BNRF 2007, dag 10: een Coltrane special, met echte ajuintjes

dinsdag 17 juli 2007 17u35 | Roel Craen (tekst), Bruno Bollaert (beeld) | 4 reacties
Trefwoorden: , , .

Gisteravond stond de tent op het terrein van het Blue Note Records Festival weer helemaal volgestouwd met stoeltjes. Vouwstoeltjes, maar wel met een heel aangenaam kussentje op het zitvlak. Ongetwijfeld bedoeld voor het zitgemak, maar je kan er ook heel erg leuk op wiebelen en schudden en je benen nerveus op en neer laten tappen op – wat jij ervaart als – het ritme van de muziek. Want, en vergeef ons de vloek, darn!, vandaag stond er opnieuw jazz! op het programma, en zonder Rilatine was er geen stilzitten aan.

Vandaag, 17 juli 2007, is het precies veertig jaar geleden dat John Coltrane overleed. Het festival herdacht het overlijden van de legendarische muzikant met een tribute night die zich meteen aan de absolute top van de ranking nestelt van wat wij hier te horen kregen. Een hoop volk, allemaal knus onder zeil, en bakken regen maakten de concerten vaak nog extra intiem.

Opener was de Belgische tenorsaxofonist – of wat dacht u, op een Coltrane-special – Jeroen Van Herzeele. Van Herzeele was niet aan zijn proefstuk toe wat betreft het in ere houden van het erfgoed van Coltrane, en speelt graag in de lijn van het latere avant-garde werk van de man. Van Herzeele verzamelde voor zijn tribute-project drie heel verdienstelijke muzikanten rond zich en koos de weg van het subtiele samenspel, waardoor het soms leek alsof hij angst had zijn eigen stem te laten horen. Het is natuurlijk zo dat een tribute spelen voor John Coltrane niet gelijk staat aan de man vlekkeloos naspelen, en wij denken dat Van Herzeele in zijn eigen stem vooral zoekt naar het meer ingetogen register van de late Trane. Voor de gelegenheid van het festival had Van Herzeele ook een compositie geschreven voor zijn kwartet in samenspel met een twintigkoppig koor, dat op het podium van de Bijloke voor kleurrijk spektakel zorgde. De bedoeling was ongetwijfeld een Coltrane-esk sacraal sfeertje te creëren, een kerkgezang te fingeren of de repetitieve mantra van ‘A Love Supreme’ te parafraseren. Een leuk idee, maar het koor sneed wat ons betreft nog lang niet diep genoeg.

Dat Coltrane in de loop van zijn leven heel wat religieuze richtingaanwijzers heeft achtergelaten laat zich veertig jaar na zijn dood nog steeds voelen. Rashied Ali, tweede op het podium vanavond, was Tranes drummer op diens fenomenale albums Ascension en Interstellar Space, en wij lazen op zijn T-Shirt zijn geloof in de “Saint John Coltrane African Orthodox Church”. (Ga eens piepen op coltranechurch.org) Wel, wij zijn ook grote Trane-liefhebbers, maar ons fanschap houdt toch halt waar het heiligdom begint. Alleszins geen kwaad woord over drummer Ali, de man is werkelijk een van de meest muzikale drummers die wij hier op het podium aan het werk zagen, en dat betekent intussen al heel wat. Zijn ‘Company of Heaven’-kwintet – hopelijk gaat er bij die ‘Heaven’ een belletje rinkelen – bracht vintage Coltrane, met vuur, met kennis van zake, met virtuositeit, en – volgens ons – ook met een niet te onderschatten religieuze overtuiging.

Daar echter waar het Ali-quartet zich nog veilig binnen de door Coltrane voorbewandelde paden begaf, waagden Archie Shepp, Roswell Rudd, Reggie Workman en Andrew Cyrille zich zonder schroom op het avontuurlijke pad. Dit concert was ronduit fantastisch. Hortende en stotende, vuile, bluesy en compromisloze jazz van onbetwistbaar topniveau. Deze heren zijn stuk voor stuk oudgedienden uit de pioniersjaren van de avant-garde jazz in de jaren ’60, en blijken tot op vandaag die avant-garde beter begrepen te hebben dan wie ook. Stel zelf uw zin samen met de superlatieven van: ontroerend, geïnspireerd, eigenzinnig, passioneel. Wij horen Shepp nog steeds het liefst op zijn saxofoon, maar de man zette zich ook regelmatig achter de piano, en was bij die gelegenheid zelfs niet te beroerd twee keer ten blues te zingen.

