Baba Moon: als muziek samen hoort
Ergens begin vorig jaar kreeg ik de cd Bamako Jazz, uitgebracht door het Bab Sissoko Ensemble op het W.E.R.F.-label, in handen. Ik vond het eigenlijk maar een weinig begeesterend album, ondanks de toch wel uitstekende muzikanten die in de groep een plaatsje hadden gevonden. Veel heeft die cd hier niet opgelegen, en nu ik er opnieuw naar luister, zie ik er eigenlijk nog steeds geen krachtige meerwaarde in. “Ga toch maar naar dat concert,” had iemand mij ingefluisterd, “daar krijgt ge een gans andere Sissoko te horen.”
Het Baba Sissoko tama-orkest trad voor een volle Theaterzaal op met Aka Moon. Meer experimenteel genoegen, dacht ik initieel, maar dat kon niet verder van de waarheid zijn. Waar in de W.E.R.F.-opname de Afrikaanse muziek vaak ofwel mondjesmaat ofwel bijna exclusief mocht doorsijpelen in de Belgische jazz, zouden voor deze nieuwe samenwerking de Westerse en Afrikaanse invloeden veel evenwichtiger op elkaar zijn ingesteld. Kortom, Cassol en Sissoko mochten aantonen dat een groep veel meer is dan de som van de delen.
Het concert begon offstage. De leden van het tama-orkest traden zingend uit de coulissen, en pas toen Baba Sissoko en ook de drie Aka Mooners het podium betraden, volgde een aarzelend applaus van het publiek. Die aarzeling zou het hele concert blijven, ondanks de meeslepende muziek en de overvloedige communicatie van de groep.
De nadruk voor dit concert lag op het ritme, en even waande ik mij in het begin van de jaren 90, met de herontdekking van de Afrikaanse muziek zoals van de Senegalees Youssou N’Dour. Niet zo heel veraf overigens, want Mali, waar het tama-orkest van afkomstig is, is een buurland van Senegal.
De ritmes hielden het niet bij het traditionele Afrikaanse verwachtingspatroon, maar gingen vaak complexer aan het phasen, zoals bij minimalistische muziek (Steve Reich is daar sterk in). Phasing is een techniek waarbij twee of meerdere instrumenten een gelijkaardig patroon spelen, in een licht verschillend ritme, waardoor het lijkt alsof ze elkaar achterna hollen. De muziek kwam heel vanzelfsprekend en vloeiend over, en ik heb zelden een mooiere aanvulling gehoord tussen Afrikaanse en Westerse muziek.
Opvallend was ook hoe Fabrizio Cassol de touwtjes sterk in handen hield. De muziek mocht dan wel organisch klinken, Cassol wist welke klemtonen waar en op welke momenten hoorden, en het was mooi om te zien dat de groepsleden hem in die rol vertrouwden. Het was overigens meer begeleiderschap dan leiderschap, waaruit een groot wederzijds respect sprak.
Een staande ovatie voor en na het encore waren het verdiende einde van een boeiend concert. Er wordt overigens opnieuw gewerkt aan een album, waarop men na het concert reeds kon intekenen.
Baba Sissoko tama-orkest & Aka Moon, meegemaakt op woensdag 1 april in de Theaterzaal van Vooruit
© 2009 GENTBLOGT VZW