Café Monopole

dinsdag 14 oktober 2008 12u45 | Wouter Aers (tekst), Hendrik Braet (beeld) | 21 reacties
Trefwoorden: , .

volkscafés
Begin dit jaar lanceerde vzw Volkskunde Vlaanderen de actie “Help ons de volkscafés redden!”.
Een mooi initiatief waar wij van Gentblogt maar al te graag gehoor aan geven. Aldus lopen uw reporters buurt na buurt af voor onze eigenste reeks over volkscafés.

De wachter
Het is genoegzaam bekend dat ooit – nu toch al enige tijd geleden – een dom exemplaar der aapachtigen uit zijn boom viel en door de meterslange val zijn staart verloor (die was aan een tak blijven haken en werd daardoor op gruwelijke wijze van het lichaam gescheiden), waarop door het onfortuinlijke beest werd besloten dat het welletjes was geweest: vanaf nu zou hij veilig met beide voeten op de grond blijven. Dit bleef niet zonder gevolgen. Blijkbaar was het gemakkelijker zónder dan mét staart de evolutionaire ladder te beklimmen, en zo gebeurde het dat na enkele DNA-schrijffoutjes de mens op het toneel verscheen: een verachtelijk staartloos wezen, wroetend in de grond gelijk de wormen.

monopole

En de toon was gezet: de hele menselijke wereldgeschiedenis leest als een slechte roman waarin de mens op de meest weerzinwekkende, lugubere en ronduit onnozele wijze zijn zielige, staartloze bestaan met allerlei zotternijen poogt te compenseren. Het hedendaagse consumentisme, met de allesoverheersende dwang om zich dag in dag uit nieuwe Ersatz-staarten aan te schaffen, vormt van deze onverkwikkelijke geschiedenis voorlopig het trieste hoogtepunt.

Groot was dan ook onze verbazing toen we in deze door staartnijd geregeerde wereld Miou aantroffen. Miou is een sfinx die zich vermomd als kat ophoudt in café Monopole, aan de Koningin Elisabethlaan, vlakbij het Sint-Pietersstation. Miou heeft geen staart, maar Miou heeft ook geen staart nodig. Miou is het enige wezen op deze aardkloot dat erin slaagt het ontbreken van een staart te koppelen aan de meest majestueuze, gracieuze elegantie. Miou is een schat van een kat, een lichtvoetige sprongenkunstenares, een door de ruimte zoevende ballerina, een koorddansende schim van gaan en komen. Maar bovenal is Miou natuurlijk sfinx: tempelwachter van het heiligdom, ongenaakbaar, waardig, en wee diegene die de Monopole betreedt met staartnijd in ’t hart. De wraak van Miou kan verschrikkelijk zijn.

monopole monopole

Wat voorafging
Zoals steeds staan we bij onze eerste poging voor een gesloten deur. Maar dat zijn we ondertussen gewoon. Hoe hij het klaarspeelt weet ik niet, maar feit is dat m’n gezel de fotograaf er telkens opnieuw in slaagt altijd de sluitingsdag te selecteren. Een kiertje onder de zware gordijnen die neervallen achter de ramen van de Monopole laat een flauw vermoeden van licht en aanwezigheid zien. We wenden ons tot de dames van het reisbureau naast het café, misschien weten zij wanneer de Monopole opengaat? Ze hebben geen flauw idee, ik vraag me af of het hen eigenlijk ooit al eerder was opgevallen dat er naast hun kantoren een café ligt. Op naar ’t Vat dan maar, vlakbij om de hoek in de Blankenbergestraat. Het is half vier in de namiddag, en we komen meteen te weten dat de Monopole die avond opengaat, zo rond 17u30. Dat is een meevaller. ’t Vat is een ruim café, heel wat ruimer dan de volkscafés die we gewoon zijn, met een hele hoop tafels. Het interieur is klassiek – ‘volkscafé-klassiek’ dan wel. Aan de toog zit het al goed vol, maar we kunnen er net nog bij. ’t Vat is een volkscafé, dat bewijzen de klanten die na ons naar binnen komen, iedereen goeiedag zeggen en zich dan maar rechtstaand in de buurt van de toog installeren. Zelfs wie aan een tafeltje zit doet dat zo dicht mogelijk bij de toog. Onder luid geroezemoes volgen de pinten en trappisten elkaar in snel tempo op. Een ‘schoon studentinneke’ komt binnen. Ze zit met een probleempje. Ze is aan het verhuizen naar het appartement boven het café, maar merkt nu dat haar sofa toch enkele maatjes te groot uitvalt om het ding via de trap naar boven te krijgen. Uitbater Julien geeft de raad om de zetel door middel van touwen door het raam naar boven te trekken. Goed idee, lijkt me, maar dan ontspint zich een wonderbaarlijk schouwspel: blijkbaar hebben de verhuizers besloten de zetel via een ladder die buiten tegen de gevel staat naar boven te duwen. Ietwat onorthodox, en blijkbaar ook niet zo gemakkelijk. De juffrouw komt nog eens om hulp vragen, en een nooit geziene volksverhuizing komt op gang. Mannen van alle leeftijden reppen zich naar buiten om assistentie te verlenen. Moet het gezegd dat de overgrote meerderheid van hen er zich toe beperkt om met het bierglas in de ene hand en druk gesticulerend met de andere wat strategische aanwijzingen te declameren?

