Werelddag van het Kind

dinsdag 20 november 2007 12u25 | Els Van Eeckhaut | 9 reacties
.

Al lang voor de wereldbol geteisterd werd door ‘vele dagen van‘ vanalles en nog wat, vierden wij op school al de Universele Dag van het Kind. Destijds, in dat duistere verleden was Unicef vrijwel de enige organisatie als het over kinderrechten ging. Dat is vandaag al helemaal anders. Er zijn vele NGO’s die begaan zijn met de rechten van het Kind, en er zijn bekende verenigingen die de belangen van kinderen behartigen. Vroeger bestond Child Focus bijvoorbeeld niet, en niet omdat er vroeger geen kinderen verdwenen, of omdat er minder boosaardige mensen waren, maar omdat er door de overheid minder aandacht aan besteed werd.

Vroeger stond ook Plan-België nog in de kinderschoenen, terwijl het net deze organisatie is die vandaag de coördinatie van de dag van het Kind in handen heeft. Zo is er deze avond op Jim TV (om 20 uur) een avondvullend programma over de rechten van het Kind, met Koen Wauters als presentator. Als je hier klikt, kan je er veel meer over lezen. Wij verontschuldigen ons alvast voor de moralistische toon van wat hier volgt, maar hm: lieve ouders, vandaag is het zoals gezegd Werelddag van het Kind, dus ‘t is niet meer dan passend dat uw kinderen vandaag de zapper mogen beheren, áls het tenminste is om naar Jim-TV te kijken.

Sedert de jaren zestig is er in de Europese welvarende landen een gigantische ontwikkeling op …ja, op alle vlak eigenlijk. De ontvoogding van kinderen en jongeren mag je zeker bij de grote emancipatorische stromingen rekenen en dat heeft effect in het onderwijs, in de juridische wereld en bij de opvoeding in het algemeen.

Daarmee is echter niet alles gezegd. De Rechten van het Kind zijn immers niet voor niets gemaakt, maar wel omdat deze rechten toen en nu ook nog, wereldwijd geschonden werden en worden.

Toen Kinderen voor Kinderen Een kind onder de evenaar, wordt later vaak een bedelaar zong, mocht dat Gooische accent dan wel heel erg pijn doen aan het doorsnee Vlaamse oor, de waarheid die achter dat liedje schuilt is in werkelijkheid veel gruwelijker, veel erger. Op wereldschaal zitten de hulpverleners met de handen in het haar, want waar vroeger de honger de grootste vijand was, sloop in de jaren tachtig het moordende AIDS gestaag maar zeker binnen in de wereld. Om onder meer duizenden moeders en kinderen te besmetten. Vandaag is Aids nog steeds niet te genezen, maar wel te behandelen. In het grote Zuid-Afrika, dat dankzij de vernietiging van de Apartheid aan het begin stond van een nieuw tijdperk, heeft men de strijd tegen de ziekte de facto bijna opgegeven.

In ons eigen land zijn duizenden kinderen het slachtoffer van huiselijk geweld, van verwaarlozing en van seksueel misbruik. Bovendien wordt er nog altijd te weinig aandacht besteed aan de grootste doder van kinderen in België: het verkeer.

Vandaar, zonder meer, voor wie ze wilt kennen en vooral voor alle kinderen van de wereld, gepresenteerd in een taal die voor kinderen leesbaar is, zie hier de rechten uit de Universele Verklaring voor de Rechten van het Kind:

Artikel 1
Kinderrechten tellen voor iedereen die jonger is dan 18 jaar. Zowel kleuters van 3 jaar als jongeren van 17 worden beschermd door het Kinderrechtenverdrag.

Artikel 2
Kinderrechten gelden voor alle kinderen. Niemand mag uitgesloten worden. Of je nu blank bent of zwart, arm of rijk, dik of dun, de kinderrechten zijn er ook voor jou.

Artikel 3
Wanneer volwassenen iets beslissen, moeten ze altijd goed nadenken of wat ze doen wel goed is voor kinderen.

Artikel 4
Alle landen in de wereld moeten ervoor zorgen dat de rechten die in het kinderrechtenverdrag staan ook echt gerespecteerd worden.

Artikel 5
De verzorging en de bescherming van kinderen gebeurt in de eerste plaats door hun ouders en hun familie.

Artikel 6
Kinderen hebben het recht om zo goed mogelijk te leven en op te groeien.

