Rondgang van de Stroppendragers
Dit jaar waren we alweer toe aan de 34ste Rondgang van de Stroppendragers. De rondgang startte vrijdagavond om half negen aan het Gravensteen en eindigde in de Kammerstraat.
In 1540 eiste Keizer Karel nieuwe belastingen om zijn oorlogsplannen te financieren. De Gentenaren protesteerden hiertegen met een plaatselijke opstand en om orde op zaken te stellen in zijn geboortestad kwam de Keizer persoonlijk naar Gent met een sterk leger.
Het gevolg van de koppigheid van de Gentenaars was dat de stad haar privileges verloor, een boete kreeg, en een aantal oproerkraaiers werden terechtgesteld. Daarbovenop dwong Keizer Karel de notabelen op blote voeten en in een wit hemd hem te smeken om vergiffenis. Vijftig anderen moesten in hun hemd en met een strop rond de hals door de stad ‘paraderen’, als teken dat zij de galg verdienden. Deze vernederende ‘boetetocht’ wordt nu jaarlijks tijdens de Gentse Feesten herdacht tijdens de Stroppenommegang.
Onze fotograaf was er dit jaar bij om alles op de gevoelige plaat vast te leggen. De verzameling en aanvang van het hele gebeuren was dus in het Gravensteen. Het publiek zag op een bepaald moment vijf stroppendragers uit het kasteel vluchten die dan gevat werden door de soldaten. Eén van hen werd daarna opgehangen onder de poort van de ingang naar het kasteel.
Daarna kwam de stoet naar buiten: eerst de edelen en notabelen, gevolgd door Keizer Karel (die spontaan boegeroep deed ontstaan) waarna de stroppendragers de stoet afsloten (met spontaan geklap tot gevolg bij het publiek).
Nog iets om mee te geven: voor elke ommegang doet IVAGO nog een grondige inspectietocht en opkuis van het hele parcour: de stroppendragers moeten blootvoets gaan, en IVAGO zorgt ervoor dit in alle veiligheid kan gebeuren.
© 2007 GENTBLOGT VZW
En na afloop kwamen de stroppendragers nog een boterham mee uufflakke eten op de binnenkoer van het EFTC.
En nog even dit: naast de reeds genoemde straffen wou Keizer Karel zeker zijn dat hij Gent onder de knoet kon houden. Daartoe liet hij de Sint-Baafsabdij afbreken en in de plaats ervan het zgn. Spaans Kasteel bouwen, waar een permanent een Spaans regiment gelegerd was (vandaar dus straatnamen als Spaanskasteelplein en Spanjaardstraat in de wijk Sint-Macharius). Wanneer het Spaans kasteel uiteindelijk werd afgebroken, weet ik niet goed meer, na de Feesten wil ik dat gerust wel eens opzoeken.
We kunnen ons nu toch afvragen of die Gentenaars destijds gelijk hadden, of niet al te naief waren om hun leven zo te riskeren.
En de andere vraag is ook: vroeger kwam er dus een opstand bij een verhoging van belastingen: waar is nu onze moed gebleven?
Jean Marie, moesten we reageren zoals onze stoere voorvaderen, dan waren we nu bestendig in “opstand”, wie zou er dan voor ons kroost zorgen? Het zou meer lijken op een “Honderdjarige Belastingsopstand”.
Die periode was wel een overgangsperiode in staatsstuctuur: van feodaal stelsel én grote zelfstandigheid van de steden naar een veel centraler staatsgezag. De Gentenaars toen reageerden vooral op het verlies van hun zelfstandigheid.
Inderdaad maar nu voeren wij onze weerstand via onze “stoute muile”.
oh zo erg die eene foto