IT-Huis komt naar Gent
Jawel, u leest het goed, het zijn niet alleen glazen huizen die naar Gent komen. Er komt ook een IT-huis, daar wilden wij het fijne van weten, dus trokken we naar KlasCement. We zitten samen in het nieuwe kantoor van KlasCement, sinds oktober gevestigd in Gent. Voor mij zitten 13 leerkrachten die zich halftijds of voltijds met dit project bezighouden.
GB: Misschien met de deur in huis vallen: wie of wat is KlasCement?
Peter: KlasCement is dé portaalsite voor het onderwijs in Vlaanderen. Leerkrachten uit basis- en secundair onderwijs en studenten lerarenopleiding kunnen er duizenden dingen vinden die hen kunnen helpen bij hun taak. Het knappe eraan is dat die objecten van de leerkrachten zelf komen. KC is van en voor het onderwijs.
Bart: Noem ons initiatief de goeie ouwe (onderwijs)bib van vroeger met een schat aan hapklare educatieve brokjes. Alleen vind je deze bib nu online! Geen verre verplaatsingen, niet aanschuiven aan de balie, elke inzending altijd voor iedereen beschikbaar, geen beduimelde bladzijden in een versleten boekje maar een kraaknet, direct bruikbare onderwijsactiviteit die geplaatst werd door een collega. To the point en uitgetest in de praktijk!
GB: Wie zijn de meer dan 35.000 leden?
Dirk: Eén op drie Vlaamse leerkrachten is lid of kent KlasCement.
Bart: Een representatief staaltje onderwijsmensen van de meest doorgewinterde onderwijsvos tot de nog wat onervaren maar overenthousiaste pas afgestudeerde spring-in’t-veld.
GB:Jullie stellen onder andere lesmateriaal beschikbaar. Zijn hier geen problemen met auteursrechten?
Hans: Het delen van materiaal wordt inderdaad soms als een probleem ervaren omdat het niet leuk is als je vermoedt dat anderen met jouw pluimen gaan lopen. Toch heeft KlasCement hier een antwoord op. Leerkrachten kunnen zelf bepalen wat er met hun ‘eigendom’ mag gebeuren. Het magische woord heet Creative Commons. Zo bepaalt men zelf of het materiaal commercieel gebruikt mag worden of opnieuw gedeeld moet worden na bewerking.
GB: Zijn leerkrachten niet creatief genoeg (om het pejoratief uit te drukken)? Wat met de leerplannen, scholen kiezen toch ook eigen boeken?
Pascal: Als je (vooral) in het buitenland rond kijkt, dan merk je dat het meeste materiaal door de overheid annex uitgever ontworpen wordt. Onze leerkrachten zijn uitermate creatief, in die zin dat ze zelf lesdocumenten ontwerpen in een omgeving die voor hen bekend en veilig is. Verwacht geen mooi glanzend papier, een ingebonden boek of een professionele video. Het is hen niet om het jasje te doen, wel om de leerwinst. Hoe dichter het materiaal bij de leerling staat, des te beter deze daarmee overweg zal kunnen. Elke leraar legt trouwens eigen accenten en dat wordt door de leerlingen steeds geapprecieerd.
Rein: We krijgen veel dankbare reacties van beginnende leraren, die zich door deze collegialiteit gesteund voelen. Indirect helpen we dus misschien ‘de voortijdige vlucht’ van jonge collega’s in te dijken. Sommigen vinden de werklast namelijk te hoog of weten nog niet goed hoe ze bepaalde klassen moeten aanpakken. Als je dan een op maat gesneden les kan geven – zij het op basis van het materiaal van iemand anders – blijf je toch volhouden.
Inge: Aan lesmateriaal heb je vaak hard en lang gewerkt. Het is een fijn gevoel dat al dat werk gedeeld kan worden met anderen. Anderen kunnen erop reageren en dat levert vaak heel wat complimentjes op bij je materiaal. Leerkrachten komen buiten de vier muren van hun eigen klas. Hoe creatief ze ook zijn, soms kan de aanpak die je bij iemand anders vindt een goeie en vernieuwende input geven in je klaswerking.
GB: Wat met de leerplannen, scholen kiezen toch ook eigen boeken?
Bea: De eindtermen bepalen wat een leerling moet kennen en kunnen en het is de opdracht van de leraar om de leerlingen te begeleiden om die eindtermen te bereiken. Welk materiaal een leraar daarvoor moet gebruiken, is niet wettelijk vastgelegd. Er is een keuze aan handboeken, maar je kunt ook eigen materiaal gebruiken of materiaal dat je samen met collega’s gemaakt hebt.
Inge: Voor het buitengewoon onderwijs wordt er door de uitgeverijen zeer weinig materiaal ontwikkeld. De afzetmarkt is niet groot genoeg. De leerkrachten die les geven in het buitengewoon onderwijs maken dus over het algemeen hun materiaal allemaal zelf. Voor hen is KlasCement dus zeker een hulpmiddel. Zeker beginnende leerkrachten krijgen zo bij de start meer ademruimte.
GB: Hebben jullie specialisten didactiek in huis die lesmateriaal, sites, etc aanraden aangepast aan de diverse leeftijdsgroepen? Ik kan me inbeelden dat spelletjes voor kleuters aan andere eisen moeten voldoen dan spelletjes voor kinderen uit de lagere school.
