Vergeten schrijvers: Dora Mahy (1)
Gentblogt pakt uit met zijn eigen literaire lente die meteen het hele jaar doorloopt. De cirkel is intussen helemaal rond, maar de reeks is lang niet uitgeput.
Daniël van Ryssel, lange tijd redacteur van het tijdschrift Yang, is voor ons in zijn uitgebreide archieven gedoken. Hij heeft een reeks mooie stukjes geschreven over literaire figuren die op de achtergrond zijn geraakt, maar ooit een rol van enige betekenis hebben gespeeld.
In deze aflevering is Dora Mahy aan de beurt. Zij is de volgende in een rij vergeten schrijvers die weer voor het voetlicht worden gebracht.
Dorothea Julia Mahy is in 1922 geboren te Gent, Nijverheidstraat 24. Later woonde ze op de Ferrerlaan 302. Haar vader Gaston was stoomketelbouwer… en hij schreef ook gedichten, liefdesgedichten voor zijn vrouw. Toen hij in 1955 samen met zijn vrouw in een auto verongelukte, vond men in zijn jas nog een pas geschreven gedicht. Haar moeder was kleuteronderwijzeres. Haar neef Guislain is de bekende verzamelaar en hersteller van oldtimers, van wie men de verzameling in de Cinquantenaire te Brussel kan bezichtigen. De familie Mahy is afkomstig uit de Borinage. Nog eerdere voorouders waren afkomstig van de Kanaaleilanden, waar de naam Mahy ruim verspreid is.
Reeds als 9-jarig meisje kreeg Dora pianoles en leerde ze zingen. Na het lyceum studeerde ze aan de RUG Klassieke Filologie, kandidaturen. Toen ze gestopt was en niets om handen had, heeft ze een werkbeurs gekregen om in München kunstgeschiedenis en archeologie te gaan studeren. Toen de universiteit van München na een bombardement plat lag, is ze ook daarmee opgehouden. Ze is tot het einde van de oorlog in Duitsland gebleven en heeft er achtereenvolgens bij een hovenier en als tolk bij een Duits archivaris gewerkt om het stadsarchief van vernietiging door de Amerikanen te vrijwaren.
Tijdens de oorlog maakte Dora te Gent deel uit van de illegale Faun Groep rond Paul Rogghé. De Faunen hadden ook een eigen lied, gedicht door Dora Mahy en getoonzet door Jan Broeckx. Haar eerste gedichtenbundel De Lichte Last (met een tekening van Oscar Bonnevalle) verscheen in april 1941 als uitgave van De Faun. Als jonge vrouw leerde ze ook Johan Daisne kennen, die ze als haar mentor beschouwde en met wie ze, zoals alle meisjes van die tijd, dweepte. “Hij kon buitengewoon charmant zijn.â€
Na de oorlog werkte ze enkele jaren als secretaresse in het vaderlijk bedrijf. In 1948-1949 verbleef ze bij een zus van haar vader in Amerika.
In 1949 huwde ze met Gabriël Heyerick. Hij was de zoon van een onderwijzer en organist en speelde zelf orgel vanaf zijn twaalfde. Later heeft hij rechten, criminologie en musicologie gestudeerd. Omdat hij zich als advocaat niet geroepen voelde een rol te spelen in de repressie, is hij als commissaris verslaggever bij bijzondere rechtbanken aan de slag gegaan; later heeft hij in de Ministerie van Onderwijs gedurende 30 jaar statistieken bijgehouden.
Het gezin telt zes kinderen, die allemaal, hetzij professioneel hetzij als hobby, met muziek bezig zijn: een zanger, een koordirigente, een zanger moderne muziek, een barokviolist, een lerares aan het Lemmens Instituut, een dirigent.
Na haar huwelijk was een van de belangrijkste hobby’s van Dora koorzingen. In de jaren ’50 heeft ze deel uitgemaakt van de Gentse Oratorium Vereniging, in de jaren ’60 tot ’80 van Cantate, een zangvereniging die haar memorabele repetities en vergaderingen hield in het voormalig Sint-Elisabethbegijnhof, nog later van Rundadinella, een koor dat door haar echtgenoot was opgericht en waar heel het gezin deel van uitmaakte.
