Wat gaat u dit seizoen zien in Tinnenpot?

woensdag 1 oktober 2008 14u48 | patricia | 3 reacties
Trefwoorden: , , .

Tinnenpot ligt een beetje verborgen in het Prinsenhof. Sinds 2001 gaat Tinnenpot met Jo Decaluwe als zakelijk en artistiek leider zelfstandig zijn weg. Tinnenpot telt maar liefst zeven zalen en zaaltjes, volledig opgebouwd uit recuperatiemateriaal en met een eigen karakter. Zo zit je in de Bonbonnière op rode pluche zetels uit de Gentse opera en in de Biljartzaal worden oude theaterstoelen uit de jaren ’50 gebruikt, gevonden in de Arca-kelder. In Tinnenpot worden zowel eigen theaterproducties als gastproducties geprogrammeerd, en zoals u dat van ons gewoon bent, legden we ons oor te luisteren bij Jo Decaluwe, zakelijk en artistiek leider. Zijn boeiende visie op theater sijpelde in de antwoorden door.

Aan welke voorstelling of concert heeft u bijzondere herinneringen?
Hoelang mag het geleden zijn? Als het mag, wil ik voor deze vraag ver terug in mijn acteursverleden gaan. In 1980 stond ik in het Arcatheater in De training van de kampioen voor de koers, een stuk van de Fransman Michel Deutsch in een regie van Pol Dehert. Het was de start van wat men het postrealisme of de nieuwe esthetiek noemt. Het was een stuk dat mij bijzonder goed lag. Het publiek vond het goed, de pers vond het goed. De voorstelling is me bijgebleven omwille van de bijzondere speelstijl als acteur. Die stijl van underacting, het afschrapen van emoties tot de essentie. En de vernieuwing die toen gebracht werd, zie je nu nog op de planken.

Naar welke voorstelling of concert, het komende seizoen kijkt u in het bijzonder uit?
Het antwoord is misschien wat egoïstisch, maar ik kijk uit naar de bewerking van het werk van Cyriel Buysse. Het zal de vierde zijn die we brengen in Tinnenpot. Je kan het het best vergelijken met een lange tocht. Het verzamelde werk van Cyriel Buysse zijn al gauw zeven dikke boekdelen in een heel klein lettertype. De voorlopige titel is Eet- en drinkgelach, met ch. Cyriel Buysse had het op verschillende momenten over eten en drinken. Ik heb al verschillende teksten geselecteerd, in november hoop ik het resultaat op de planken te kunnen brengen. Maar het is niet zo dat ik elke dag tien bladzijden schrijf, er zijn ook de ideeën over vormgeving, de sfeer die ik wil oproepen.

Welke artiest blijft u verrassen?
Dit is een lastige vraag… Ik ga eens nadenken, maar sowieso ga ik onrecht aan anderen doen. Weet je, ik ga het eens in een andere sector zoeken: Roger Raveel. Ik kan het moeilijk omschrijven, het is geen haat-liefde-verhouding, maar eerder een wankel evenwicht. Als ik sommige van zijn vroege werken zie in het Roger Raveelmuseum, denk ik wel eens “oei, wat is dat nu” en wat verder ben ik dan weer onder de indruk. Als ik denk aan het kelderfresco in Beervelde of het loodswezen in Oostende.

Gaat u (behalve beroepshalve) ook wel eens kijken bij de andere Gentse cultuurhuizen, wat kan u daar bekoren?
Ik zit in het dagelijks bestuur van het NTGent en het publiekstheater, dus ik kom wel in de andere Gentse huizen, maar te weinig. ‘s Avonds ben ik meestal in de Tinnenpot en als het hier begint ben ik te laat om nog ergens anders naar toe te gaan. Ik kan er wel van genieten om me te laten onderdompelen in een moeilijke voorstelling… En dan maak ik geen onderscheid tussen professioneel en liefhebberstheater. Ik word regelmatig uitgenodigd in liefhebberstheater en dan kan ik er van genieten om een voorstelling eens met andere ogen en met andere oren te zien. Ik hou er van meegenomen te worden in een verhaal, dat kan ik bewonderen in een acteur of een regisseur.

Stel dat er geen beperkingen zijn (financiële of andere) welke artiest zou u dan graag naar Gent halen?
Ik ben misschien niet meer zo goed op de hoogte van de internationale theaterscène, behalve wat ik in de kranten lees, maar ik zou kiezen voor Peter Brook. Een Engelse theatermaker die een theater heeft in Parijs. Hij is stokoud, maar heeft heel interessante dingen gemaakt. Hij slaagt er in om theater te herleiden tot zijn essentie: een verhaal. Theater zonder tierlantijntjes. Veel heb je daar niet voor nodig: een tafel, een tapijtje, een stoel kan volstaan om de grote Shakespeares te brengen. Peter Brook slaagt er in om een groot, mooi verhaal te brengen op een interessante manier. Hij kan één acteur op een leeg podium laten zeggen: “dit is een bos” en het publiek denkt dat het er is. De speel- en spelvreugde voel je gewoon.

En u, wat wil u dit seizoen niet missen in Tinnepot?

Praktisch: Het Programma kan u nalezen in de kalender of op de kalender van Cultuurweb. Tinnenpot, Tinnenpotstraat 21, 9000 Gent, Tel: 09/225.18.60, Fax:09/223.00.90

© 2008 GENTBLOGT VZW

3 reacties »

  1. Reactie van Pascal

    Ik blijf me storen aan het verkeerd gebuik van het (veelal Antwerpse) ‘gaan zien’. Een blog heeft een voorbeeldfunctie en zou beter moten weten. Zien is passief, kijken is actief!

  2. Reactie van Pascal

    Ik ben er vroeger al geweest en zal het in de toekomst ook niet laten.
    En nu ben ik eens gaan zien. Daag.