Artikel 7
Elk kind heeft bij de geboorte het recht op een naam en het recht om zijn ouders te kennen en door hen verzorgd te worden. Kinderen hebben ook het recht om in een land te wonen.
In België is dat allemaal goed geregeld. Je krijgt bij je geboorte een voornaam en de familienaam van je vader. Zo ben je officieel Belg.

Artikel 8
Ieder kind moet zijn naam, woonplaats en familie kunnen behouden.

Artikel 9
Elk kind heeft het recht om met zijn ouders samen te leven. Wanneer de ouders scheiden of niet meer willen samenleven, kan een kind niet langer bij zijn twee ouders wonen.
Als ouders hun kind mishandelen of verwaarlozen, krijgt het een nieuwe thuis. Toch behoudt het kind het recht te weten waar zijn ouders zijn en mag hij ze blijven zien. In elk geval moet geluisterd worden naar wat het kind zelf wil, vooraleer een beslissing genomen wordt.

Artikel 10
Om bij zijn ouders te zijn, heeft elk kind het recht om een land te verlaten en terug binnen te komen.

Artikel 11
Een kind mag niet zonder de toestemming van beide ouders meegenomen of vastgehouden worden in het buitenland want dat is ontvoering.

Artikel 12
Elk kind heeft recht op een eigen mening. Met die mening moet rekening gehouden worden. Bij een belangrijke beslissing die over het kind gaat, moet eerst zijn mening gevraagd worden.

Artikel 13
Ieder kind heeft recht op informatie. Het mag dus alles weten wat nodig is om een mening over iets te hebben. Elk kind mag zelf kiezen op welke manier het zijn mening met anderen wil delen: praten, schrijven of een tekening maken.

Artikel 14
Alle kinderen hebben het recht op een eigen mening over de mensen en de wereld om zich heen. Ze mogen in iets geloven en aanvoelen wat goed en kwaad is. Elk kind heeft recht op een godsdienst. De ouders mogen hierbij helpen, maar niets opdringen.

Artikel 15
Ieder kind heeft het recht om met anderen samen te komen of een clubje op te richten.

Artikel 16
Elk kind heeft het recht op een privé-leven. Niemand mag zonder toestemming zijn/haar brieven lezen of hem/haar een slechte naam geven.

Artikel 17
Ieder kind heeft recht op informatie. De kranten, radio, tv en het internet geven info waaruit kinderen iets kunnen leren. Volwassenen moeten ervoor zorgen dat kinderen niet naar programma’s of boodschappen kijken of luisteren die niet geschikt zijn. Er moeten boeken en programma’s op radio en tv zijn die speciaal voor hen gemaakt werden.

Artikel 18
Ouders moeten hun kind helpen opgroeien. Dat is zowel de taak van de vader als van de moeder. Als ouders dit niet alleen kunnen, krijgen ze hulp of zal iemand anders het in hun plaats doen.
Op de uren dat ouders werken, moeten kinderen naar een kinderopvang kunnen.

Artikel 19
Niemand mag kinderen slecht behandelen. Er moet voor gezorgd worden dat ze niet gepest of geslagen worden, ook niet door de ouders. Ze moeten altijd verzorgd worden als dat nodig is.

Artikel 20
Een kind dat niet bij zijn eigen ouders kan blijven, moet een plaats krijgen in een ander gezin of in een speciaal tehuis bij andere kinderen.

Artikel 21
Elk kind dat nooit meer bij zijn eigen ouders kan wonen, krijgt nieuwe ouders. Dat heet adoptie en kan alleen gebeuren met toestemming van de rechter en als het leven van het kind zo verbetert. Als adoptie in eigen land niet kan, krijgen kinderen nieuwe ouders in een ander land.

Artikel 22
Soms vluchten kinderen weg uit hun land omdat er bijvoorbeeld geen eten of oorlog is. Die kinderen hebben recht op hulp om te overleven en later hun familie terug te vinden.

Artikel 23
Elk kind met een handicap heeft recht op extra verzorging en dezelfde kansen als elk ander kind. Als het volwassen is, moet het zoveel mogelijk kunnen doen wat een niet-gehandicapt kind kan. De ouders van een kind met een handicap moeten speciale hulp krijgen om het te verzorgen.

