: hij doet in twee minuten waar een ander een halve dag voor nodig heeft. Alles werd supersnel ingeblikt. Vier nummers mixen op één dag is hier not done, zij presteren dat wel. Het was voor ons een heel aparte, unieke en toch wel indrukwekkende ervaring. Ik geloof nu dat Amerikanen andere oren hebben.

Uit alles wat je doet en zegt weerklinkt een tomeloze ambitie –een correcte vaststelling?

Eigenlijk wel ja. Toch willen we in de eerste plaats gewoon goed, beter en uiteindelijk ja, de beste worden in wat we doen. Momenteel concentreren we ons op de promotie van de CD. Aangezien None in de hele Benelux uitkomt, hopen we zoveel mogelijk in de lage landen te kunnen spelen. Het liefst zou ik nog eens een buitenlandse tour doen, zoals onze tiendaagse Kosovotour met Land. Met de CD presentatie voor de deur is het nog even koffiedik kijken hoe het publiek zal reageren, maar als het van mij alleen afhangt, mogen ze ons direct terug in een tourbus stoppen.


I do I do stelt hun eerste CD None voor op vrijdag 9 maart, in het JOC Rabot (Opgeëistenlaan, r.o. nieuw justitiepaleis). Deuren openen om 20u. Voorprogramma Mass Market start om 20u15; om 22u30 treedt I do I do aan. Afterparty wordt verzorgd door Duo-Tone. Toegang is gratis.
U kunt I do I do alvast beluisteren op myspace.

© 2007 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.