Vaste waarden in Gent – Emile Braun

maandag 26 mei 2008 10u30 | Veerle | 14 reacties
Trefwoorden: , , , .

BraunStandbeelden. Gent telt er tientallen maar we passeren er zo dikwijls dat we ze niet meer opmerken. Of we zien ze wel maar kennen de betekenis van de geportretteerde niet meer. Het Liberaal Archief belicht in de brochure “Vaste waarden in Gent. Bekende beelden, vergeten namen” negen liberale figuren, negen getuigen van het rijke Gentse liberale leven. De brochure schetst niet alleen het portret van Emile Braun, Charles en Oswald de Kerchove de Denterghem, Joseph Guislain, François Laurent, Albert Mechelynck, Hippolyte Metdepenningen, Karel Miry en Jan-Frans Willems, maar vertelt ook een en ander over de oprichting van hun standbeeld.

We trekken onze virtuele wandelschoenen aan en maken ons op voor een virtuele stadswandeling langsheen die stille getuigen van een ver verleden. Vandaag verzamelen we op het Emile Braunplein, pal in het historische centrum, waar we de felgekleurde virtuele paraplu van de gids ontwaren aan ‘De Pisserkes’. Waarom we precies daar afspreken? Aha! Eerst verder lezen. Het Emile Braunplein zullen de meesten in Gent en daarbuiten onderhand wel kennen, is het niet door de discussies over een boven- of ondergrondse parking aldaar, dan is het wel door de meningsverschillen over de toekomstige aankleding van het plein of door de activiteiten die er tijdens de Gentse Feesten plaatsvinden. Maar wie weet nog wie Emile Braun zelf was? Wie weet nog dat hij een van de populairste Gentse burgemeesters was? En dat hij de bijnaam “Miele Zoetekoek” droeg?

Ingenieur-urbanist en politicus
Emile Braun werd op 2 december 1849 in Nijvel geboren als zoon van Thomas Braun, een leerlooier die zichzelf had opgewerkt tot schooldirecteur en in 1875 benoemd werd tot inspecteur-generaal van de lagere scholen en normaalscholen. Emile Braun kon en mocht studeren en behaalde in 1873 het diploma van burgerlijk ingenieur aan de Ecole du Génie Civile te Gent. Pas afgestudeerd werkte hij een jaar of twee in Luik als ingenieur bruggen en wegen bij de Staatsspoorwegen, om vervolgens aangesteld te worden als ingenieur bij de technische dienst van de stad Gent. Dit was ten tijde van het burgemeesterschap van Charles de Kerchove (maar dit is stof voor een volgend stukje). Die had grootse urbanisatieplannen en benoemde in 1879 geestesgenoot Emile Braun tot hoofdingenieur van de dienst Openbare Werken. Zo ijverden zij samen voor de goedkeuring door de gemeenteraad van het plan Zollikofer-De Vigne (naar het voorbeeld van de Parijse urbanisatie door Haussmann) maar dit ambitieuze project zou pas in de jaren 1880 goedgekeurd en uitgevoerd worden onder burgemeester Hippolyte Lippens. Emile Braun, ook een vertrouweling van de nieuwe burgemeester, coördineerde de uitvoering van het project, waarvoor hij zich gedurende meer dan 10 jaar gepassioneerd inzette. Hij begon zelfs al te dromen van de modernisering van het centrum en van de buitenwijken en van de haven.

Inmiddels zette Emile Braun zijn eerste stappen in de politiek. Van 1891 tot 1898 zetelde hij als liberaal provincieraadslid. Hij bleek zeer populair en werd bij de gemeenteraadsverkiezingen van november 1895 door Lippens aangeduid als zijn opvolger als partijboegbeeld. Duidelijk met succes want Braun volgde Lippens ook op als burgemeester. Hij droeg de sjerp tot 1921 met een intermezzo tussen 1908 en 1911, en een tweede in 1918. De woelige en ingewikkelde politieke situatie in Gent rond de eeuwwisseling met o.m. verschillende coalities zal ik u verder besparen. Van 1900 tot 1925 zetelde Braun ook in de Kamer.