We zagen festivalpeter Bert Joris op zijn bescheiden eentje in de zaal zitten bij het laatste concert van vanavond, dat van het San Francisco Jazz Collective. Het collectief speelt met een relatief grote bezetting van acht man, en in die zin zal hij zeker wat interessants gehoord hebben voor zijn werk met het Brussels Jazz Orchestra. De link met bigband is zeker niet uit de lucht gegrepen, tenorsaxofonist en leider van het collectief Joe Lovano speelde nog bij het door Joris zo geliefde Vanguard Jazz Orchestra. Al bracht het SF Jazz Collective vanavond zeker geen bigband, maar wel werk van pianist Thelonious Monk, omdat ze daar nu eenmaal mee op tour zijn. Toch is het niet eens zo dwaas om Monks werk te spelen op een Coltrane-Tribute night: beide heren speelden meer dan eens samen halfweg de jaren ’50, waarvan jammer genoeg maar weinig materiaal beschikbaar is. Het fenomenale concert van Archie Shepp en de zijnen zinderde nog na in onze oren, maar de groep van Lovano en trompettist Dave Douglas was zeker een knappe afsluiter voor deze prachtige jazzdag. Het collectief bracht vaak heel erg mooie composities, en het staat natuurlijk buiten kijf dat alle acht de deelnemende muzikanten heel erg goed wisten hoe het moest.

Wat ons betreft mag het festival hier zijn deuren sluiten. Maar ach, laten we vanavond toch nog maar Costello even binnenlaten.

Het Blue Note Records Festival vindt nog plaats tot 17 juli 2007 in de Bijlokesite. Dagtickets kosten 25 € in voorverkoop of 29 € aan de kassa –voor elke avond blijven er de dag zelf tickets te koop aan de kassa. Meer details vindt u op de BNRF-site.

© 2007 GENTBLOGT VZW

4 reacties »

  1. Reactie van Jurriaan

    inderdaad een zeer mooie avond!

  2. Reactie van hcb

    De concerten van het Archie Shepp 4tet en het San Fransisco Jazz Collective komen in mijn top 5 van BNRF-concerten. En ik ben ondertussen toch al en 15-tal avonden geweest. Van bij de eerste noten hoor je het verschil met 95% van de andere bands.

  3. Reactie van ief

    Twee prachtige concerten! Op één avond! Waar krijg je dat nog?

  4. Reactie van Wim

    Deze tribute avond was één van de beste van het festival. Geen echte tegenvallers en veel hoogtepunten. Het Van Herzeele Project deed het opzet van de avond de meeste eer aan door composities die Trane van begin tot eind bleven sugereren, maar het optreden had wat weinig groove. Wat een verschil met dat van Rashied Ali, waar het vuur van af sprong. Archie Shepp en Roswell Rudd deden het wat kalmer aan, doch wat ze deden was veel interessanter. Mij blijft vooral Rudd bij, maar misschien verwachtte ik teveel van Shepp. Wat me bij hem het meest opviel, maar eigenlijk geldt dat ook voor Rudd of Ali, is dat ze eigenlijk het pad van de onverbiddelijke avant garde hebben verlaten ten voordele van een meer eclectische stijl. Toen Trane stierf waren dit de vaandeldragers van de free jazz en bij een dergelijke tribute zou je gaan denken dat je een evocatie krijgt van die tijd, maar het bleef veel braver. Het SF Jazz Collective ging nog verder terug in de tijd en bracht voorwaar een Monk tribute en dan valt het weer op hoe braaf bijvoorbeeld een Dave Douglas speelde. Niettemin was dit één van de beste optredens van het hele festival en wat mij betreft, vond ik deze little big band veel interessanter dan de echte big bands die Gent hebben bezocht.