Vergeten schrijvers: Pliet van Lishout (3)

vrijdag 28 september 2007 9u12 | Daniël van Ryssel | 5 reacties
Trefwoorden: , .

Gentblogt pakt uit met zijn eigen literaire lente die meteen in de zomer en de herfst doorloopt. Daniël van Ryssel, lange tijd redacteur van het tijdschrift Yang, is voor ons in zijn uitgebreide archieven gedoken. Hij heeft een reeks mooie stukjes geschreven over literaire figuren die op de achtergrond zijn geraakt, maar ooit een rol van enige betekenis hebben gespeeld.

Pliet van Lishout is de vijfde in een rij vergeten schrijvers die weer voor het voetlicht worden gebracht. In dit derde stukje heeft Daniël van Ryssel het over zijn laatste levensjaren.

Pliet van Lishout Ik heb Pliet pas in zijn laatste levensjaren persoonlijk leren kennen. Hij woonde toen in Rhisnes, was gehuwd met Madeleine, een Waalse, en had twee dochters. Hij had een nummer van Yang in handen gekregen en reageerde op een bijdrage bij het overlijden van Man Ray. Volgens hem waren wij het enige tijdschrift dat daar aandacht aan besteedde en als Gentenaars onder elkaar kreeg dat uiteraard zijn goedkeuring. Daaruit is tot aan zijn dood een intense briefwisseling ontstaan. (Jammer genoeg heb ik bij nog maar eens een verhuis al mijn mappen briefwisseling met Gust Gils, Fernand Auwera, Eddy Van Vliet, Pliet Van Lishout en talloos veel anderen in de papiercontainer gekieperd. Per vergissing uiteraard.) Ik herinner me dat hij telkens onmiddellijk reageerde op alles wat ik schreef of vroeg. Hij eiste van mij hetzelfde. Als hij een dag te lang moest wachten, kreeg ik al dadelijk een nieuwe brief om aan te dringen op een antwoord.

Hij bood zelf aan fragmenten te publiceren uit zijn dagboek. Pliet moet reeds als puber een dagboek hebben bijgehouden. Doch pas vanaf 1962 liet hij die losse blaadjes niet meer slingeren. Zijn onuitgegeven, maar grotendeels in Yang gepubliceerd dagboek Flarden van mijn levens beslaat dan ook alleen de laatste twintig jaar van zijn leven.

In de late jaren zeventig waren we naast de Yang Poëziereeks ook gestart met de Yang Toneelkahiers en na uitgaven van Achilles Gautier, Omar Robinon en Fernand Handtpoorter, kwam de idee naar voor een kahier samen te stellen met eenakters rond een zelfde thema: kamers. Pliet was dadelijk tot medewerking bereid en bood de burleske Nette kamers te huur aan, een stuk geschreven in 1949, opgevoerd in 1949 en 1964, maar nooit uitgegeven. Merkwaardig genoeg is dat ook de enige toneeltekst van Pliet die ooit is gepubliceerd.

In 1980 is hij op een zondag in juli naar de Gentse Feesten gekomen omdat hij uitgenodigd was op een van de middagen van Artistiek Aperitief. Dat was voor mij tevens de eerste keer dat ik Pliet in levenden lijve zag. Ik herinner me dat ik me de eerste ogenblikken wat onwennig voelde: hij, die veertig jaar geleden in Gent de grote meneer was geweest, “de Vlaamse Dostojevski”, bruisend van literair talent, levendrift en enthousiasme, bij iedereen goed bekend en graag gezien… en die hier nu, ontworteld, vroegoud geworden, lichamelijk afgetakeld en waarschijnlijk behoorlijk ontgoocheld omdat hij de laatste tientallen jaren bij alle uitgeverijen steeds weer geweigerd en bij toneelgezelschappen afgescheept werd, voor de niet ingewijden alreeds een vergeten auteur en totaal onbekende persoon, voor mij stond… bij de jongeren van Yang, die hem nabij stonden omdat ze in hem geloofden, zijn toevlucht zocht om wat bijna as was en wat hij nog te bieden had nieuw vuur in te blazen. Het is een mooie middag geworden en we hebben daarna nog uren van elkanders gezelschap mogen genieten.