Braun Braun Gemeenteraad 1921 (foto rechts) – © Liberaal Archief

Burgemeester Braun
Onder Brauns beleid veranderde het aanschijn van de stad grondig, vooral in de kuip van Gent. In de late negentiende eeuw werd de burgerij zich bewust van het belang van het behoud van het historische erfgoed en onder Braun werd gestart met een grootscheepse restauratiecampagne van onze bekende monumenten: Sint-Baafskathedraal, Belfort, Sint-Niklaaskerk, Gravensteen, Sint-Veerleplein, stadhuis, Graslei, Koornlei en Achtersikkel. Zoals u weet, bestonden het Braunplein en het Sint-Baafsplein toen nog niet, maar waren de beide ruimtes tussen de torens volledig bebouwd, met smalle straatjes ertussen. De toen gangbare visie was echter ook dat monumenten zoveel mogelijk moesten vrijstaan om ze goed zichtbaar te maken. Bijgevolg werd die bebouwing afgebroken voor de aanleg van de bekende pleinen.

Er werden ook een aantal nieuwe straten aangelegd, zoals de Kunstlaan, de Baudelostraat en de Belfortstraat (op de plaats waar nu de Belfortstraat (kant stadhuis) begint, was de Hoogpoort nog een aaneengesloten straat), nieuwe bruggen, zoals de Verlorenkostbrug, de Sint-Michielsbrug en de Minnemeersbrug en er werden nieuwe ‘instituten’ opgetrokken, zoals de Koninklijke Nederlandse Schouwburg, het Museum voor Schone Kunsten, het Sint-Pietersstation, en het postgebouw op de Korenmarkt.

Braun beperkte zich evenwel niet tot vernieuwingen inzake erfgoed en cultuur. Op het gebied van publieke voorzieningen en economie onthouden we vooral dat de elektrische tram zijn intrede deed, dat er stedelijke of gemengde regieën werden opgericht waarin de productie en distributie van elektriciteit, water en gas werden ondergebracht, dat de stad voortaan zelf instond voor afvalophaling, stadsreiniging en ruimdiensten, en dat de haven werd uitgebreid met de bouw van het Grootdok.

Het was dan ook een fiere burgemeester Braun die op 26 april 1913 koning Albert I verwelkomde op de opening van de Wereldtentoonstelling in ‘zijn’ stad (het moet niet altijd Expo 58 zijn):

Braun

Braun Braun

Braun

Braun Braun Afbeeldingen: persoonlijk archief Dr. Marc Vuijlsteke

Eerste Wereldoorlog en laatste jaren
Helaas brak het jaar nadien een veel minder rooskleurige periode aan. Begin september 1914 kon Braun, door onderhandelingen in Oordegem met de Duitse generaal Böhm en het betalen van een ‘losgeld’, bekomen dat Gent ontsnapte aan een Duitse beschieting. Naast de gebruikelijke zaken als voedsel voor de paarden (150 ton haver) en vervoermiddelen (o.m. 100 fietsen en 25 binnenbanden voor auto’s), eisten de Duitsers ook bv. 10.000 liter bier en 100.000 sigaren.

Tijdens de bezetting ontpopte Braun zich als een stevige buffer tussen de bevolking en de bezetter. Daarvoor moesten natuurlijk wel compromissen gesloten worden, maar hij kon zich als burgemeester handhaven. Tot in 1918. Braun weigerde de activistische Raad van Vlaanderen te erkennen en hij werd samen met schepen Maurice De Weert gedeporteerd naar Duitsland. Pas vrijgelaten na de oorlog, nam hij op 2 december 1918 de sjerp weer over van Edward Anseele, die hem na de Wapenstilstand tijdelijk vervangen had. Brauns houding tijdens de oorlog bezorgde hem een immense populariteit.

Desondanks werd hij na de volgende gemeenteraadsverkiezingen in 1921 opgevolgd door Alfred Vanderstegen. Door gezondheidsproblemen had hij zich niet meer verkiesbaar gesteld en in 1925 verliet hij ook de Kamer. Hij trok zich terug in een kuuroord in Vichy (Frankrijk), waar hij op 30 augustus 1927 overleed. Zijn stoffelijk overschot werd overgebracht naar Gent, waar hij op de Westerbegraafplaats in een familiekelder werd bijgezet.

Een monument voor een populair burgemeester
Ook na zijn dood bleef de stad haar geliefde burgemeester eren. Zo kreeg het plein tussen Sint-Niklaaskerk en Belfort zijn naam, evenals de stadsschool in de Voldersstraat.
En er moest een monument komen, dat stond als een paal boven water. In oktober 1927 werd reeds een budget van 125.000 frank goedgekeurd. Alleen kwam het monument er minder snel dan de centen. De eerste ontwerpen werden afgekeurd. George Minne bracht de oplossing door een van zijn werken, De Fontein van de Geknielden, aan de stad te schenken. Niet iedereen ging daarmee akkoord, maar het aanbod werd uiteindelijk aanvaard. Het project liep vervolgens opnieuw vertraging op toen de socialisten het beschikbare budget niet wilden vrijgeven tenzij de stad een gelijkaardig bedrag in een fonds voor jonge werklozen stortte.

