Congolese kunstenares Rhode Bath-Schéba Makoumbou stelt tentoon

donderdag 16 juli 2009 9u29 | Frank Bombeke | reageer
Trefwoorden: , , .

Zoals u gisteren reeds kon lezen, organiseert het Forum van Vlaamse Vrouwen (FVV) een overzichtstentoonstelling met werken van de Brussels-Congolese kunstenares Rhode Bath-Schéba Makoumbou.

In volgend gastartikel uit Wij Vrouwen+ maken we nader kennis met de de kunstenares en haar werk. Martien Bode, directrice van FVV, interviewt Rhode Bath-Schéba Makoumbou.

11juli

Wanneer en waar ben je geboren?

Rhode: Ik ben geboren op 29 augustus 1976 in Brazzaville, de hoofdstad van de Republiek Congo. Ik heb twee zussen en een broer, ik ben de oudste. Zelf heb ik drie kinderen: drie jongens van 11, 9 en 6 jaar.

Heb je het artistieke talent van thuis uit meegekregen?

Rhode: Zeer zeker. Mijn vader is de in Congo erg bekende kunstenaar David Makoumbou. Hij heeft me gevormd tot wat ik nu ben. Van in mijn prilste kinderjaren en later tussen het schoolgaan door, kon je me altijd in zijn atelier vinden.

Heb je een artistieke schoolopleiding gevolgd?

Rhode: Neen, naast de vorming en vooral de invloed van mijn vader heb ik geen ‘echte’ artistieke opleiding gehad. Als jonge vrouw kwam het trouwens helemaal niet in me op om van mijn kunst mijn beroep te maken. In 1997 heb ik me ingeschreven aan de universiteit, richting journalistiek. Door de oorlogen in Congo heb ik mijn studies jammer genoeg moeten onderbreken en door allerlei omstandigheden heb ik me voltijds op mijn kunstenaarsloopbaan gestort.

Kan je in Congo als kunstenaar overleven?

Rhode: Dat is inderdaad zeer moeilijk, bijna onmogelijk. De doorsnee Congolees heeft geen benul van de waarde van kunst(werken). Tentoonstellingen zijn eerder zeldzaam en de personen die kunst kopen, zijn voor het grootste deel Westerlingen. Ik had vrij snel door dat, als ik zou willen leven van mijn kunst, ik maar één optie had: vertrekken naar het buitenland!

Sinds wanneer woon je in Brussel?

Rhode: Ik woon en werk hier sinds 2004.

Waarom koos je voor Brussel?

Rhode: Dat is eerder toevallig gekomen. In 2003 kon ik tentoonstellen in Saint-Etienne in Frankrijk. Ik besliste om een aantal galerijen te bezoeken in Brussel. Daar ontmoette ik de galerijuitbater Marc Somville. Hij heeft me onder zijn vleugels genomen en enorm veel geïnvesteerd in de promotie van mijn kunstwerken. Kortom, hij werd mijn manager… En niet zonder resultaat… Het mag gezegd! (glundert)

Zijn er grote verschillen tussen de kunstscène in Congo en de kunstwereld in ons land?

Rhode: Och ja, de verschillen zijn enorm! Tot voor enkele jaren waren er zo goed als geen galerijen. Hooguit één of twee. En die weinige galerijen organiseerden zeker geen individuele tentoonstellingen. Men koos vooral voor collectieve exposities.

Er is in Congo Brazzaville wel een heel actief Centre Culturel Français dat regelmatig tentoonstellingen wijdt aan zowel Congolese kunstenaars als aan buitenlandse kunstenaars. En dan is er uiteraard de bekende school Poto-Poto, gesticht in 1951, die nog steeds een actieve werking heeft en een podium biedt aan alle artiesten die er zijn afgestudeerd. Tentoonstellingen worden vooral georganiseerd in hotels of andere publieke plaatsen. Heel recent is er nu de Galerie Congo bijgekomen, opgericht door de krant Les Dépêches de Brazzaville. Deze galerij zal ongetwijfeld heel belangrijk worden voor de plastische kunsten!

Het grote probleem in Congo is dat de bevolking nog steeds weinig geïnteresseerd is in de kunsten en zich er bijgevolg ook niet voor verplaatst.
Ik ben ervan overtuigd dat kunstenaars in Congo zelf het heft in handen zullen moeten nemen. M.a.w. zelf naar de mensen toegaan en hen bewust maken van de schoonheid van kunst, hen leren genieten van kunst,… en dat geldt voor alle lagen van de bevolking, he!

