Hoe woonde stamnummer 882736? – kotverhalen (1)
Toen ik Jeronimo’s oproep zag voelde ik mij onmiddellijk aangesproken om te reageren, zij het dan niet met een anekdote, maar met een klein overzicht van mijn eigen kotjaren, te meer daar ik zodanig veel verkast ben dat mijn relaas bijna als een gids door Gent kan worden gehanteerd. Ach, neemt u dat vooral met een zak zout en voel u vooral geroepen om uw eigen wedervaren op het virtuele papier te zetten.
Het einde van de jaren 80. Alles rustig aan het universitaire front. Niets doet nog denken aan de woelige jaren zeventig en haar laatste stuiptrekkingen zoals de actie tienduizend in het prille begin van het decennium.
In Gent komen jongeren langzaam tot de vaststelling dat punk echt dood is en overheerst mainstream, zowel wat cultuur als idealisme betreft. Samen met uw reportster te fiets en terwijl de Berlijnse muur haar eerste barstjes krijgt, vinden de eerste studenten-met-auto de weg naar de faculteit van de rechten.
Worst kan het mij wezen. Ik ben een nep-kotstudent, aangezien mijn heimat en mijn vriendenkring zich integraal in mijn universiteitstad bevinden en ik helemaal niet aangewezen ben op de doorsnee student uit de vermeende richting van de filles et fils-a-papa (et maman, bien sur). Bovendien, in een eerste kandidatuur met ongeveer 500 studenten zitten uiteraard ook wijze mensen.
En samen een studierichting uitzitten, het schept een band die mettertijd alle onnozele vooroordelen de wereld uit helpt.
Ik ben er vroeg aan begonnen. De zelfstandigheid (lees: het nachtleven en mijn neiging tot plantrekkerij) lokte mij snel weg van het ouderlijke huis naar het leven op koten (en holen, en spelonken). Verwend kind als ik was, stond ik aan de vooravond van de examenperiodes telkens weer op ons ma heur drempel: aandacht, iemand die kwaad wordt als ge na drie uur stopt met blokken en warm eten, om van het gekookte eitje ‘s ochtends te zwijgen – voor mij belangrijke voorwaarden om te kunnen slagen. Als ik tweede zit had, trok ik des zomers naar mijn vriendin op den buiten op zoek naar ongeveer hetzelfde. Met andere woorden, en pas recent ontdekte ik dat ik een gruute muile had maar het eigenlijk lonely business vond, op kot zitten.
Waar ik dan ook belandde (van kot verwisselen was een gewoonte gelijk tanden poetsen), het zat in mijn kot altijd vol mensen, het was er altijd een puinhoop, het was er nooit gezellig ingericht en meestal zat er geen slot op de deur en was het redelijk ver zoeken naar het toilet. Als er één was. Als ik begin te rekenen vanaf het eerste jaar dat ik op de Ugent zat en mij ten definitieve titel het stamnummer 882736 werd toegewezen heb ik de volgende adressen aangedaan, met wisselend succes:
Erger: door mijn vertrek had ik de huur niet betaald en mijn opzeg al ontvangen, maar de dieperliggende reden daarvoor is volgens mij dat de kotbaas mijn lief niet kon uitstaan.
Tegen dan was ik overigens een voorbeeldige studente aan het worden en leefde ik op het gezellige ritme van over de middag werken in de resto van de Sint-Jansvest, en ‘s avonds den Humo en de krant lezen in de Caruso (de Paganini is dat nu). Soms kon het gebeuren dat ik 48 uur in de Caruso bleef hangen, maar dat had niet echt invloed op mijn resultaten. In dat kot dacht ik voor het eerst iets in de zin van “‘oef, ik heb zo veel geluk, ik mag nog 3 jaar dit studentenleven leiden”, dus ik denk dat ik daar erg tevreden was, wellicht de reden waarop ik op dansend op de tonen van Achtung Baby mijn cursussen blokte. In dat voorlaatste universitaire jaar ontmoette ik de latere vader van mijn dochter waarmee ik zo ongeveer binnen de week ben gaan samenleven. Datzelfde jaar was het éérste dat ik zonder tweede zit doormaakte, en nog een jaar langer samenhokken leverde mij op het einde zelfs een graad op. Hoe en waar ik in dat laatste jaar rechten leefde is niet relevant, want op dat moment was ik deel van een gezin en werd alles anders. Alweer door een lief, maar dat is wellicht vaker een niet al te slechte reden voor een vroegtijdig afgebroken kotleven.
