Vergeten schrijvers: Jef Hinderdael (1)

zondag 14 december 2008 11u25 | Daniël van Ryssel | 1 reactie
Trefwoorden: , , .

Bij Gentblogt lappen we de seizoenen aan onze laars: onze literaire lente loopt het hele jaar door. Daniël van Ryssel, lange tijd redacteur van het tijdschrift Yang, is voor ons in zijn uitgebreide archieven gedoken. Hij heeft een reeks mooie stukjes geschreven over literaire figuren die op de achtergrond zijn geraakt, maar ooit een rol van enige betekenis hebben gespeeld.
Jef Hinderdael is de volgende in een rij vergeten schrijvers die weer voor het voetlicht worden gebracht.

HinderdaelAugust Joseph Hinderdael werd geboren te Gent in 1877. Het gezin woonde in de Bijlokevest. Zijn broer Caesar was toondichter. Zijn vader Severinus was behalve postmeester te Temse ook vegetariër (maar hij hield een schrift bij met overwegend vleesgerechten!) en zette zich in voor anti-vivisectie en natuurgeneeskunde. Dergelijke ideeën waren gegroeid uit zijn contact met de Nederlander Felix Ortt, natuurfilosoof, vegetariër, geheelonthouder, aanhanger van de Rein-Leven-Beweging, christen-anarchist en wetenschappelijk spiritist. Dit contact heeft ook in het leven van Jef een grote rol gespeeld: hij nam de ideeën van Ortt vrijwel integraal over.

Niet minder belangrijk voor Jef was J. Haller von Ziegesar, die enige tijd leraar is geweest aan het atheneum te Gent: naast zijn diepgewortelde Vlaamse overtuiging nam hij zijn sterke sympathieën voor de Alduitse Beweging over, wat hem tijdens de Eerste Wereldoorlog tot het activisme bracht en later voor het nationaal-socialisme liet gewonnen worden. Die ideeën werden tevens een constante in zijn literair werk en zijn grote en blijvende belangstelling voor de Duitse literatuur.

In 1909 huwde hij Marie Smet te Temse en begon hij een elektrische drukkerij, wat hem meteen in staat stelde enkele tijdschriften uit te geven: De Belgische Brievenbesteller, De Baanbreker, Goeden Dag, De Tijdgeest, Vrijzinnig Temse. In 1911 en 1913 werden in het gezin twee zonen geboren: Siegfried en Frithjof. In augustus 1914 week hij uit naar Soest in Nederland, waar hij een woning aangeboden kreeg op het terrein van de stichting “Chreestarchia”.

Hij had er goede contacten met Borms, De Clerq, Brulez en De Cneudt. In 1917 vertrok hij naar Brussel waar hij benoemd werd tot afdelingsoverste aan het Ministerie van Wetenschappen en Kunsten, later chef van de dienst Propagandageschriften. Na de oorlog werd hij wegens activisme bij verstek veroordeeld tot 20 jaar dwangarbeid. Hij bleef in Nederland en liet zich tot Nederlander naturaliseren. In 1930 doodde Frithjof, in een vlaag van waanzin, zijn eigen moeder. Na haar dood was Jef een geslagen man. In 1935 huwde hij Annie Ruys van de Vegetarische Beweging.

In die tijd las hij verwoed Nietzche, Freud, Jung en Krishnamurti. Ondertussen kende in Duitsland het nationaal-socialisme een geweldige opgang, maar Jef was daar pas echt voor gewonnen na een verblijf op de Lüneburger Heide. Zie : Brieven van de Lüneburger Heide (1939). De vroegere activist werd door de Tweede Wereldoorlog niet geschokt en het blad De Hollandsche Post waar hij al vóór de oorlog aan meewerkte en in 1937 hoofdredacteur van werd, evolueerde naar een soort Hitler-tribune voor Nederland, een tijdschrift voor nazigezinden.

Op het einde van de oorlog, in september 1944 week hij opnieuw uit naar de Lüneburger Heide, maar bij zijn terugkeer in 1945 werd hij in verschillende interneringskampen (1945-1947) opgesloten. Hij vond zijn geestelijke dood toen hij zag in welke volkomen chaos Hitler was geëindigd. Hij stierf te Soest in1948. Hij was een idealist, echter zonder de ruime kijk die men nodig heeft om op deze aarde te kunnen leven.

Vanaf 1893 was Jef te Temse actief in het nieuwsblad Schelde en publiceerde hij gedichten, verhalen, toneelstukken, boekbesprekingen, een vertaling van Körner, kritische bijdragen over Duitse literauuur en Zuid-Afrika in plaatselijke weekbladen en literaire tijdschriften zoals Dietsche Warande en Belfort en het politiek gerichte Germania. In 1905 bundelde hij samen met Johan Groenboom zijn jeugdverzen in Philippine. In Schaduwen Gods (1940) bracht hij zijn tussen 1905 en 1940 geschreven gedichten samen in een beperkte oplage van 50 exemplaren.

Het zijn enerzijds klassieke gedichten met een wat geforceerd rijmschema die getuigen van zijn zielenleven, anderzijds gedichten waarin hij meer aandacht heeft voor de boodschap dan voor schoonheid. In 1944 publiceerde hij Gensters, 80 punt en hekeldichten, een genre dat hem heel goed lag en waarin hij afrekende met alles en iedereen die hem tegen de borst had gestoten. Tijdens zijn internering schreef hij nog tal van nooit gepubliceerde gedichten.

Alle door Hinderdael vertaalde en zelf geschreven toneelstukken, o.a. Boeven (1903) stammen uit zijn jeugdjaren, vóór 1905. Zijn bedoeling: door toneel de mensen beter te maken door voor hen de weg te banen naar het Ware, het Goed en het Schone. Grote voorbeelden wil hij stellen, met geïdealiseerde personages. Realisme is enkel een soort jacht op grofheid.

Hinderdaels roman Een spel van groote kinderen werd geschreven tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar vond pas in 1937 een uitgever. In 1938 vertaald in het Duits als Spiel der grossen Kinder. Roman vom Kriegsausbruch in Flandern. Zuiver autobiografisch. De roman geeft inzicht in de oorzaken van het ontstaan van het activisme, waardoor hij zich onderscheidt van romans over hetzelfde thema van Simons, Meert, Suls en Thiry. Daarnaast schreef hij ook heel wat novellen en verhalen, meestal over vereenzaamde figuren, voor wie de wereld geen aandacht kan opbrengen.

Tenslotte heeft hij ook nog tal van essayistische (over literatuur en kunst ; over personen) en propagandistische teksten (ter verdediging van de Vlaamse zaak; reisindrukken; de mystiek en het God-aanvoelen van Meister Eckehart; nationaal-socialisme) geschreven.

Zijn Brieven van de Lüneburger Heide en zijn roman Een spel van groote kinderen verdienen zeker bewaard te blijven.

Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt 1973, deel A-L, p.664.
M. Hinderdael, Jef Hinderdael, een Vlaamse idealist, Wetenschappelijke Tijdingen, 38, Gent, 1979.
M. Hinderdael, Jef Hinderdael als schrijver, Wetenschappelijke Tijdingen, 39, Gent 1980.

© 2008 GENTBLOGT VZW

Eén reactie op Vergeten schrijvers: Jef Hinderdael (1)

  1. Reactie van Jean Marie DE WULF

    Was geen “giestige meuleneire”.