Caermersklooster: rondleiding
Die avond, in het Gentblogt-redactielokaal, zei Tessa dat ze voor de Patersholfeesten een stukje geschiedenis zou willen schrijven over het Caermersklooster.
Of één van de fotografen tijd zou hebben om het klooster op de gevoelige plaat vast te leggen, en zeker ook een fotootje te trekken van de merkwaardige houten consoles onder de dakrand van de voorgevel, die met barokke duivelskoppen versierd zijn.
Duivelskoppen? Dat klonk interessant, en dus vrijwilligerde ik mezelf om foto’s te gaan nemen. Waarop Peter opmerkte “Caermersklooster? Probeer in de kapel achteraan te geraken. Daar staat een fresco op de muur en als ik mij niet vergis zijn er ook balksleutels die de moeite waard zijn.” En Charles: “Ja, en ook de tuin is mooi, om van daaruit foto’s te maken van het gebouw”.
Het duurde dan ook niet lang voor iemand de logische vraag stelde—Tessa was de eerste: “goh… zou een rondleiding in het Caermersklooster geen goed idee zijn..?”
Mijn eerste herinneringen aan het Caermersklooster dateren van ergens in de jaren 80, denk ik. Het complex lag er helemaal verkommerd bij, en het staat me bij dat het er toen levensgevaarlijk was, met niet alleen brandnetels en glas en roestige spijkers overal, maar ook krakers en weerwolven en drugsverslaafden en dergelijke. Het was, met andere woorden, een groots avontuur om er in het donker rond te waren, na avondlijke escapades in de stad.
Ik kon me toen eerlijk gezegd weinig anders voorstellen dan dat het de weg van zoveel ander erfgoed zou opgaan: verrotting, verruïnering, verkruimeling, en uiteindelijk afbraak.
Maar nee: in de jaren negentig werd het complex grondig aangepakt, en nu heet het officieel het Provinciaal Centrum voor Kunst en Cultuur. In het Oud Huis, de Lange Gang en de monumentale kerk worden sinds september 1998 allerlei culturele manifestaties gehouden: zo gingen we tijdens de Gentse Feesten nog kijken naar Het ABC van de volkstuin.
Tijd voor nog een bekentenis: in mijn gedachten was het Caermersklooster niet veel meer een groot, wat saai kerkachtig gebouw aan de rand van het Patershol. Met de tentoonstellingen in het achterhoofd, stond het me bij dat het daar binnen een nogal kale ruimte was, en dat het met die kerk en een gang zo ongeveer gedaan was met wat er te zien was.
Niets is minder waar — het volstaat om even naar het plan van de site te kijken:
Een lappendeken van gebouwen en bouwsels, van het begin van de dertiende eeuw tot het midden van de achttiende, waarvan een deel (modern!) gerestaureerd is, en een heel deel nog moet aangepakt worden. In het midden van de stad, iedereen komt er ongetwijfeld regelmatig voorbij—en toch, vermoeden wij zo, hebben nog niet veel mensen het allemaal gezien. En nog minder mensen hebben boeiend uit de doeken gedaan gekregen door iemand die weet hoe het allemaal zit.
Het was alweer een tijdje geleden dat we nog een rondleiding hadden gedaan met Gentblogt. Wel: het is weer zover! We leven aan de snelheid van het licht tegenwoordig: een mailgesprek met Elke Aerts van BOEKjeBEZOEK later, en we hadden een rondleiding geboekt.
Afspraak op zaterdag 11 augustus om 10 uur aan het Caermersklooster, Vrouwebroersstraat 6, 9000 Gent. Reken op een goed anderhalf uur rondleiding.
Reserveren!
U stuurt een e-mail naar ons adres, met daarin het aantal personen én u stort vijf euro per persoon op de rekening van Gentblogt (001-4799624-43 op naam van Gentblogt vzw, Moestuinstraat 5, 9000 Gent).
Let wel: u bent pas ingeschreven na betaling van het inschrijvingsgeld. Op de overschrijving vermeldt u in de zone ‘vrije mededeling’: 2007-003 (Caermersklooster).
© 2007 GENTBLOGT VZW
“verrotting, verruïnering, verkruimeling, en uiteindelijk afbraak…”: het eerste pandhof bevindt zich nog steeds in dit dramatisch scenario, met een stalen dak erboven die de indruk wekt dat men “ermee bezig is”. De binnenplaats werd zelfs onlangs gebruikt voor een “cinematent”, in het kader van de succesvolle Stanley Kubricktentoonstelling.
‘k Ben eigenlijk feitelijk wel benieuwd geworden nu, ondanks mijn heilige schrik van kloosters en kerktoestanden.
Wat hebben kloosters toch als chrikwekkend? Ik heb jaren in mijn jeugd met kloosters, nonnekes en paters, kerken en misdienaars contact gehad en nooit negatiefs ervaren. En ik ben zeker geen masochist, maar eerder levensgenieter.
Bekijk die dingen en ideeën, ruimten en mensen positief, kritisch, en nooit kunt ge het u beklagen.
