RSSDe laatste rechte lijn
Gentblogt geeft het woord aan een divers allegaartje studenten. Elke dag Рbehalve zaterdag Рkomt er namelijk ̩̩n van hen aan het woord en ze kunnen gerust een schouderklopje en wat nuttige tips van uwentwege gebruiken in deze examen-, eindwerk- en doctoraattijden.
Op zondag is het de beurt aan Frederik.
Een week na de electorale rammeling van 10 juni zit ik vlakbij het tweede –en laatste stuk van mijn examens. Nog drie en het zit erop in Gent (afgezien van een vak als vrij student in de pol&soc). Volgend jaar vertrek ik voor de master Geschiedenis naar Parijs in het kader van het Erasmusprogramma (deze week mijn afgestempelde application form teruggekregen als “officieel aanvaardingsdocumentâ€). Tussen de verkiezingen en vandaag was er nog de mondelinge verdediging van een onderzoekspaper rond machtsevenwicht en de Spaanse Successieoorlog en een vergadering over een boek rond 300 jaar Slag bij Oudenaarde, dat in 2008 zou moeten verschijnen n.a.v. de herdenkingsactiviteiten.
Het einde van de examens wordt traditioneel gevolgd door Rock Werchter. Ook dit jaar heeft een onverlaat mij op vrijdagochtend nog met een schriftelijk examen opgesolferd. Daar gaan Muse, Zornik, My Chemical Romance en Björk. Hopelijk haal ik nog Kings of Leon (14:55) of in elk geval toch de Kaiser Chiefs (16:25) op vrijdag.
Maar goed, dagdromen is niet meteen de meest productieve activiteit op vier dagen van een examen. Donderdag (Tendenzen in de Historiografie) word ik vergast op drie kennis- en een inzichtsvraag over Marx, Freud, Clifford Geertz, Elias, Weber, Le Roy Ladurie, Bloch&Fèbvre, von Ranke, Stubbs of andere Rodney Hiltons. Om nog maar te zwijgen over hysterische genderhistoricae (jaja, karikatuur, weet ik wel…).
Wel spijtig dat dit bijzonder boeiende vak zich beperkt tot geschiedschrijving vanaf ongeveer 1830 en een Welsh (ergo zeer angelsaksisch gericht) handboek volgt. Over “vaderlandse historiografie†(Pirenne, Van Houtte, Dhondt, Ganshof, Van Der Wee, Hasquin, De Schryver, Verhulst…) wordt eigenlijk niet gesproken. Daarvoor moet je het stellen met de voetnoten in artikels uit andere opleidingsonderdelen. Het is ook misschien wel zeer hip om de aanpak per periode te verlaten, maar op die manier krijg je natuurlijk geen zicht op de literatuur rond je eigen specialisatie. Ik vraag me tenslotte ook af wat de doorsnee geschiedenisstudent (die later in het onderwijs, archiefwezen… belandt) eigenlijk aan kan met dit overzichtsvak, dat toch geprogrammeerd staat in het laatste jaar van een academisch programma dat gericht is op een (zij het gedeeltelijke) uitstroom naar de arbeidsmarkt. Een meer ‘toegepast’ vak historiografie (waar je tijdens het academiejaar zelf een overzicht kan opstellen als student, eens een boek kan vastnemen…?) is misschien verkieslijker bij een volgende verbouwing van het geschiedenisprogramma.
Tussendoor hou ik me onledig met de reader Rechtseconomie, het volgende slachtoffer.
© 2007 GENTBLOGT VZW