Van Bruhhelink tot Gentenoar
Het verleden is iets voor historici en mensen die in het heden niks boeiend meer meemaken en dit proberen te verdoezelen door constant over het verleden te praten. Enfin. Historici en ouwe mensen dus. Maar aangezien dit artikel over mijn leven in Gent gaat, heb ik weinig andere keuze dan een korte samenvatting van mijn leven de voorbije jaren te geven. Maar hou dus in het hoofd dat ik in het heden nog constant boeiende en opwindende dingen meemaak. Zo ben ik er gisteren in geslaagd om de veter van mijn linkerschoen kapot te trekken net voor ik naar mijn werk wou vertrekken, waardoor ik een ganse constructie van draadjes en knopen heb moeten opzetten om die schoen toch maar toe te krijgen. Maar we dwalen wat af eigenlijk.
Na mijn laatste jaar op het Sint-Lodewijkscollege, een middelbare school net buiten het pretpark Brugge-Centrum, besloot ik in 2001 om informatica te gaan studeren in Gent, een stad waarvan ik tot op dat moment enkel Wondelgem kende en men kan veel zeggen over Wondelgem, maar saai vat het meestal mooi samen. Mensen die nu al een boze reactie willen achterlaten, ik lach straks nog met KAA Gent, even geduld nog. Spijtig genoeg mocht ik pas op kot als ik mijn eerste jaar hoger onderwijs met succes zou beëindigen, dus heb ik de eerste twee jaren nog mogen pendelen (de goeie verstaander begrijpt dat mijn academisch verleden niet zo vlotjes begonnen is). Maar toen kwam het najaar van 2003 en was ik van plan om de rest van mijn leven in Gent te blijven. Wat ook zo was, behalve weekends, vakanties en die keer dat ik appendicitis kreeg tijdens een rondreis in Kroatië en ik vervolgens een ganse maand thuis in de zetel heb gelegen.
Hoe leuk het kotleven ook was, met zijn gemeenschappelijke douches, toiletdeuren die niet op slot konden en kotgenotes die studentenverenigingen oprichtten in de keuken om half vier des nachts, toen ik in mei 2007 werk vond in Zwijnaarde begon ik onmiddellijk met de zoektocht naar een appartement. Wat ik ook vrij snel vond en sinds augustus woon ik dan ook in een appartement aan de Groene Vallei, samen met collega-Gentblogger Joke, een volstrekt intellectuele en non-fysieke relatie, laat dat duidelijk zijn. Maar daar bleef het niet bij, want ik was niet van plan om nog langer als een toerist rond te lopen in Gent, neen, als de politie mij tegenhoudt, wil ik als Gentenaar berecht worden. Gelukkig moest ik daarvoor niet naar het stadhuis en hoefde ik dus nergens uren aan te schuiven om vervolgens nog te moeten wachten tot ze een tolk voor mij vonden, want dat kan allemaal online via het publieksloket, gewoon je verblijfsplaats, rijksregisternummer en volledige naam ingeven en aanduiden wanneer je bereikbaar bent op je adres, iets wat ze nodig hebben om te weten wanneer de wijkagent kan langskomen en dus niet bijgehouden wordt om te zien of je een sociaal leven hebt.
Vanaf dan vraagt het proces wel een grotere inspanning van de aanvrager. Zo moet je echt proberen thuis te zijn op de uren die je hebt aangegeven en moet je dus ook de deur open doen voor de wijkagent, erg dringend naar het toilet moeten of niet (ik spreek uit ervaring). Het bezoek van de wijkagent is kort en bijna aangenaam, wat niet overeenkomt met mijn voorgevoel, waarbij ik dacht dat hij aan mijn beddengoed zou ruiken om te zien of ik er wel ingelegen heb. Al een geluk dat hij mijn koelkast niet opendeed, want veel meer dan blikken Redbull Light en een fles ketchup staat er niet in. De agent vraagt om wat documenten te tekenen waarmee je bevestigt op het adres te wonen, deelt mee dat je twee weken later een brief van de stad Gent zult ontvangen en springt weer op zijn fiets.
Twee weken later zat er inderdaad een brief van de stad Gent in de brievenbus, waarin mij gevraagd werd om langs te komen op de dienst Bevolking, Woodrow Wilsonplein 1. Toen er mij een aantal jaren geleden iemand vertelde dat het plein dezelfde naam heeft als de 28ste president van de Verenigde Staten, was mijn eerste reactie, “wie noemt er nu zijn kind naar een plein?”, iets wat grappiger was op het moment zelf en in mijn hoofd, duidelijk. Zoals elke zelfrespecterende openbare instelling, is de dienst Bevolking enkel open op uren wanneer normale mensen ofwel nog in hun bed liggen ofwel aan het werk zijn, hun goed recht, maar hierdoor liep mijn integratie wel nogal wat vertraging op. Maar zo’n goeie drie maanden na het ontvangen van de brief, had ik deze donderdag eindelijk tijd om mijn identiteitskaart te laten aanpassen.