Vincent: Elk document moet aan een aantal kwaliteitseisen voldoen. Zo moet de inzender steeds vermelden voor welke doelgroep, voor welke leeftijd, voor welk vak… het materiaal beschikbaar gesteld wordt. We noemen dat ‘metadatering’. Op die manier zijn wij ook heel goed op de hoogte welk materiaal waardevol is. Er wordt ook opgevolgd welke inzendingen positieve commentaar en een hoge score (sterren) krijgen. Regelmatig worden deze leden in de bloemetjes gezet. Er worden ook prijzen uitgedeeld. We belonen die leerkracht soms met twee filmtickets. Uiteraard wordt daar uitvoerig verslag over gedaan en zijn het precies die inzendingen door de andere 34999 leerkrachten als waardevol zullen gezien worden. Het is zelfs niet zo moeilijk om goed materiaal te vinden. Iedere gebruiker kan zien hoeveel keer een document bekeken werd. Materiaal dat de voorbij maand duizenden keer bekeken werd, zal hoogst waarschijnlijk interessanter zijn dan het document dat maar één of twee keer werd geopend.
Peter: Inzendingen op KlasCement voldoen aan vrij strenge kwaliteitseisen maar uiteindelijk zal de eindgebruiker – de collega die inlogt op de site op zoek naar bruikbaar materiaal – zelf vanuit zijn deskundigheid en ervaring bepalen of en in welke mate hij het aanbod kan gebruiken. We mogen de kritische ingesteldheid en competentie van leerkrachten niet onderschatten.
GB: Behalve het Glazen huis komt er nu ook een IT-huis in Gent. Wat hopen jullie hier mee te bereiken?
Steven: We proberen samen met bestaande organisaties een verborgen groep mensen kansen te bieden om op een zeer laagdrempelige manier kennis te maken met ‘de computer’ en alles wat je er zoal mee kan doen.
Lies: Het huis helpt mee aan elk laagdrempelig opstapje voor kansarmen naar allerhande praktische IT-toepassingen. Digitaal analfabetisme wegvlakken, kansen bieden, vormen!
GB: “Het IT-huis wordt een ontmoetingsplaats voor organisaties die werken met mensen uit kansarme milieus”, lees ik. Hoe moet ik me dat concreet voorstellen? Kunnen geïnteresseerde organisaties jullie contacteren of hebben jullie al voldoende partners?
Peter: Concreet zal het mijn opdracht zijn om als coördinator de lokale (en later nationale) initiatieven samen te brengen en te ondersteunen. Er zijn ook heel wat waardevolle initiatieven die in de rand oog hebben voor digitale geletterdheid. We willen hen helpen door kwaliteit toe te voegen. Ervaren leerkrachten (onze leden) zullen bijvoorbeeld instaan voor de opleidingen of het ontwikkelen van lesmateriaal. We kregen voor dit project alvast de steun van Telenet Foundation.
Hans: Wat heet voldoende? We weten dat de stad Gent nu al zeer veel inspanningen levert en dat er her en der punten (digi-dots) zijn waar de bevolking terecht kan. We hadden reeds een gesprek met schepen Rudy Coddens. We hebben al contact met (hoge)scholen en leerkrachten. Voor een aantal organistaties is KlasCement natuurlijk ook geen onbekende. We worden steeds vaker met open armen ontvangen juist omwille van onze communicatiekracht.
GB: Wie willen jullie bereiken met de iSchool? Kunnen ouders en grootouders langslopen in het IT-huis, moeten ze een afspraak maken, komen er specifieke workshops?
Pascal: Het deelproject iSchool is een van de eerste in een rij van vier (iBib, iThema, iThuis). Scholen stellen hun infrastructuur beschikbaar om zo een brede school te vormen, een school waar niet alleen kinderen opgeleid worden maar ook een plek waar ouders (uit kansarme milieus) terecht kunnen voor basisopleidingen. De school is trouwens heel goed geplaatst om de ‘behoeftigen’ te detecteren. De school kent z’n leerlingen het best.
In een later stadium zal het iThuis een plek worden waar rond verschillende thema’s (iThema) lesmateriaal ontwikkeld wordt. IT is niet alleen ‘computer’ maar kan bij voorbeeld ook te maken hebben met ‘digitaal betalingsverkeer’.
GB: Jullie ontlenen ook materiaal (projectoren, videocamera’s,…)? Wie kan die komen lenen?
Hans: Het is zo dat KlasCement reeds geruime tijd – via z’n project Classy – materiaal ter beschikking stelt van scholen en leerkrachten. We willen deze doelgroep nu uitbreiden tot organisaties die rond IT iets willen doen maar niet over de apparatuur beschikken. Het gaat hier natuurlijk over non-profit organisaties die ook rond ‘digitale kloof’ bezig zijn.
GB:In het persbericht staat dat er plannen zijn om ook in andere regio’s een IT-huis te openen, hoe concreet zijn die plannen?
Pascal: Het was reeds van bij het voorontwerp van dit dossier de bedoeling er geen ‘eindig’ project van te maken. Gesubsidieerde projecten eindigen meestal als de geldschieter weg valt. KlasCement bestaat nu al meer dan tien jaar en we zijn ervan overtuigd dat we na de ‘officiële’ twee jaar precies door het samenbrengen van verschillende organisaties ook in andere steden het IT-huis als aanspreekpunt kunnen uitbouwen.
De eerste info vind je op www.ithuis.be
© 2008 GENTBLOGT VZW
Heel mooi initiatief!