Elixir d’ Anvers
Het drankschap van café Monopole herbergt een mysterieuze kruidendrank, door moedige mannen meegebracht uit verre, nagenoeg ontoegankelijke streken waarin de beschaving nog niet is doorgedrongen. De toverdrank luistert naar de naam Elixir d’Anvers, en is een kruidenlikeur die bestaat uit 32 verschillende planten- en kruidensoorten. Uitbaatster Chris vertelt ons dat het eertijds werd gebruikt als een paardengeneesmiddel (tegen kolieken), maar ook om olifanten van hun buikpijn af te helpen. De geneeskrachtige werking van het Elixir vereist bij olifanten het toedienen van een hoeveelheid van twee en een halve fles. De halve fles die overblijft is voor de oppasser.

monopole

De living
Pierre, een gast van in de dertig, is gedurende een uur of twee onze toogmetgezel. Er gaat geen dag voorbij of hij komt na zijn werk naar de Monopole. “’t Is hier mijne living”, zegt hij, wat naast de figuurlijke betekenis in zijn geval ook letterlijk moet begrepen worden … Pierre woont namelijk boven de Monopole. Misschien wel een uur lang houden we ons onledig met het vertellen van anekdotes over mensen die zichzelf uit hun woonst hebben buitengesloten, daartoe gesterkt door de continue aanvoer van Dubbele Westmalles. Bovendien blijkt Pierre een virulent pleitbezorger van het Sint-Amandsbergse natuuurschoon: we waren te weten gekomen dat hij vlakbij mijn huidige huis is opgegroeid, en blijkbaar moet ik toch eens verder kijken dan de Dendermondsesteenweg lang is.

monopole monopole

Pierre heeft het voorrecht zijn living te mogen delen met de andere gasten, voor wie de Monopole zo te zien evenzeer als living fungeert. De Monopole is geen neutrale ruimte waar je toevallig iets kan drinken … de Monopole is een leefruimte, bewaakt door haar eigen sfinx, gevuld met haar eigen geschiedenissen, met haar eigen mensen en verhalen.

Red de Monopole!
De sombere berichtgeving in de media over het verdwijnen van de volkscafés is in de Monopole harde realiteit. De dreigende gedwongen uitzetting uit het pand hangt al enkele jaren als een zwaard van Damocles boven het hoofd van uitbaatster Chris. Ze ‘loopt op de toppen van haar tenen’, zegt Chris. Al een jaar of twee wil de verhuurder haar uit het pand. Wellicht valt er meer geld te verdienen met bijvoorbeeld een reisbureau? Het proces is nog altijd hangende, maar elke dag kan het gedaan zijn. Chris is een kranige, bijzonder energieke vrouw, maar ik kan mij voorstellen dat het geen pretje moet zijn om elke dag opnieuw te moeten vrezen voor het voortbestaan van je levenswerk.

monopole

Voorzien de plannen voor het vernieuwde Sint-Pietersstation eigenlijk ook in ruimte voor volkscafés? Of is alle beschikbare ruimte al toegewezen aan de zoveelste keten uit de belegde broodjes-, de hamburger- en de stationstaverne-industrie? Moet de Monopole wijken voor de echte monopolisten? Te vrezen valt dat tegen het heersende maatschappelijk cynisme geen Miou, hoe schattig en statig ook, is opgewassen. Maar samen met Chris en Miou, samen met de vele vaste en minder vaste klanten, hopen we van ganser harte het tegendeel. Miauw!

