Een doctoraat: waarom (niet)?

dinsdag 19 juni 2007 14u41 | Peter Dedecker | 10 reacties
Trefwoorden: , .

Gentblogt geeft het woord aan een divers allegaartje studenten. Elke dag – behalve zaterdag – komt er namelijk één van hen aan het woord en ze kunnen gerust een schouderklopje en wat nuttige tips van uwentwege gebruiken in deze examen-, eindwerk- en doctoraattijden. Op dinsdag is het de beurt aan Peter.

Nu de laatste examendagen in zicht komen, zijn er weer veel studenten die hun laatste dagen aan de universiteit of hogeschool aan het beleven zijn. Een deel daarvan heeft wellicht al een zicht op de nabije toekomst: verder studeren, werk zoeken, of misschien hebben sommigen al een contract in de hand of een mondeling akkoord. Sommige anderen zullen dan weer hun academische carrière verderzetten met een doctoraat.

Die doctoraatsstudenten hebben wel een fijn leven, wordt wel eens gezegd. Een beetje werken en nog met een half been in het studentenleven staan, wie kan daar iets op tegen hebben? Er zijn echter wel meer afwegingen die men moet maken vooraleer er aan te beginnen.

Allereerst is er de vraag wat men wil in de toekomst. Voor een carrière in de (al dan niet academische) onderzoekswereld is een doctoraat haast onontbeerlijk. Op een hogeschool kan je momenteel nog aangenomen worden als lesgever zonder doctoraat, maar met de academisering in het vooruitzicht worden dergelijke kansen alsmaar kleiner.

Ook bepaalde groepen komen zonder doctoraat nauwelijks aan de bak. Ik denk bijvoorbeeld aan de licentiaten biotechnologie uit het oude systeem: als je een carrière in het (secundair) onderwijs niet ziet zitten en in de industrie aan de slag wil buiten de verkoops- en vertegenwoordigersfuncties, kan je het bepaald lastig krijgen. Bedrijven geven immers de voorkeur aan de bio-ingenieurs of kandidaten met een doctoraat op zak, ten nadele van de vers afgestudeerde licentiaten biotech. De studenten die volgens het nieuwe systeem vijf jaar studie achter de rug hebben, zullen op dat vlak misschien beter gepositioneerd zijn dan hun collega’s uit het oude vierjarige systeem.

Voor bepaalde groepen is het echter omgekeerd: voor burgerlijk ingenieurs (zeker in de IT) die uiteindelijk in de industrie willen terechtkomen, is een doctoraat eerder een overkwalificatie, en krijg je soms het imago van vakidioot tegen je.

Hiernaast is er ook nog de financiële kwestie die bij een statuut van doctoraatsbursaal hoort. De meeste beurzen liggen rond de 1500 € netto per maand, afhankelijk van het type. Mensen met een FWO-beurs (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek) krijgen iets meer, de toppers met een Europese Marie Curie beurs veel meer, de mensen met een Dehoussebeurs iets minder.

Al die beurzen hanteren ook nog eens een verschillend criterium: voor het FWO worden de kandidaten gerangschikt volgens aantal graden (onderscheiding, grote, grootste,…) en krijgen de hoogst gerangschikten een beurs voor vier jaar, tot het geld op is. Voor een IWT-beurs (gesponsord door het Instituut voor de aanmoediging van innovatie door Wetenschap & Technologie in Vlaanderen) krijgen de kandidaten gedurende de volle 1 minuut de kans hun onderzoeksvoorstel toe te lichten voor een jury waarna ze een tiental minuten een spervuur van vragen afgevuurd krijgen die al dan niet veel te maken hebben met het voorstel. De besten krijgen een beurs voor twee jaar, na twee jaar moet het reeds gepresteerde onderzoek voorgesteld worden om een beurs voor de resterende twee jaar te krijgen.

De universiteit kan zelf ook een Dehoussebeurs toekennen die gefinancierd wordt uit eigen middelen, waarbij de verantwoordelijke prof beslist wie er aangenomen wordt, mits goedkeuring van de faculteitsraad. Daarnaast zijn er nog de “speciallekes”, zoals een beurs gesponsord door een bedrijf of een andere instantie, en de Marie Curie beurzen gesponsord door de Europese Commissie voor Vlaamse onderzoekers in het buitenland en buitenlandse onderzoekers in Vlaanderen.