Op een bepaalde dag heb ik hem voorgesteld een nummer van Yang samen te stellen over het cultureel klimaat in Gent onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog. Behalve als dandyeske mooie man, man met een sprankelende geest, vlotte prater en succesvol literator moet hij als redacteur van Het Laatste Nieuws ook een sociaal figuur zijn geweest die overal goed werd onthaald en van alles op de hoogte was. Hij was als deelnemer en ooggetuige met een vlotte pen de enige die mijn voorstel tot een goed einde kon brengen. Enthousiast zoals steeds kreeg ik prompt een antwoord dat hij het een interessant onderwerp vond, dat hij met heel veel plezier wou uitwerken, ondanks de afstand in tijd en ruimte. Maar hij had een goed geheugen en veel fantasie en hij kon daar zeker iets van maken dat de moeite zou lonen. Jammer genoeg was zijn gezondheidstoestand toen al in die mate slechter geworden, dat hij niet meer de kracht had aan dat project te beginnen.

De roman “Verhaal zonder einde” die hij aan Carlos De Vriese had voorgesteld samen te schrijven is om dezelfde reden niet verder geraakt dan een aanzet. In dat stadium te voorspellen en bijna onvermijdelijk. Tijdens zijn leven heeft hij plannen en ideeën gehad voor zeker een vijftiental toneelstukken en verschillende romans, helaas, allemaal nooit geschreven. De auteur van een onvoltooid oeuvre. Maar… hij heeft uitbundig geleefd! Il a brulé la chandelle par les deux bouts.

De laatste keer dat ik Pliet heb gezien, was een paar weken vóór zijn dood, in maart 1982. Hij lag toen in het ziekenhuis in Namen. Midden december van het jaar voordien had hij nog een allerlaatste aantekening in zijn dagboek geschreven. Ongetwijfeld zat zijn hoofd nog vol literaire ideeën en plannen en ben ik ervan overtuigd dat hij is heen gegaan met de gedachte dat hij zijn beste werk nog moest schrijven. Maar nu kon hij niets meer, hij leed aan botkanker en zijn vingers zouden breken als hij een pen zou vasthouden. Hij wist dat het einde voor heel binnenkort was, dat hij van iedereen en alles afscheid zou moeten nemen. Ik heb hem toen gezegd dat ik al het mogelijke zou doen om wat hij nog had liggen in Yang te publiceren en zijn naam en faam levendig en in ere te houden. Waarschijnlijk had ik toen al in mijn achterhoofd het idee om zoveel mogelijk literatoren en mensen die hij heeft gekend te mobiliseren om een in memoriam nummer over hem samen te stellen. We hebben waardig en zo hecht als broeders met elkaar kunnen omgaan van elkaar afscheid genomen. Op de terugweg had ik het tevreden gevoel dat ik, behalve zijn broer en zus, wellicht de enige Gentenaar ben geweest die hem nog een laatste bezoek heeft gebracht.

© 2007 GENTBLOGT VZW

5 reacties »

  1. Reactie van Van Lishout Anne

    Bonjour,

    Je suis la fille ainée de Pliet Van Lishout et je suis tombée par hasard sur votre article. Je serais intéressée par vous contacter. Malheureusement, je ne parle pas le néerlandais… Je parle un peu l’anglais. J’espère de vos nouvelles très bientôt,
    Bien à vous,
    Anne Van Lishout

  2. Reactie van Van Lishout Anne

    Voici mon email : annevanlishout@gmail.com
    Merci

  3. Reactie van ilse

    ontroerend stuk, daniel.

  4. Reactie van Herb

    dat er zoveel Vlaamse schrijvers worden vergeten, heeft er ook mee te maken, dat ze meestal slechts in het Nederlands te lezen zijn, dus een zeer beperkt leespubliek bereiken. Misschien moet men toch eens erover nadenken of men niet meer inspanningen doet om de Vlaamse schrijver internationaal bekent te maken door ze te vertalen.

  5. Reactie van Jean Marie DE WULF

    Waarom denkt ge dat de auteurs van vorige generaties in het Frans schreven?
    Nu hebben we misschien waardevolle schrijvers die het in het Engels proberen.
    Ons taalgebied is veel te klein om in onze huidige wereld betenis te krijgen.