Braun© Liberaal Archief

Volgend obstakel: het concept van De Fontein der Geknielden liet niet toe om er een gedenkplaat op aan te brengen. Vervolgens ontwierp stadsarchitect Charles Bar een sober monument opzij van het beeld, met daarop een gedenkplaat met zijn portret in een medaillon, gebeeldhouwd door Karel De Cock.
Uiteindelijk werd het gedenkteken voor Braun ingehuldigd op 19 juli 1937, tien jaar na zijn overlijden.

Braun Braun© Liberaal Archief

(Meer literatuur vindt u hier en hier, alsook in de publicatie:
André Capiteyn, Gent in weelde herboren. Wereldtentoonstelling 1913, Gent, Stadsarchief, 1988, 227 p.)

Vaste Waarden in Gent. Bekende beelden, vergeten namen van Bart D’hondt, met originele tekeningen van eric vande Pitte, is af te halen op het Liberaal Archief, Kramersplein 23, 9000 Gent (tel.: 09/221.75.05 – e-mail: info@liberaalarchief.be – website: www.liberaalarchief.be)
U kan de teksten ook hier terugvinden.

© 2008 GENTBLOGT VZW

14 reacties »

  1. Reactie van Eve

    Subliem werk, Veerle!

  2. Reactie van eric v

    mooi,
    eric v.

  3. Reactie van b-west

    Wat waren die expo gebouwen mooi! Dan Congopaleis zag er prachtig uit. Spijtig dat ze allemaal weer verdwenen zijn :(

    • Reactie van jo luyssaert

      ze waren ook helemaal niet gebouwd om lang mee te gaan. Maar het blijft jammer natuurlijk…

      • Reactie van rony coekaerts

        het atomium en het amerikaans theater ook niet. maar ze staan er toch nog. en waar gaan al die beurzen door in brussel? juist! in gebouwen van 1958.
        gelukkig doet men het de laatste jaren anders. lissabon, daar heeft men duidelijk gekozen.
        hier in shanghai gaat men ook voor blijvende gebouwen. ze zullen natuurlijk een andere functie krijgen, maar bouwen om af te breken, dat nooit.
        trouwens weten veel mensen dat volledige paviljoenen van de expo58 op andere plaatsen staan, en nog steeds in gebruik zijn?

      • Reactie van Marijke

        Had het sint-pietersstation en de rest van de stationsbuurt ook niets te maken met de wereldtentoonstelling? En die staan er toch nog :) Oh, en niet te vergeten de Eiffeltoren?

        • Reactie van rony coekaerts

          vergeet niet de de “renovaties” in het centrum.

  4. Reactie van sander

    Het werk van Capiteyn gaat vooral over ruimtelijke ordening, in welke mate het stadscentrum is getranformeerd vlak voor, tijdens en na de WTT. Veel literatuur bestaat er niet over. Voor prentjes van de WTT kan je altijd terecht op mijn blog (heb er een paper over geschreven dit jaar ^^)

  5. Reactie van gentenaar

    Braun was een politicus met visie en durf. Is wat anders dan de Heilige Beke en Boer Termont hé?

    • Reactie van jo luyssaert

      En daar is “gentenaar” weer met onderbouwde kritiek…

    • Reactie van sander

      Er was anders aardig wat boel in het gemeentebestuur onder Braun.

    • Reactie van Marijke

      merkt op: Braun was liberaal, Beke en Termont socialist… knelt het schoentje daar toevallig Mr./Mevr. gentenaar?

  6. Reactie van rony coekaerts

    jullie moeten daar echt niet op reageren: die gentenaar moet nog het eerste lezen over de geschiedenis van gent.
    die weet nog niet dat een liberaal in die tijd nu rood zou zijn, of blauw of oranje. aan dat laatste twijfel ik.
    vooral zijn woordgebruik toont zijn verstandelijke vermogens, en dan blijf ik heel beleefd. nogal “‘t palieterken” of hoe heet dat bladje.

  7. Reactie van Jean Marie DE WULF

    Hier ook is het belangrijk alles in zijn context en in de geest van de tijd te bekijken. Ook hier was de financiering van de Wereldtentoonstelling een zeer delikaat punt. Waar geld is en/of waar geld ontbreek kan er wel eens boel zijn…