Het statuut van doctoraatsbursaal is echter nog iets compleet aparts. Je bent immers zowel “doctoraatsstudent” als personeelslid, en hebt dus zowel een studentenkaart als een personeelskaart. Fiscaal gezien ben je student, en dus nog ten laste van je ouders, zolang je nog op hetzelfde adres woont. Anderzijds krijg je een beurs, zoals gezegd rond de 1500 € per maand, die volledig belastingvrij is, de sponsor betaalt wel een sociale bijdrage. Een mooi bedrag, dat in de meeste sectoren niet meteen weggelegd is voor starters. In andere sectoren is het dan weer omgekeerd, bijvoorbeeld in de IT of consultingbedrijven waar je al snel (direct of na een paar maanden) wat meer verdient plus extra-legale voordelen zoals een firmawagen, gsm, laptop,…

Het belastingvrije aspect is weer zoiets speciaals: je vult dus gewoon 0 in op je belastingaangifte bij de inkomsten, waardoor je in aanmerking komt voor bijvoorbeeld renovatiesubsidies, maar anderzijds ontloop je weer heel wat andere voordelen die via fiscale weg geregeld worden, zoals bijvoorbeeld de aftrek voor de aflossingen van een hypotheeklening, pensioensparen of de aankoop van milieuvriendelijke toestellen. Een bizar statuut dus, met zowel voor- als nadelen. Bovendien stellen bepaalde regimes nog eens extra vereisten. Zo is het bij een FWO-beurs niet toegelaten om je ergens in te schrijven als vrij student: als je in je vrije tijd liever avondschool zou volgen, of pakweg een cursus economie zou willen lezen om (op een verlofdag) examen voor af te leggen: dat mag je vergeten.

Natuurlijk kan niet zomaar iedereen direct na afstuderen aan een doctoraat beginnen. Het belangrijkste probleem is, zoals zo dikwijls, geld. Ik heb reeds gesproken over de externe beurzen zoals FWO en IWT met een gelimiteerd budget, maar uiteraard zijn de eigen middelen van de universiteit (om Dehoussebeurzen uit te reiken) ook beperkt. En daar hangt het dan weer af van vakgroep tot vakgroep en van onderzoeksgebied tot onderzoeksgebied.

In de ingenieurswetenschappen bijvoorbeeld (en zeker de IT) is redelijk wat budget, ondermeer dankzij de nauwe samenwerking met de industrie, wat onderzoeksmiddelen en publicaties (en dus nog meer middelen) oplevert. De alpha-wetenschappen, zoals Letteren&Wijsbegeerte, Rechten en Pol&Soc hebben typisch een heel krap budget voor doctoraatsbursalen. En dan zijn er nog de vele wisselende omstandigheden. Heeft een onderzoeksgroep bijvoorbeeld een gesubsidieerd project binnengehaald, bijvoorbeeld een Europese Framework Project (zoals nu FP7), dan is er weer geld voor een tijdje. Is er een project afgelopen en heeft men het niet gehaald voor een nieuw project, tja, dan is er een probleem. Zo bijvoorbeeld bij een aantal groepen uit de biotechnologie: ondanks de hoera-kreten van minister Moerman dat er geld genoeg is voor onderzoek, hebben kandidaat-doctoraatsbursalen het daar bijzonder lastig…

© 2007 GENTBLOGT VZW

10 reacties »

  1. Reactie van Isabel

    Donderdag weet ik of mijn FWO mandaat goedgekeurd wordt.
    Het heeft inderdaad voor- en nadelen. Als experimenteel psycholoog biedt het een mooi loon, de meesten worden immers ingezet voor marketing en dat is toch niet de vetpot. Anderzijds is het erg nadelig voor de afbetaling van onze woning zoals je hier vermeldt. Omdat mijn vriend mij ten laste heeft, gaat zijn belastingsschaal omhoog en ook onze lening… Grrr.
    Maar ik wacht af, als dit niet goedgekeurd wordt, zie ik wel waar ik terechtkom.

    Mooi overzicht trouwens!

  2. Reactie van statler

    wat het budget betreft, zijn er momenteel meer opportuniteiten dan ooit om aan een doctoraat te beginnen. De universiteiten investeren volop in doctoraten sinds die kwantitatief meetellen in tal van verdeelsleutels; in zijn wildste dromen zag de vorige rector zelfs iedere student een doctoraat maken. De Dehousse-beurs is een evolutie van de laatste jaren, vroeger bestond enkel een opvangmandaat van 1 jaar (en geen BOF-postdoc). In eventuele statuten voor na het doctoraat wordt veel minder geinvesteerd. De onzekerheid treft op dat moment vooral vrouwelijke kandidaten, zie het recente UGender-onderzoek.