Artikel 24
Ieder kind heeft het recht om gezond te zijn. Alles wat slecht is voor zijn gezondheid moet verboden worden.
Ouders moeten de nodige bescherming bieden tegen ziektes en ongevallen. Als een kind ziek is, moet het naar de dokter kunnen. Zwangere vrouwen en pasgeboren baby’s hebben recht op speciale zorg om te voorkomen dat ze sterven.
Alle kinderen hebben recht op drinkbaar water en eten.
Kinderen mogen geen gevaar lopen door milieuvervuiling.
Volwassenen en kinderen hebben het recht om te weten hoe ze hun gezondheid kunnen verbeteren.

Artikel 25
Elk kind dat niet bij zijn ouders woont, moet goed behandeld worden. Dit onder het toeziende oog van de overheid.

Artikel 26
Geen enkel kind mag in armoede leven. Ouders die geld tekort hebben, moeten hulp krijgen.

Artikel 27
Ieder kind moet voldoende kansen krijgen om goed op te groeien. Als ouders het moeilijk hebben om aan gezonde voeding, genoeg kleding of een goed huis te raken, hebben ze recht op hulp.

Artikel 28
Elk kind heeft het recht, en de plicht, om tot een bepaalde leeftijd naar school te gaan. Sowieso hebben kinderen er voordeel bij dat ze zo lang mogelijk naar school kunnen gaan en dat ze zich er goed voelen.
Voor kinderen die jonger zijn dan twaalf jaar, moet onderwijs gratis zijn.

Artikel 29
Kinderen moeten op school van alles kunnen leren. Over de rechten van de mens bijvoorbeeld of over respect voor mensen die een andere taal spreken of uit een ander land komen. Maar ook over respect voor de natuur. Naar school gaan is belangrijk omdat het kinderen voorbereidt op het leven als volwassene.

Artikel 30
Elk kind heeft het recht om in een ander land zijn eigen taal te spreken, samen te komen met andere mensen van dat land en te kiezen voor zijn eigen gewoontes en godsdienst.

Artikel 31
Ieder kind heeft recht op rust en vrije tijd (spelen, sporten, met kunst bezig zijn).

Artikel 32
Kinderen hebben het recht om beschermd te worden tegen zwaar, gevaarlijk of ongezond werk. Het mag hen niet beletten om naar school te gaan. Indien kinderen werken moet dat in een veilige omgeving gebeuren en voor een degelijk loon.

Artikel 33
Kinderen moeten beschermd worden tegen drugs. Ze mogen ze niet kopen, verkopen of zelf maken. Ouders mogen hun kinderen niet het slechte voorbeeld geven.

Artikel 34
Niemand mag een kind gebruiken voor seks. Foto’s en films van naakte kinderen maken, is verboden.

Artikel 35
Volwassenen moeten ervoor zorgen dat kinderen niet ontvoerd of verkocht worden.

Artikel 36
Volwassenen mogen kinderen niet verplichten om iets te doen dat schadelijk is.

Artikel 37
Kinderen die iets mispeuterd hebben, mogen nooit in dezelfde gevangenis als volwassenen opgesloten worden. Opsluiting kan pas als het echt niet anders kan en dan alleen als ze goed behandeld worden, hun ouders mogen zien en indien nodig hulp krijgen.
Ze kunnen nooit de doodstraf of een levenslange gevangenisstraf krijgen of gefolterd worden.
De rechter, politie en gevangenisbewakers moeten zich aan alle regels houden.

Artikel 38
Geen enkel kind, jonger dan 15 jaar, mag soldaat worden en vechten in een oorlog. Kinderen die in oorlogsgebied wonen, hebben recht op extra bescherming en verzorging.

Artikel 39
Alle kinderen die slecht behandeld geweest zijn of iets vreselijks hebben meegemaakt, hebben recht op speciale hulp.

Artikel 40
Een kind dat verdacht wordt van een misdaad moet correct behandeld worden. Er moet steeds bewijs zijn dat het kind de dader is. Elk kind heeft in dat geval recht op een advocaat. Opsluiting mag alleen als het echt nodig is.

Artikel 41
Als de wetten van een bepaald land kinderen nog meer rechten geven dan in dit verdrag staan, hebben die wetten voorrang.

Artikel 42
Volwassenen moeten andere volwassenen en kinderen zoveel mogelijk vertellen over het bestaan van kinderrechten en het Kinderrechtenverdrag.

Artikel 43
In elk land moet een groep mensen worden gezocht die veel over kinderen en hun rechten weten. Deze specialisten waken erover dat de kinderrechten gerespecteerd worden.
Die kinderrechtenspecialisten zitten samen in het “Comité voor de Rechten van het Kind” en komen regelmatig samen. Ze lezen alle teksten die de landen opsturen en geven hun opmerkingen.