© 2008 GENTBLOGT VZW

21 reacties »

  1. Reactie van cies van de kwis

    Elk station die naam waardig verdient zijn bruine cafés. Nu ze ook de achterkant gaan uitbreiden, zullen er ook daar enkele sneuvelen. Hoog tijd voor een inventarisatie?

  2. Reactie van tvdv

    doodjammer voor chris en haar klanten. iemand enig idee hoe het afgelopen is?

  3. Reactie van marc

    ik heb vroeger nog naast de living van Pierre gewoond :-) Heb me ook laten vertellen dat Chris overdag ergens aan de univ werkt. klopt dit?

    • Reactie van wouter

      ik kan mij inderdaad precies vaag iets van ‘unief en werken’ herinneren, maar door het teveel aan pintjes…Of was het zo dat Chris vroéger voor de unief werkte? Hendrik, jij nog enige herinnering?

    • Reactie van Peter VDA

      Vreemd! Ik Heb vroeger (jaren ’80) ook nog naast de living van Pierre gewoond. Boven wat nu het reisbureau is, toen een fotozaak.
      Chris werkte voor de unief. Ze was laborante of zoiets op de dienst biologie.
      Ik geloof dat ze al enige tijd met pensioen is.
      In de tijd dat ik daar nog woonde baatte ze het café met haar man uit. Maar die is bezweken aan een te grote voorliefde voor het product dat hij verkocht (sorry Chris als dit wat oneerbiedig klinkt). Vreemd, ik dacht dat het café, zoals trouwens zoveel cafés, eigendom was van een brouwerij.

  4. Reactie van PW

    ok Hendrik ik ben er weer klaar voor …

  5. Reactie van Stijn

    Misschien een beetje laat maar heb toch maar een groep gemaakt op Facebook. Het zou een schande zijn dat de Monopole dicht gaat!! Heb er verdomme nachten gespendeerd. Zal de kaartavonden met onze enige echte Jan Hoet nooit vergeten!

  6. Reactie van pvc

    Ge schrijft schitterend al ruikt uw intro ies te veel naar Een godverdomse dag op een godverdomse bol.

  7. Reactie van timo

    Krijg er allszinds toch zin van om aldaar keer een goeie frisse pint te gaan nuttigen!

  8. Reactie van Hilde

    tis daar goed zitten, toen ik de laatste keer ging waren er kittens, zoooooooooo schattig :)

  9. Reactie van Jean Marie DE WULF

    Wat zijn kittens?

    • Reactie van hendrik

      kleine koddige katjes zonder staartjes die dansen als je met de whiskas schut!

      • Reactie van rony coekaerts

        hendrik, poesjes zonder staartje, je hebt een verdorven geest, en ik weet kitten….:)
        jm., kittens komt natuurlijk uit het het engels, zoals puppy”s. kattejongen is misschien wat boers, maar dat zijn ze toevallig.
        dat w.vlamingen viggen voor biggen zeggen ligt aan wat anders(voor ik verdacht kan worden van enige vorm van xenofobie: ik weet zelf niet hoe de boeren uit mijn thuisstreek die varkensjongen noemen! maar mijn groot.vader uit brugge noemde die zo.}
        als kattenliefhebber intereseert me dat wel: hoe noemt men die jongen in de vele dialecten die in gent vertegenwoordigd zijn?
        kom niet af met: pluizeke wol, of zo iets.

  10. Reactie van wim uit budapest

    prachtig verslag en een ongelooflijk mooie eerste foto.
    Ik lees deze verslagen met veel plezier uit een stad waar in bepaalde wijken elke straathoek bijna nog een cafe heeft.

  11. Reactie van bert

    Leve de monopole ! unieke stamgasten, unieke sfeer !

  12. Reactie van gerda

    Heb juist telefoontje gehad van Chris. Ze is moe maar gelukkig …. ze heeft haar rechtszaak gewonnen en mag dus open blijven. Santé