Gevel Sint-Niklaaskerk klaar

zondag 23 december 2007 13u33 | Lien Braeckevelt | 10 reacties
Trefwoorden: , , .

Tegen 2009 nieuwbouw tegen Sint-Niklaaskerk

De zijgevel van de Sint-Niklaaskerk, kant Klein Turkije, laat sinds kort terug zijn ware gelaat zien. Het is even wennen aan die witte voegenschildering. Tegen 2009 komt daar een strakke en sobere nieuwbouw.

Lees meer bij De Gentenaar

© 2007 GENTBLOGT VZW

10 reacties »

  1. Reactie van Jean Marie DE WULF

    Ik schrok als ik de woorden van archietect Jan De Block las: de werken die nu laatst aan de noord-west gevel van Sint-Niklaas noemt men een restauratie! Ik noem dat opknapwerk, of vereeuwigen van een verbastering van onze Scheldegothiek. Het kan toch niet zijn dat men zo duidelijk voor zich de uitstippeling van een bestaande originele toestand kan zien en dat men er gewoon naast grijpt om een “goedkope” excuus te geven voor deze afwerking.
    Destijds had ik in SOS-Gent nog gepleit en zelfs gesmeekt om de huisjes die voor deze gevel aangebouwd waren en die een zekere charme aan Klein Turkije gaven, om die exact terug te bouwen. Men had dan beweerd, dat men die zou terugbouwen. en gerust waren we. Ondertussen weten “ze” al te zeggen dat men een constructie gaat terugbouwen, maar volledig hezdendaags. Dit kan in feite niet want deze site is beschermd, dus moete men terugbouwen wat er stond!
    Nu, dat is het misschien, waarom ze de plannen die overeenkwamen met de historische studie van Professor Broeder Firmin De Smit niet gerespecteerd hebben.
    Over de glasramen gaan we maar kunnen praten als we die van binnen zullen gezien hebben.
    Als nu mensen zijn die weer met woorden als “verzuring” afkomen: ja dergelijke dingen verzuren onze houding en verpesten zelfs het vertrouwen die we in de esthetische gevoelens van sommige verantwoordelijken. Dit heeft niks te zien met een reactionaire houding, maar het gaat louter om logica en gevoel.

    • Reactie van Roland

      Triestige bedoening dat nieuw spul !

    • Reactie van Amaury

      Waarom wordt er nu zo veroordelend over gesproken?

      Het staat net uitgelegd in het artikel, en ik kan het beaemen, dat de renovatie bouwhistorisch correct is. Het uitzicht van de gevel verschilt van de vanzelfsprekende verwachtingen, maar er is archeologisch bewijs dat de gevel er oorspronkelijk ook gewoon zo uitzag…

  2. Reactie van Frans

    “Wij zijn niet over een nacht ijs gegaan” zegt de betrokken stadsarchitect. Met de zachte winters van de laatste jaren is dat ook te zien. De “strakke, sobere nieuwbouw” komt op de plek waar het zogezegd niet mogelijk was de afgebroken huisjes te reconstrueren.

  3. Reactie van Maybe
  4. Reactie van zena

    Ik betreur die afgebroken huisjes ook en ik schrok wel even toen ik vorige week de kant en klare nieuwe gevel van de Sint-Niklaaskerk zag. Hopelijk trekt men er lessen uit voor het heden en de toekomst !

  5. Reactie van Guido Van Peeterssen

    Een paar jaar geleden toonde een gids ons een hoekje van de buitenmuur die gepleisterd en met witte lijnen overschilderd was. Dit om fouten weg te werken. De gids wist ons te vertellen dat dit destijds de gewoonte was. Het zag er dus naar uit dat de rest van de restauratie zo zou gebeuren.

  6. Reactie van Jean Marie DE WULF

    Ik kan het eventueel begrijpen dat men deze techniek van steenimitatie en voegnamaaksel al sinds de twaalfde eeuw gebruikt, maar daar gaat mijn erger niet over. Wat ergerlijk is: men trekt gewoon die dakgoot in één lijn door, waar het heel zichtbaar is aan beide kanten, noord en zuid, dat het dak boven de zijbeuken in verschillende dwarsstaande daken gebouwd was. De vensters werden geaccentueerd door een spitse gevel. Dat wordt hier onrechtmatig volledig weggefoefeld.