Artikel 44
De ministers moeten teksten schrijven waarin ze bewijzen wat ze in hun land doen voor de kinderrechten. Deze teksten worden naar het “Comité voor de Rechten van het Kind” gestuurd.

Artikel 45
Het is de bedoeling dat iedereen samen werk maakt van de kinderrechten overal ter wereld.

Artikel 46
Elk land, waar ook, mag het kinderrechtenverdrag ondertekenen.

Artikel 47
In elk land moeten alle ministers akkoord zijn om het verdrag te ondertekenen.

Artikel 48
Als een nieuw land wil meedoen, moeten de Verenigde Naties hun toestemming geven.

Artikel 49
Het verdrag begint te tellen een maand na de goedkeuring en ondertekening.

Artikel 50
De ministers van elk land kunnen voorstellen om een deel van het verdrag te veranderen. Daarover moet dan wel eerst gestemd worden door de Verenigde Naties. Pas bij een meerderheid van stemmen wordt het voorstel aanvaard.

Artikel 51
Sommige ministers laten in het verdrag opschrijven dat het in hun land moeilijk is om alle kinderrechten te respecteren. De Verenigde Naties mogen op dat ogenblik alsnog weigeren om dat land toe te laten.

Artikel 52
De ministers van een land kunnen per brief aan de Verenigde Naties laten weten dat ze niet meer meedoen met het verdrag.

Artikel 53
Alle ondertekende kopieën van het verdrag worden achter slot en grendel bijgehouden door Ban Ki-moon, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.

Artikel 54
Het allereerste verdrag wordt streng bewaakt en bewaard door Ban Ki-moon.

Dit artikel werd geschreven in toepassing van Artikel 42 van dit Verdrag.

© 2007 GENTBLOGT VZW

9 reacties »

  1. Reactie van Veerle

    Een vraagje (gewoon ter info): heeft ons land dit verdrag reeds goedgekeurd en ondertekend?

  2. Reactie van marc

    ik denk het wel. als ik me niet vergis is er in Houffalize zelfs een museum aan gewijd.

  3. Reactie van Bruno

    Jawel, ons land was er reeds vroeg bij (ratificatie van het verdrag was eind 1991). Momenteel hebben nog maar twee landen het verdrag niet geratificeerd (wel ondertekend): de VS en Somalië.

  4. Reactie van Eve

    Mocht België dat niet gedaan hebben, dan zou ik te beschaamd geweest zijn om dit artikel te schrijven.

  5. Reactie van Anton

    Ik heb blog noch website, maar ik vind het een schitterend voorstel dat de bloggers vandaag ook eens aandacht zouden geven aan de Universele Dag van het Kind.

  6. Reactie van Jean Marie DE WULF

    Sorry Eve, uw artikel was mij te lang om volledig te lezen, maar gezien het van u komt moet het wel allemaal juist zijn. Ik vind het gewoon zielig dat men met dergelijke bepalingen, omschrijvingen men er de mensen op moeten wijzen op hun plichten tov een kind. Ik dacht dat er ergens een natuurwet bestond.

  7. Reactie van annelissen.be

    De wereld is verdeeld in extremen. Hier bij ons lijkt het of sommige kinderen bijna te veel rechten hebben (zeker nu rond sinterklaas). Maar zij verlichten de pijn van de minder begoeden jammer genoeg niet, wel integendeel.
    Zo lang de rechten van een enkel kind geschonden wordt, heeft de dag van het kind zin. Volhouden dus.

  8. Reactie van Roland

    OK Eve, maar er moet hier en daar toch nog wat gebeuren om dat verdrag 100 % te laten verlopen in België.

  9. Reactie van Gerrit

    Jammer dat men enkel aan kinderen over deze rechten vertelt.Het zijn de volwassenen die ze moeten kennen, en anderen er op wijzen als ze worden geschonden. Noem mij dan ouderwets,maar als ik zwangere vrouwen zie roken, vind ik dat schandalig. Begin niet met kinderen als je er niet klaar voor bent, is ons devies. Zorg er voor dat je een beetje een inkomen hebt, dat je hygienisch leeft en gezond bent. Niet zoals de vele koppels die verslaafd zijn en toch aan kinderen beginnen. Of ouders die lekker doorgaan met XTC- gebruik en het nachtleven als ze kinderen hebben. Een kind is geen robotpop, waar je mee kunt doen en laten wat je wilt.