Puur op gebouwvlak hé Jean Marie (laat ons de geloofskwestie meteen buiten beschouwing laten): Ze zijn koel en kil en nodigen niet uit om er gezellig in rond te hangen. Er is bijna geen greintje liefheid in aanwezig, alleen maar kwade/bange mensen die in het aanschijns van hun Heer niet meer kunnen/durven lachen. Kerken en kloosters zijn vaak vuil en bruin en kosten de belastingbetaler handenvol geld om dan vervolgens maar op uitgekiende tijdstippen toegankelijk te zijn.
Misschien moeten we onze minister van Cultuur maar eens aanspreken om alle clericale gebouwen in het Vlaanderenland te bekleden met roze pluche en schapevelletjes. Je zult zien, al die boze en bange gelovigen zullen opeens lachend in elkaars armen vallen en eindelijk van het échte leven genieten!
Zo kunt ge’t natuurlijk ook bekijken. Mijn ervaring was die van lachende nonnen, van sluwe maar sympathieke paters en broeders.
Ik kan begrijpen dat die soberheid en strengheid sommigen kan afschrikken, maar de meest hachelijke lokalen zijn voor mij altijd die van de vroegere administratieve gebouwen geweest: de Kromme wal, de Willem Tellstraat(waar vroeger de fietstaxe/fietsplaque betaald werd), het kadaster in de Pelikaanstraat, sommige stations waren ook eerder moordplaatsen….enz. Ik vermoed dat velekloosters binnen afzienbare tijd weer een open functie zullen krijgen, en dan zal de kleur ook mee evoluëren.
En de binnenkoer tussen infirmerie (gebouw in het rood), brouwerij en brouwershuisje is hét zenuwcentrum van het International Puppetbuskersfestival (Gentse Feesten)
Terugkomend op het Caermersklooster: daar heb ik een deel van mijn jonge jaren doorgebracht. Eerste ontdekking: ‘diene’ gang en ‘diene’ trap: nog in archivuile en verloederde staat, met een oorspronkelijke originele geheimzinnige sfeer en geur van de uitvloeisels van middeleeuwse hygiëne. Daar onder die trap huisde eens Jean-Pierre Cassel in angst in de film “Malpertuis” van Harry Kumel, geïnspireerd door Jean Ray.
Vrienden van mij hadden het idee de onbewoonbare kelder onder de Sint-Jorisgilde te huren om een jazz-club in te richten, de “Agora”. Het huishuurgeld ging naar de kerkfabriek van “tseleskest” via bouwmaterialen Messiaen.
Het was er daar zo ondiep dat die kelder moest uitgegraven worden. Er werden menselijke beenderen gevonden maar geen hoofden. Dagen naéén werd er gegraven. Uiteindelijk was in de zomer van 1962 of 63 de ruimte bijna bruikbaar, en gelukkig maar, want men wilde met een paar vrienden een jazz-orchestje inhuren om Amerikaanse vrienden te verwelkomen, dit in een avant-première sfeer. Ik denk dat Rudy Balliu die avond kwam spelen. Ons clubje heette: “le Hot Club de Gand” (Waar heb ik dat ergens nog gelezen?). Onze groep vrienden telde een paar zwaar, historisch geladen namen uit onze Gentse geschiedenis, van vroeger en nog veel vroeger. De club Agora ging een jaar of twee mee, maar kreeg dan voorstellen om intensiever te functioneren, en men ging er dan op in. En dat vertel ik dan nog eens later….
Het stalen dak boven het gedeelte in de Vrouwebroerstraat dient om insijpeling
van water tegen te gaan om verdere aftakeling tegen te gaan. Naar het schijnt
word de restauratie binnenkort verder gezet.
We mogen u dus verwachten op de rondleiding Jean Marie?
neem knoflook mee! Ah neen, ik ben mis, mis..
lap, nu mogen we nog een steunfonds oprichten ook.
ja inderdaad. Wat ik hier nog maar pas weet, dankzij San en Veerle. Wat ik wél weet is dat ginds vroeger nogal wat mensen woonden in cite-huisjes toch?
Ooit ben ik zelfs naar een benefietfuif geweest in het klooster. Alle, in een stukje ervan. Jammer genoeg weet ik niet meer voor wat of wie..
Onmogelijk nu al beslissen: vier verjaardagen na mekaar, zeer zwaar om vieren…
Jean Marie,
Is dat dezelfde kelder waar er later een dancing heeft gezeten?
Inderdaad, maar het was niet zomaar een dancing, het had wel een culturele roeping, en het publiek was niet toegelaten, men moest lid zijn van de vereniging.
Veel later werd het een dancing.
Ge zult u al moeten haasten want er zijn maar twee plaatsjes meer vrij :-)
En daar ben ik net mee gaan lopen…
Jean-Marie is dus niets veranderd he. Verjaardagsfeestjes, fuiven…niet moeilijk dat je dan niet mee kunt:-)
Toch liever vieren dan treuren, of niet?
Maar Eve, als ik neut heeft men opmerkingen, als ik feest heeft men opmerkingen, op den duur ga ik men eigen nog interessant vinden, en dat zou wel spijtig zijn…
En daarbij, als ik vier, doe ik dat in alle stilte.
Zoekend naar de naam van die dancing, die ik overigens niet teruggevonden heb, kwam ik volgend stukje tegen dat oa over die kelder gaat:
http://www.gmk.be/ned/maarnormaal/mn03_07.htm
Ze heeft er wel een :-) bij gezet! Dat u dit niet ernstig moet nemen!