blijven plakken…
You leave in the morning
With everything you own
In a little black case
Alone on a platform
The wind and the rain
On a sad and lonely face
Woef. Een geut jeugdnostalgie waait me in m’n gezicht in een wijs Brussels café. De dikbuikige waard mét een doodskop-T shirt van St.Pauli, hét notoire zeemanskwartier, zingt als een volledig zeemanskwartier op zichzelf, het liedje met diepe bromstem lustig met het falsetje mee. Ik grijns. Herinner me hoe ik als 17 jarige ook meezong, door m’n premature Engels stuntelend. Ergens onbestemd gerà à kt door het liedje. En ook dat ik als laatrijpe boekenwijze naïeveling, toch net een ietsje te laat begrepen had dat dat roze driehoekje iets te maken had met iets waar je als full blooded macho serieus je street-credibility mee kon verspelen, en dat het liedje niet louter om een triestig eenzaam jongetje handelde, vooral.
Er vielen in die tijd sociaal gezien dan ook geen risico’s te nemen in dat habitat. Homo was toen een zwaar scheldwoord en ostracisme heel normaal. De schande van genegeerd te worden ging je niet gaan uitdagen. Het was zo al erg genoeg en op het randje, met een witte wollen sjaal op zwarte kledij, tuffend van een fijne donkerbruine filtersigaret, maakte ik me sowieso al verdacht. Het singeltje belandde in de verdomhoek, en wat cooler materiaal op de voorgrond. Laf was ik alleszins. Toen nog wel. En maar beter ook. Want de fasco eenheidsworst nijpt je dood zonder dat je het weet.
Het liedje raakte me omdat ook ik verlangde om de veel te kleine goegemeente met de veel te kleine gedachten en de veel te kleine ergernisjes en de veel te kleine zuinige mondjes met verhaaltjes over veel te kleine plannetjes, voorgoed en zo snel mogelijk achter mij te laten.
Desnoods met een klein zwart valiesje met daarin alles wat ik had.
Plattelandsvlucht, volgens mij is dat de reden waarom er in de steden zoveel mooie mensen rondlopen, nieuwkomers zijn quasi allemaal mensen die te anders zijn om in zo’n klein gat van een gehucht onopvallend te bijven rondlopen; homo’s, hippies, hipperds, alternatievelingen, kunstenaars, filosofen, sociologen, kleurlingen, gedichten schrijvende arbeiders, rockers, dansmaniakken, sexmaniakken, alcoholische jeugd, toxicomanen,…grapje.
‘Stadslucht maakt vrij’. Zij die zichzelf uit de klei en hun ketenen konden trekken konden als vrij mens leven binnen de muren van de stad. Die oude spreuk, een oorkonde, werd in een kist in een hoge toren bewaard tegen brand en ander mogelijke vermaledijdelijkheden.
En, jongens en meisjes van het platteland, ook nu gelden deze wijze woorden nog.
Zij het in een andere context. Gij weet het goed genoeg, op het platteland zijn de mensen niet altijd zo te vinden voor ‘de kracht van diversiteit’ zoals dat tegenwoordig heten mag. Zelfs in taalgebruik van de overheid wordt daar nu zelfs reclame voor gemaakt; neem eens een gehandicapte, een homo of een zwarte erbij. Met wat geluk behoor je tot de drie doelgroepen tegelijkertijd. Van andere minderheidsgroepen zoals progressieven en intellectuelen wordt er in deze campagnes wel nog geen gewag gemaakt en dat vind ik wel spijtig. Zo schiet het nooit op.
Maar goed, de wetenschap van het bevrijdend potentieel van de stad zuigt het jonge volkje aan, en biedt hen de anonimiteit die ze nodig hebben om volledig en mooi uit te kunnen groeien.
Ontsnappen vanonder de glazen stolp… stadslucht opzuigen, eindelijk a-no-niem.
‘een beetje blijven plakken na mijn studententijd’ is het eufemisme voor dit fenomeen.
Ik voel me één met alle ontwortelden.
Samen staan we sterk, adoptie-stedelingen.
En nu maar hopen dat deze stad ook niet te klein gaat worden.
© 2007 GENTBLOGT VZW
“Die ontsnapping is in eerste instantie een bevrijding, de aankomst in de nieuwe wereld, de moderniteit, de stad, enzovoorts, maar maakt van die nieuwe vrijheid tegelijk een geheel nieuwe opdracht: niet alleen de opdracht te leven zonder de beschermende ring van traditie en dorpse verhoudingen, maar vooral de opdracht te leven met tientallen, duizenden, miljoenen andere individuen in een open en vaak chaotische, anonieme cultuur.” Dit citaat komt uit een boeiende studie Een drempelwereld : moderne ervaring en stedelijke openbaarheid (1998) gepubliceerd door cultuurfilosoof René Boomkens.
Voor een prikje heb ik dit boek onlangs gekocht bij De Slegte.
En verder denk ik dat de term platteland ondertussen anno 2007 zelf een meer moderne invulling gekregen heeft.
Enkele jaren geleden nog deze krantenkop gelezen: “Weg paradijs voor snelheidsduivels”. Hier werd geen internethighway bedoeld maar een weg door het platteland.
my urbanism unveiled…nu alleen nog groot worden opgroeien en hopen dat de stadslucht niet te vervuild is
Smalltown Boy! Ghoh, memories… leuke post.