Een andere hobby van Dora was bergwandelen. In Zwitserland en in Amerika. Waarom ze dat deed? “Uit zucht naar avontuur, omdat je daar goed kunt ademen en omdat van zo hoog de wereld aan je voeten ligt.â€
Ze heeft ook altijd veel belangstelling gehad voor katten. Op een bepaald ogenblik had ze er twintig. Maar toen die op een bepaald moment nagenoeg allemaal tegelijk vergiftigd werden, is ze ook daarmee gestopt. Ze heeft vandaag geen katten meer.
Tenslotte is haar belangrijkste bezigheid van de laatste jaren vertalen. Ze beheerst oud en modern Italiaans en ook Duits. Ze kan zelfs gotisch schrift lezen. Ze maakte verschillende vertalingen van novellen van de Italiaanse auteur Mario Rigoni Stern, vertaalde de biografie van Johann Michael Haydn (2006) en vertaalde oud-Italiaanse opera’s in het Nederlands en het Frans. Allemaal nachtwerk dat zo goed als onvergolden bleef. Ze heeft er een gedicht over geschreven; zie: Gouden draad, “De vertalerâ€.
Sedert de jaren vijftig houdt ze ononderbroken een dagboek bij en dat schrijft ze jaar in jaar uit in dikke agenda’s, maar daar is tot op heden niets van uitgegeven. Waarschijnlijk een rijke bron voor de tweede helft van de twintigste eeuw, althans voor wie later haar handschrift kan ontcijferen. Maar Dora Mahy is vooral bekend als dichteres en haar tien gedichtenbundels tot op heden zijn wel uitgegeven. De eerste vermeldden we reeds, latere bundels zijn Suite I en Suite II (1949 en 1954), Demèter (1973), Een handvol geurig hooi (1977), Diptychon (1996) waarvan Jan Van Landeghem vier gedichten op muziek heeft gezet, Simiosis of “reporters notebook†(2003) en Gouden draad (2007). Ze kreeg ooit een reisbeurs van het Ministerie van Cultuur, waarmee ze prompt naar Italië is gereisd.
Dora Mahy schrijft gedichten met een klassieke zegging, veelal ook met eindrijmen. Een constante in haar werk is de natuur, het gaan en komen der seizoenen, het bloeien van bloemen, aarde en vuur, de vertrouwde geuren van dieren en stallen, leven en dood en alles wat schoon, zuiver en verrukkelijk is. Een andere constante is haar eigen leven, haar liefde en haar verlangen, haar echtgenoot en haar kinderen. In de eerste gedichtenbundels tot en met Een handvol geurig hooi, borrelt alles van leven, is zij de vrouw die gulzig de wijn der liefde drinkt, de vrouw die treurig is, de vrouw die pijn lijdt, de vrouw die haar leven en lichaam zinvol vindt omdat ze geliefde en moeder is, omdat haar lijf gehoorzaam, nuttig en braaf was. In de tweede reeks gedichtenbundels van de jaren negentig tot op heden, is er a.h.w. een verstilling ingetreden. Het heilig vuur brandt nog steeds, maar haar oude handen beven, de kinderen zijn opgegroeid en vervreemd, gelukkig zijn er de kleinkinderen, maar echte vrolijkheid is er niet meer bij, het uitgeputte lijf is het vechten moe, iedere morgen een gevoel van opluchting nog tot de levenden te behoren, het grote sterven is begonnen, maar ze wil nog graag een korte tijd de warme aarde met de voeten treden.
Dora Mahy woont in de Volkshaardstraat 45 te Mariakerke. Ze maakt als 85-jarige nog steeds een bijzonder levendige en enthousiaste indruk. We wensen haar nog vele jaren creativiteit en plezier met haar hobby’s toe. ’t Is zware arbeid dat vertalen… maar wat je met liefde doet, maakt het werk lichter.
© 2008 GENTBLOGT VZW
ik ben reeds lang enorm fan van Dora Mahy
heb helaas enkel haar gedichtenbundel “de lichte last”
ann
zie alle gedichten op https://doramahy.pbworks.com
Ik ken Dora van sinds ik 10 jaar oud was (we zijn buren). Hoewel ik haar werk niet ken, ken ik haar als een zeer openhartige, aangename, vriendelijke dame die de kleinste dinger der wereld aprecieerd. Een bijzondere vrouw!