Als u zelf ook van plan bent om Gentenaar te worden, of u bent verhuisd en wil uw adres laten aanpassen, let dan goed op. Als u op de dienst binnenkomt, moet u rechts voorbij de balie zijn. En dus geen nummertje trekken voor de loketten links, zoals Joke deed, om dan pas na een halfuur te beseffen dat de wachtenden voor haar niet erg vlot Nederlands spraken. Ikzelf mocht mij onmiddellijk aanbieden aan één van de twintig loketten, waarvan er maar acht gebruikt werden, de dame vroeg mij om mijn identiteitskaart in de kaartlezer te steken, mijn pincode in te geven (tip: gebruik dezelfde pincode als uw bankkaart, dat onthoudt u beter), ze paste mijn gegevens aan en mijn nieuwe identiteit was een feit. Mij nog even bij de balie aanmelden voor mijn welkomspakket (of zoals zij het noemen, het EHBG-koffertje), bestaande uit:
- een uitnodiging van de burgemeester in het Stadhuis voor 14 december
- informatie over de verschillende diensten van de stad Gent
- een overzicht van alle musea in Gent
- een sticker van Ivago
- drie stadsplannetjes
- nog een triljoen andere blaadjes met nuttige info
En dat was het. Ik ben officieel Gentenaar. Nu, in de praktijk betekent dit weinig nieuws. Ik walg nog steeds van uuflakke, mijn r wil nog steeds niet rollen en tot spijt van wie het benijdt zal Club Brugge altijd mijn ploeg blijven. Ik heb mijn voetbalploeg liever zonder een man met veren op zijn hoofd als mascotte, weetwel.
© 2007 GENTBLOGT VZW
Aos’ t ij peist dadde zuu moar Genteneer wordt!
Ten ieste, ij denigreert zijn eigen stad: pretpark Brugge
ten twiede, ij wil de kwaliteiten van de Gantoise nie erkenne,
ten derde, in Gent zijnt nie alliene de oeiwe mensche die over ‘t verlede klape.
‘k Peize da diene joenge no veel, vrie veel goa moete liere.
Fijn verslag!
Herkenbaar > bij mij ook een aangename ontmoeting met de wijkagent – ook al is die arme man 5 keren moeten langskomen eer ik effectief thuis was.
(nu, dat bezoek van een agent is ook als je gewoon verhuist, dus niet alleen bij ‘naturalisaties’ :)
Soory, ik vergeet onze Gentse gastvrijheid:
welkom in Gent, en pas u vlug aan.
Welkom in Gent ! We zijn toch een tolerante stad hé, een Bruggeling zo maar opnemen zonder speciale testen noch inburgeringslessen …. En ons polise mag er ook zijn.
Zwijg me van de wijkagent. Ik woonde al twee maanden in Gent toen die mens is langsgeweest op een zaterdagochtend om 8u15. “Identiteitskaart en huurcontract” (op norse toon). Een “goeiemorgen, neem uw tijd want ik zie da ge juust wakker zijt” zat er niet in. Misschien was het omdat hij verkeerd geparkeerd stond… . Een maand later ben ik nog steeds niet wat ik al altijd heb willen zijn: Gentenaar. Hopelijk deze week!
ik moest daar ook zijn int stadhuis ergens in december. Spijtig genoeg ben ik er nooit toe gekomen die uitnodiging in het stadhuis te gaan deponeren. En die wijkagent… Kwam precies altijd als ik niet thuis was. Uiteindelijk heeft hij mij nog gevat toen ik met koffers net de deur uitstapte om op reis te vertrekken.
1 keer nieuwe Gentenaar en 1 keer verhuisd maar nooit de wijkagent(en)nooit gezien, ze waren blijkbaar tevreden met de uitleg van het licht van mijn leven dat ik inderdaad verhuisd was en daar woonde.
Idem, (teruggekeerd naar Gent einde 2005) ik weet zelfs niet wie mijn wijkagent is, nog nooit gezien.
Volgens mijn bronnen hebben de kwartieragenten, zo worden ze in ons Gents genoemd, slechts 25% van hun tijd om in hun wijk zelf te vertoeven. Ze moeten verder nog meedoen met allerlei gezamenlijke operaties als ordehandhaving, ceremonies, noodgevallen, administratie, enz …
Ik heb een heel sympathieke wijkagent. Hij was vriendelijk, dacht aan alle mogelijke paperassen,… Het was eigenlijk geen zicht, ik was verhuisd, alles geschilderd maar enkel een tuintafel en wankele stoeltjes die mijn kotleven met moeite overleefd hadden. De rest van mijn meubels was besteld maar er waren problemen met de levering…
Die welkomstreceptie in het stadhuis is wel lol (wel vlug je tweede pint bestellen ;-) )… Je krijgt er bovendien een rondleiding bovenop doorheen alle verloren hoekjes van het stadhuis. Van de wijkagent geen kwaad woord. Heeft zelfs zijn nieuwjaar gewenst (was begin 2007).