Denk je dat dat realistisch is in een arm land als Congo?

Rhode: Het zal inderdaad niet evident zijn: de levensomstandigheden zijn er heel triest en de meerderheid van de bevolking denkt dagelijks enkel en alleen aan voedsel: “Zullen we vandaag de kinderen te eten kunnen geven?”. ‘Overleven’ is prioritair!

Onlangs ben je voor het eerst sinds drie jaar opnieuw naar Brazzaville geweest. Hoe was het weerzien?

Rhode: Het weerzien was absoluut ‘fenomenaal’ (articuleert). Weet je, in Congo hebben ze geen oog voor artistiek talent… maar eens je het gemaakt hebt in het buitenland word je in je thuisland met open armen ontvangen… meer nog, je wordt er op handen gedragen…, heel vreemd, maar heel fijn.

Je woont in de typische Matongéwijk in Brussel. Heeft deze wijk een specifieke betekenis voor je?

Rhode: Marc woonde hier al… Ik ben gewoon bij hem komen wonen. Ondertussen voel ik me hier al heel goed thuis. Nu, door de Afrikaanse sfeer hier is dat niet moeilijk, he. Maar wat me vooral treft aan Brussel in het algemeen, is het feit dat de culturele diversiteit hier aanvaard wordt, hier bijna ‘gewoon’ is. Bovendien geeft men hier aan ieder van ons de kans zijn of haar eigen culturele identiteit te bewaren. Brussel is echt een voorbeeldstad op gebied van het in de praktijk brengen van de integratie. Akkoord, er zijn nog wel wat problemen, maar de verantwoordelijken – zowel op politiek als op sociaal en cultureel vlak – doen heel erg hun best om die weg te werken. In mijn ogen is de multiculturele samenleving trouwens een enorme intellectuele verrijking!

Hoe zou jij je kunst omschrijven?

Rhode: Ik heb altijd al kunst willen maken die verstaanbaar is en zichtbaar voor het brede publiek. Ik wil dat het kunstwerk voor zich spreekt. Ik ben heel erg bezig met de vraag naar ‘betekenis’. Wat mij interesseert, is de verhouding, de samenhang tussen de artistieke creatie en het leven van de mensen. Daarom probeer ik op mijn doek of in mijn beeldhouwwerk op een artistiek-realistische wijze over te brengen wat ik vanaf mijn geboorte heb gezien. Of het nu gaat over werken, feesten, over vreugde of verdriet… Om het even.

De vrouw heeft een belangrijke plaats in je werk.

Rhode: In mijn artistiek werk tracht ik de Congolese vrouw in de schijnwerpers te plaatsen, meer bepaald de vrouw tijdens haar leven van alledag. Mijn werk is een ode aan de Afrikaanse vrouw: een vrouw van actie; een moedige vrouw; een vrouw die alles bemoedert, die zich bekommert om het dagelijkse leven. Kijk bijvoorbeeld naar mijn beeldhouwwerk Het Zogen! Het moederschap maakt immers deel uit van het dagelijkse leven in de échte betekenis van het woord. De Afrikaanse vrouw geeft haar kinderen heel lang de borst, bindt haar kinderen op de rug,… De Afrikaanse vrouw en haar kind zijn bij wijze van spreken één… Of ze nu aan het werk is of niet: ze vormen samen een geheel!

In feite ben je via je kunstwerken dan toch een beetje journaliste geworden …

Rhode: In zekere zin wel, ja. Of toch zeker en vast archivaris. Kunstenaars hebben trouwens een gezamenlijk doel: hun tijdperk vastleggen voor het nageslacht!

Verschillende van je beeldhouwwerken zijn wel heel erg groot. Beschrijf eens voor onze lezers hoe je ze maakt.

Rhode: Voor mijn beeldhouwwerken heb ik een heel eigen en heel persoonlijke techniek ontwikkeld. Ik gebruik zaagsel en houtlijm op een metalen structuur omzwachteld met doeken. Ondanks de technische moeilijkheden en het tijdsgebrek om een groot beeldhouwwerk te realiseren, moet een kunstenaar mijns inziens zichzelf en de eigen creaties overtreffen. Ik heb werken willen creëren die indruk maken door hun grootsheid, door hun techniek, maar vooral toch door hun karakter en inhoud!

Je schildert en je sculpteert … Waar gaat je voorkeur naartoe? Wat doe je het liefst?

