Paul Bley

dinsdag 19 mei 2009 14u02 | Bruno Bollaert | reageer
Trefwoorden: , , , .

Het is niet vanzelfsprekend om een concert zoals dat van Paul Bley, vrijdag in de Theaterzaal van Vooruit, te beoordelen. Een luttele twee jaar geleden schonk de man ons –35 jaar na zijn ophefmakende eerste solo plaat– een niet te negeren album Solo in Mondsee. Voor de jazzwereld leek het wel alsof Bley herboren was –niet dat hij ooit was weggeweest, maar Bley maakt nu eenmaal geen muziek die als zoetebroodjes over de toonbank schuift. Het album werd overigens reeds in 2001 opgenomen, maar pas in 2007 op het ECM label uitgebracht. 77 kaarsjes mag hij later dit jaar uitblazen, en het historisch belang van Paul Bley kan eigenlijk moeilijk overschat worden.

Van Paul Bley wordt verteld dat hij de studio binnenstapt, exact een cd volspeelt, en weer naar huis trekt. Zijn (dure) autobiografie die in 1999 werd gepubliceerd bevat dan ook een Selected Discografie die meer dan 10 bladzijden beslaat; een afzonderlijke discografie werd voordien, in 1995, gecompileerd, en bevat meer dan 400 albums.

Bleys leeftijd begint ondertussen een beetje zijn tol te eisen. Toen het publiek de zaal binnen mocht, zat hij reeds aan de piano, en aan het einde van het concert schuifelde hij moeizaam de coulissen in, waar hem in het halfduister een kruk werd aangereikt. Het hoeft weinig verwondering dat die tekenen van ouderdom ook in het optreden doordringen; de Paul Bley die we vrijdag te horen kregen, kwam heel verschillend over dan diegene van de heel gekuiste ECM sound op Solo in Mondsee.

Paul Bley Paul Bley

Begrijp dat niet verkeerd: Bley speelt meesterlijk. De virtuositeit zit samen met het vakmanschap in zijn vingers en handen, die probleemloos onafhankelijk van elkaar spelen. De manier waarop hij de lyriek met dissonantie vermengt is vaak verbazingwekkend om te horen. Alleen wil artrose die vingers tegenwoordig wel eens overmeesteren. En waar Wayne Shorter een ganse band rond zich heeft om even tegen de piano geleund te kunnen uitblazen, moet Paul Bley eenzaam die kramp negeren. “Je kunt beter inspelen op de verzuchtingen van je handen”, liet Bley optekenen, een citaat dat nu misschien op een andere manier van toepassing wordt.

Als introductie tot Bley kon het concert wel tellen. Het free gedeelte werd voorzichtig en schijnbaar met mondjesmaat geserveerd, veelal een beetje verscholen onder een lyrisch laagje vernis. Thema’s werden aangesneden en verhaspeld, en de pianist stak vol overtuiging de draak met zichzelf én met het publiek. Vergelijkingen met de klankkleur van Keith Jarrett zijn vanzelfsprekend, terwijl die laatste veel meer en gemakkelijker ingang heeft gevonden bij het grote publiek.

Ook daar ligt een deel van het belang van dit concert: iemand als Paul Bley mag niet zomaar worden genegeerd of vergeten. En als het publiek achteraf benieuwd of geprikkeld naar huis kan keren, dan is de opdracht geslaagd. Misschien wordt het tijd om die biografie eens te herlezen.

Paul Bley, gehoord in de Theaterzaal van Vooruit op vrijdag 15/05/2009

Getipt

© 2009 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.