Poëziefestival Dichter aan Huis. Een impressie

donderdag 18 oktober 2007 16u14 | Veerle | 1 reactie
Trefwoorden: , .

Mijn ‘kennis’ van poëzie is blijven steken bij de tachtigers en de van-nu-en-straksers, humanioraleerstof weet je wel. En bij Paul van Ostaijen, waar ik zelfs heel veel van hou. Maar de hedendaagse dichters ken ik niet. Hier en daar herken ik wel een naam maar een titel van een gedicht opnoemen, laat staan enkele beginverzen citeren, dat is te hoog gegrepen. En hoewel ik dolgraag lees, zal ik dus nooit naar een dichtbundel grijpen. Om diverse redenen. Bij mijn wederhelft idem dito.

Dichter aan Huis Eriek Verpale

Dit alles alleen maar om te zeggen dat we even twijfelden toen we kaarten voor het poëziefestival Dichter aan Huis (lees ook hier) konden bekomen, met het gevoel van ‘wij zijn eigenlijk geen poëziemensen’. Maar anderzijds geldt ook ‘onbekend is onbemind’ en bood het een uitgelezen kans op een kennismaking. Dus zegden we volmondig ja en stippelden we voor zaterdagnamiddag ons parcours uit. Want Dichter aan Huis is een poëziefestival – georganiseerd door de Stichting Dichter aan Huis (Den Haag) en het Poëziecentrum (Gent) – waarbij dichters voorlezen uit eigen werk. Niet in een theaterzaal maar bij mensen zoals u en ik thuis, in de intimiteit van de woonkamer. Vorig weekend streken veertig dichters neer in even zoveel Gentse woonkamers. Twintig op zaterdag en twintig op zondag (zie overzicht onderaan).

Toen we de kaarten ontvingen, met daarop het overzicht van de locaties van de lezingen en een handig stadsplannetje, begon het puzzelwerk. Je kon maximaal vijf dichters aan het woord horen en de criteria om te kiezen zijn wellicht even verschillend als er belangstellenden zijn: omdat je de dichter en zijn werk kent, omdat de naam van de dichter je iets zegt, omdat een dichter voordraagt bij mensen die je kent, omdat de locatie gemakkelijk bereikbaar is of gewoon omdat je nieuwsgierig bent en dat ene huis nu toch ons vanbinnen wil zien.

Dichter aan Huis Wij stipten Charles Ducal, Eriek Verpale, Paul Bogaert en Mustafa Stitou (foto) aan en lasten om diverse redenen in de loop van de namiddag voor onszelf een pauze in. Toen we rond kwart voor een bij het eerste adres aanbelden, voelde het wat onwennig om zomaar bij vreemde mensen binnen te gaan, maar naarmate de namiddag vorderde, ging dat als vanzelfsprekend. Overal werden we gastvrij ontvangen, met een kop koffie of glaasje wijn en een koekje of stuk cake. Gemiddeld waren er tussen 12 en 18 mensen aanwezig, wat op het eerste gezicht weinig lijkt, maar wat toch telkens voor een goed gevulde woonkamer zorgde. En als je ergens dezelfde mensen terugzag, dan voelde het aan alsof je bekenden tegenkwam, wat al snel leidde tot een babbeltje over de indrukken van de namiddag.

Op weg naar het tweede adres had ik wat het gevoel dat er te veel tijd verloren ging door de verplaatsingen en het zich installeren, en dat de dichter en zijn werk daardoor een beetje als in het niet verdwenen. Toen we ’s avonds in een gezellig Indisch restaurantje onze impressies de vrije loop lieten, kwam ik echter tot de vaststelling dat die formule wel efficiënt is. Doordat je weer naar buiten moest en je diende te verplaatsen naar een andere omgeving en andere mensen, gaf het je de gelegenheid om de poëzie in je op te nemen en te laten bezinken.

Dichter aan Huis Dichter aan Huis

Paul Bogaert

Tegelijk kon je je hoofd weer vrijmaken voor de volgende dichter: vier verschillende persoonlijkheden, vier verschillende stijlen, viermaal een andere sfeer. Er werd voorgelezen uit gepubliceerde bundels, uit een schrift met handgeschreven gedichten, van geprinte blaadjes en zelfs van de pc. Bij dat laatste kon het publiek de tekst volgen op het scherm, maar dan probeer je te luisteren en te lezen tegelijkertijd, en persoonlijk had ik het daar moeilijk mee. Bijzonder boeiend vond ik dan weer de persoonlijke verhalen, de aanleiding of context waarbinnen een gedicht tot stand kwam.

Dichter aan HuisAls u hier ook een bespreking van het werk van deze dichters verwacht, moet ik u teleurstellen want daaraan wil ik mij niet wagen. Er zijn veel geleerdere personen die daarvoor beter geplaatst zijn.
Ik wil wel meegeven dat we het voorrecht hadden om kennis te maken met vier boeiende en sterke persoonlijkheden die, naar ons gevoel, gedichten van hoogstaande kwaliteit brachten. En dat we ’s anderendaags in het Poëziecentrum de speciaal voor dit festival uitgegeven dichtbundel afgehaald hebben. Die ligt nu naast mij in de zetel en af en toe ‘proef’ ik daaruit een stukje. Mondjesmaat. Poëzie is sinds vorig weekend iets minder onbekend en meer bemind geworden.

En als geheugen voor de annalen geef ik hierbij het volledig overzicht van de aanwezige dichters.
Op zaterdag 13 oktober 2007 konden we gaan luisteren naar Ali Albazzaz, H.C. ten Berge, Paul Bogaert, Bart Chabot, Jozef Deleu, Charles Ducal, Erik Jan Harmens, Peter Holvoet-Hanssen, Tom Lanoye, Gwy Mandelinck (weggevallen), Neeltje Marie Min, Hagar Peeters, Bart Plouvier, K. Schippers, Koen Stassijns, Mustafa Stitou, Peter Theunynck, Vrouwkje Tuinman, Eriek Verpale en Menno Wigman.

Op zondag 14 oktober 2007 lazen Robert Anker, Mohammed Benzakour, Norbert De Beule, Tsjead Bruinja, Dimitri Casteleyn, Eva Cox, Bernard Dewulf, Luuk Gruwez, Geert van Istendael, Tjitske Jansen, Erik Lindner, Thomas Möhlmann, Ilja Leonard Pfeijffer, Frank Pollet, Alexis de Roode, Rob Schouten, Bart Stouten, Ivo van Strijtem, Hans Verhagen en Peter Verhelst voor uit hun werk.

© 2007 GENTBLOGT VZW

Eén reactie op Poëziefestival Dichter aan Huis. Een impressie

  1. Reactie van Eve

    Ik had Bernard De Wulf wel eens willen zien. Ik lees hem in De Morgen en ik zou hem eigenlijk eens willen zeggen dat hij zich niet zo veel zorgen moet maken over zijn dochter(s). De laatste column die ik las was zo pessimistisch dat ik er onnozel van werd. Of is dat poezie?