  7. Reactie van Maybe

    Grauwpleister met voegenimitatie voor Gentse Sint-Niklaaskerk
    De zijgevel van de Gentse Sint-Niklaaskerk, aan de zijde van Klein Turkije, liet enkele weken weer zijn ware gelaat zien en dat was voor veel Gentenaren even slikken. De werfcommissie ging bij de restauratie evenwel niet over één nacht ijs. De voorbije jaren heeft een heel team van architecten, historici en ingenieurs zich beraden over de restauratieaanpak. Uit onderzoek bleek dat de gevel oorspronkelijk was afgewerkt met grauwpleister met voegenimitatie.

    Het begon allemaal bij de afbraak van de schoorstenen van de vroegere huisjes, die tegen de zijgevel van de kerk waren aangebouwd. Daar werden stukken grauwpleister teruggevonden met een witte voegenschildering, die samenviel met de onderliggende voegverdeling van de natuursteen. Doch ook op grote partijen bakstenen invullingen tussen de afgetopte wimbergen (puntvormige kapelgevels) kwam deze afwerkingstechniek voor. Het was de restaurateurs al eerder opgevallen dat in het natuursteenwerk soms stroken baksteen zaten ingewerkt, blijkbaar om de hardsteenblokken plaatselijk op gelijke hoogte te brengen. Hoogst verwonderlijk dus dat men dergelijke materiaalverschillen zonder meer zichtbaar zou laten.

    Deze grauwpleistertechniek met voegenimitatie moet dus verklaard worden vanuit de wens om de gevelopbouw met onregelmatige voegen te idealiseren. Een techniek die volgens het sporenonderzoek werd gebruikt van bij de bouw rond 1200 tot in het midden van de 17de eeuw. De zaagmachines van vandaag leveren perfect gekantrechte blokken af, maar acht eeuwen geleden moest men met primitieve werktuigen de blokken klieven en werden de grootste oneffenheden weggebikt. Met de grauwpleister, die was opgebouwd uit gemalen kalksteen, werden de grootste oneffenheden uitgevuld tot een licht gestructureerd oppervlak. Van onze mooi gezaagde blokken kon men toen slechts dromen.

    Het oorspronkelijke restauratieontwerp voorzag een reconstructie van de wimbergen, compleet met fraai gebeeldhouwde hogels (gotische siermotieven in rijen) op de schuine kapellijsten. De raamschoten waren voorzien om verlaagd te worden; deze waren immers onderaan tot op een derde van hun hoogte dichtgemetseld en gaven de huisjes een achterwand. De hardstenen onderverdelingen of maaswerken werden stijlanaloog ingevuld, want er waren geen afbeeldingen of archeologische sporen van hun oorspronkelijk uitzicht. Eigenlijk bouwde dit voorstel verder op de restauratieaanpak van het koor. Eerder een reconstructiemodel dus. Het lessenaarsdak dat de bovenlichten goeddeels aan het oog onttrok, werd al bij de restauratie van de middenbeuk verwijderd.

    De bouwfysische toestand van de kerk was in de 17de eeuw ronduit desastreus te noemen: het triforium en de bovenlichten waren dichtgemetseld. De kapeluitbouwen werden afgetopt, de driehoeken ertussen opgevuld met baksteen en het geheel werd met een horizontale daklijst en bakgoot tot een moderne lijstgevel herschapen. Modern in die zin dat ook in de burgerlijke bouwkunst lijstgevels met de nok evenwijdig met de straat opgang maakten. Metalen ramen vervingen de maaswerken; de raambruggen waren nog in een zeer goede staat en getuigen van hoogwaardige smeedkunst.

    De ontdekking van de grauwpleister en de kwaliteit van de metalen raamindelingen hebben tot de huidge restauratieoptie geleid. Het is heel waarschijnlijk dat dit een traditionele afwerkingsmethode was van gevels in Doornikse kalksteen. Ze wijkt af van ons vertrouwd beeld van zichtbare natuursteen en ons verwachtingspatroon, maar is bouwhistorisch correct. En daar was het het restauratieteam om te doen.

    Bron: Stad Gent en Archeonet