De prijs van het bier herinner ik me niet, maar een kot durfde al wel eens 250 € kosten. Naast de plaatsen waar ik gewoond heb, ook een heleboel rotooi gezien, kruipgaten, plekken waar Gaia onmiddellijk op zou afstormen als je er een hond liet wonen. Is het verbeterd? Zijn kotbazen these days aimabele mensen geworden en betalen ze de waarborg terug of komen ze nog steeds achter uw rug de douche saboteren zoals mij eens overkwam? Ik volg het niet meer, maar ik hoop dat het niet meer het geval is tegen dat mijn kroost het huis verlaat. Laat het ons weten!
© 2007 GENTBLOGT VZW
wow eve, ;-) nice nice nice!
merci merci merci
Wel wel wel, dat leest als een duo van bestseller en thriller.
spannend!!
Vree wijs!
Over hoeveel jaar ging het, vijf?
Wel als dit lees ben ik enerzijds gelukkig mijn (zware) studies braafjes bij mijn ouders afgewerkt te hebben.
Maar echt, gemeend, het ontbrak me echt aan improvisatie, fantasie, en …. revolte?
Mooi Eve dat ge het zo hebt kunnen beleven zonder hopelijk te veel kleerscheuren, hoop ik.
Amai, ik moet geen lief hebben ze!
Geen kleerscheuren, Jean-Marie. En enorm sedentair geworden.
Een beetje té sedentair eigenlijk. Maar inderdaad, geen kleerscheuren!
Zeg Eve, was dat telkens hetzelfde lief dat ze niet konden uitstaan ?
Miljaar Roland, dat is wel lang geleden, dat weet ik niet meer ze.
Haha, het logestraatje! Krijgen we daar een vervolg op?
Nog kotverhalen! Subliem!
Jaaah, super verteld! wil nog meer vanda!
Salinger in Gent..wonderlijk verteld. Die zes weken Barçelona, zit daar ook geen verhaal in?
Het raam waarover je het hebt stond dan ook wagenwijd open en de muziek kon je van ver horen.
Al heb je dat bewuste jaar ook een poging gedaan om te blokken op St Kwintensberg, of was het van bij het begin de bedoeling om U2 literatuur door te nemen?
Yep, ter ontspanning he Yves..wat was er nu weer mis met die posters en die parafernalia..er hing een luchtje aan…..
Ook muizen, gelijk in dat ander kotverhaal?
hihi, de brandlucht die hing in die dozen was echter niet afkomstig van het afbranden van een kot, maar mijn ouderlijk huis. Waardoor mijn kot, nog voor ik er woonde mijn huis werd. (Het huis brandde af op 1 augustus, de dag dat ik op mijn kot in St-Kwintensberg binnen mocht) De bewuste dozen staan nog steeds op mijn zolder, de brand geur is er nu 16 jaar later nog niet uit. Maw geen muizen, alhoewel het vermoedelijk over het zelfde kot ging van het ander verhaal. En al was ik toen DJ, ik heb nooit gedraaid op kot, daar wou ik rust.
(Had er ook geen geld voor aangezien ik na den brand van het OCMW leefde.)
Je vergat ook te vermelden dat je de caruso regelmatig verliet om een niet te nader te noemen muziekant van soep te voorzien. In elk geval ben ik blij dat je eet -studeer tafel niet mee kon naar je nieuw huis, want het dient nog steeds uitstekend als bureau.
Inderdaad, dat was toen Bono ondergedoken was in de kelder van Els. Of was het Salman Rushdie? Ik ken E. in post-kotomstandigheden en ze was altijd aan het koken en ik kwam tegen etenstijd. Nu durf ik dat toegeven.
Dat Bono haar heeft opgebeld tijdens een optreden en Pizza’s besteld dat wist ik ;-) , maar dat hij daar ook ondergedoken leefde is nieuw voor mij.