  3. Reactie van Matthias

    Wat is de meerwaarde van een doctoraat? Behalve dan het inhoudelijk aspect.. Een aantal maanden geleden nog werd geschermd met cijfers van het aantal afhakende doctoraatsstudenten. Het ligt dat ook lastig om gedurende vier jaar met dezelfde topic bezig te zijn.

    En dan zijn er inderdaad nog de kansen achteraf: een doctoraat is voor iemand uit de L&W eerlijk gezegd moeilijk op de arbeidsmarkt te verzilveren. Neem nu historici bijvoorbeeld, binnen het vakgebied zijn er sowieso al zeer weinig vacatures voor afgestudeerde licenciaten. Een pas gedoctoreerde die dan niet aan de bak kan komen: da’s schrijnend.

    De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik na mijn initiële studies nog een manama achter de gordel heb en momenteel zelfs een aantal jaar werkervaring. Ik overweeg zelfs nu werk en een tweede manama te combineren. Persoonlijk geeft die werkervaring en praktische opleiding mij een stuk meer zekerheid en vertrouwen dan een doctoraat.

    Natuurlijk, als je écht geïnteresseerd bent in vier jaar onderzoek naar het baltsgedrag van de braziliaanse goudstart-zwartkopkever… dan kan ik mij inbeelden dat de keuze gauw gemaakt is…

  4. Reactie van Frederik

    De meerwaarde van een doctoraat?
    Wel ik ben een positieve wetenschapper (brrr… ik gruw van deze term… maar exact wetenschap vind ik nog erger…) en ik moet toegeven dat een doctoraat me toch heel wat heeft bijgebracht. Na 4 jaar studeren als licentiaat heb je heel wat kennis opgebouwd maar in feite ben je een groentje. Een doctoraat was voor mij een proces om me verder te verdiepen. En hierbij heb ik het niet alleen over het me verdiepen in de materie maar eveneens in een aantal vaardigheden. Daarbij wil ik Matthias zijn kritiek toch enerzijds nuanceren. Een doctoraat is niet enkel zich 4 jaar gaan vastbijten in een detail… Het is een groei/leer proces waarbij je zelfstandig een onderwerp volledig uitwerkt. In mijn geval ging dit over het opzetten van een experiment, het uitvoeren en een verklaring uit te “dokteren” voor de resultaten. Ik vind dan ook dat het resultaat een beetje ondergeschikt is aan het proces zelf… Een goed doctoraat betekent niet meteen schitterende resultaten maar veeleer een persoonlijk zelfontwikkeling… Pffff ik vind het in feite moeilijk om uit te leggen maar als ik terugkijk op die periode is dat toch datgene waar ik het meeste aan heb overgehouden. Je leert jezelf beter kennen en je leert omgaan met je beperkingen. Een doctoraat gaat gepaard met vallen en opstaan. Ik weet dat je dat wellicht ook op een andere manier kan doen maar ik vermoed dat een doctoraat toch iets speciaals is wat je niet zomaar in de privé vindt. Een doctoraat biedt namelijk een ongeloofelijke vrijheid van je doen en laten.
    Na mijn doctoraat heb ik de academische wereld de rug toegekeerd en ik werk nu in een privé-onderneming. Voorlopig verricht ik nog steeds onderzoek en dan is een doctoraat natuurlijk onontbeerlijk. Maar tijdens mijn sollicitatieronde heb ik echter gemerkt dat mijn doctoraat ook een troef was voor een aantal andere jobs. Daarbij wil ik echter wel opmerken dat een doctoraat niet meteen gevalideerd wordt in verloning.
    Ik weet dat ik deze redenering niet kan toepassen op iedereen maar dit is toch mijn persoonlijk ervaring die ik hier even kwijt wou.

  5. Reactie van S-

    Volgens mij heeft een doctoraat voor een groot stuk dezelfde finaliteit als een academische opleiding, nl. zelfontplooing.

  6. Reactie van Saskia

    Een doctoraat: waarom (niet)?
    Simpelweg omdat er binnen de L en W haast nooit geen mogelijkheden voor zijn! Ik denk dat best wat studenten L en W dromen van te gaan doctoreren, maar vaak zien ze de kansen kleiner en kleiner worden hoe dichter ze bij het afstuderen komen….

  7. Reactie van TomC

    Doctoreren… mhhh voor mij is het ook altijd bij een droom gebleven en misschien maar goed ook. Want zoals hierboven al duidelijk werd gemaakt door mijn collega L&W’ers Matthias en Saskia is er een verschil tussen doctoreren in de humane wetenschappen en de positieve wetenschappen. Ten eerste al in de mogelijkheden om te doctoreren. Om als historicus te kunnen doctoreren moet je in de praktijk minstens grootste onderscheiding over de hele lijn halen (en dan nog), terwijl je bij vele positieve wetenschappen zelfs al met een onderscheiding aan een doctoraat kunt beginnen (alle uitzonderingen aan beide zijden buiten beschouwing gelaten). Tweedes ben je, behalve de zelfontplooiing en een eventuele publicatie, als humaan wetenschapper zelden iets met je doctoraatsdiploma. In de academische wereld en de FOD’s word je nog op je niveau betaald, terwijl in de privé je doctoraat zelden of nooit enige financiële meerwaarde biedt. Om professioneel aan historisch onderzoek te doen hoef je al evenmin een doctoraat op zak te hebben. Onderzoekers in archiefinstellingen zijn vaker gewoon licentiaat dan doctor. Zoals gezegd heb je als L&W’er enkel echt iets aan je diploma in FOD’s en de academische wereld. Als exact wetenschapper (voor zover ik dat kan inschatten) is het zowat omgekeerd. Als je bijvoorbeeld in de chemische sector ook beroepsmatig aan onderzoek wil doen is een doctoraat onontbeerlijk en krijg je, en zeker in de privé, loon naar diploma.

  8. Reactie van Tine

    Ik behoor tot de groep van opgevers. Ik heb 2,5 jaar aan een doctoraat gewerkt, had een IWT beurs, de verlenging was ook goed gekeurd, maar ik ben er dan toch mee gestopt. Er waren verschillende redenen voor, waaronder het gebrek aan ondersteuning van de prof, maar ook het feit dat het in mijn branche (de ingenieurswetenschappen) niet echt een meerwaarde oplevert heeft mee gespeeld. Ik stelde mezelf de vraag waar ik op dat moment stond, waar ik zou staan als het doctoraat af was, en kwam tot de conclusie dat diegene die direct waren beginnen werken na hun studies een pak verder zouden staan dan ik. Ik heb geen spijt dat ik eraan begonnen ben want ik heb ontzettend veel bijgeleerd. Ik vond het heel interessant oefenzittingen te geven aan studenten. En in dat specifieke vakgebied heb ik zo toch een zeer mooie kennis opgebouwd die me nog altijd van pas komt.
    Maar toch…de praktijk vind ik een pak leuker dan het theoretische. Ik heb nog geen moment spijt gehad van mijn beslissing om ermee te stoppen.

  9. Reactie van Saskia

    Het zou ook al helpen als Universiteiten wat opener zpuden zijn en zich niet alleen vastpinnen aan graden. Natuurlijk snap ik dat ze wel echt goede studenten willen, maar graden zeggen ook niet altijd alles, zeker niet als je je bedenkt dat de manier waarop we soms getoetst worden gelijk houdt met de manier waarop mijn overgrootopa tafeltjes uit zijn hoofd moest stampen. Ze zouden ook wel kunnen kijken naar wat je naast de studie allemaal zoal hebt gedaan, welke baantjes, bestuursfuncties, andere opleidingen etc. Maar blijkbaar zijn Universiteiten alleen geïnteresseerd in de studenten die zich volledig hebben toegwijd op de studie. BTW, bij ons was zojuist een hele mooie AAP functie vrijgekomen, helaas in mijn geval wel een jaar te vroeg….

  10. Reactie van Frederik

    Euhm… Ik moet je dan toch tegenspreken hoor… Ik ben zoals eerder gezegd een positieve wetenschapper (maar geen scheikundige) maar een impact had mijn doctoraat niet op mijn loon. Ik vond wel makkelijk werk en kon als het ware kiezen waar ik begon, maar in loonvoorwaarden had ik geen keuze… Wat telt in de privé is ja basisdiploma meestal en in mijn geval is dat licentiaat. Dus daarin moet ik je toch teleurstellen. En ik kan je ook verzekeren dat ik niet de enige ben in dat geval hoor, ik ken nog talrijke voorbeelden.