Rhode: Dat is een moeilijke vraag. Ik heb er eigenlijk zelf geen antwoord op… . Het is net door te schilderen dat ik zin kreeg om ook te gaan beeldhouwen. Als ik een schilderij af had, kreeg ik meer en meer zin om dat doek ook driedimensionaal te zien … Mijn beeldhouwwerken zijn dan ook, bij wijze van spreken, figuren die uit hun doek gestapt zijn … Nu, ik blijf schilderen, maar ik heb het gevoel dat ik me creatief beter kan uitleven in mijn beeldhouwwerk … Of zoals ze het in het Nederlands zeggen: “Ik kan er mijn creatief ei in kwijt”. (lacht)

Je stelt graag tentoon onder de titel Kunst als getuige. Waarover wil je getuigen met je kunst?

Rhode: Ik ben een kunstenaar die rechtstreeks vat wil hebben op de realiteit. Die wil voelen wat leeft onder de mensen. Ik hecht heel veel belang aan mijn culturele Afrikaanse identiteit … Niet in tegenstelling tot andere culturen. Integendeel. Ik zie die ‘eigen identiteit’ als een rijkdom, ook voor andere culturen; als één van de vele bronnen voor culturele diversiteit.

Ik probeer één van die mensen te zijn die zich bewust is van de negatieve effecten van de mondialisering. Door de mondialisering worden alle menselijke waarden in eenzelfde vorm gegoten waardoor ons intellectueel universum uitmergelt en verarmt. Ik sta open voor andere culturen in termen van uitwisseling en als bronnen van invloed en intellectuele bevruchting.

Jij bent dus duidelijk één van die artiesten die door middel van de kunst een boodschap willen uitdragen naar de mensheid.

Rhode: Goed integreren kan je pas als je jezelf kent. Als je weet wie je bent en als je weet waar je vandaan komt. Je mag je verleden niet negeren, niet ontkennen of miskennen. Er is altijd die historische waarheid waar je niet omheen kan. Ik, voor mij, diep opnieuw de activiteiten op gelinkt aan een aantal tradities en dat heeft niets te maken met armoede. Integendeel: ik spreek in termen van rijkdommen, meer bepaald Afrikaanse rijkdommen die we ons absoluut moeten blijven herinneren; rijkdommen die we moeten koesteren! Afrika staat in zekere zin nog dicht bij de natuur. Dat is niet negatief, noch afkeurend bedoeld. Wel integendeel, die rijkdom is ook kennis. Ik hecht veel belang aan zekerheid, aan een houvast. Wie een houvast heeft, begrijpt immers veel beter de evolutie van de mensheid. Je eigen houvast, je eigen tradities, mag je onder géén enkel beding negeren, laat staan vergeten! In werkelijkheid breng ik dus een boodschap van herinnering. Ja, dat is mijn boodschap aan de mensheid.

De problemen van Congo zijn, op zijn zachtst gezegd, uitzichtloos: oorlog, seksuele terreur, corruptie, een eindeloze schuldenberg, immense pollutie,… Heb je niet de drang om je landgenoten concreet te helpen?

Rhode: Ik ben blij dat je me deze vraag stelt… Alhoewel het op dit moment kalm is in mijn streek, is dat allesbehalve het geval in de Democratische Republiek Congo. Op artistiek vlak heb ik nog geen kunstvorm gevonden om één van mijn creaties aan één van deze thema’s te wijden. Maar ik denk erover na, absoluut. Weet je, de oplossing voor al het leed dat je daar opsomt, is economische en sociale ontwikkeling. Met mijn bescheiden middelen heb ik enkele projecten die ik wil realiseren in Brazzaville. Ik denk dan vooral aan kleine ondernemingen zoals een kinderkribbe, een timmerbedrijfje en uiteraard een artistiek atelier… (lacht)

De tentoonstelling in Gent is min of meer je debuut in Vlaanderen. Wat verwacht je ervan?

Rhode: Sinds ik tentoonstel in Europa moet ik zeggen dat ik overal in het algemeen zeer goed ontvangen word. Ik krijg zeer veel aanmoedigingen en gelukwensen. Ik krijg ten andere onwaarschijnlijk veel aanvragen voor tentoonstellingen. Het is moeilijk om mijn agenda bij te houden. Nu, ik merk op dat in Vlaanderen de meerderheid van de bevolking veel waarde hecht aan de artistieke creatie … ik heb er dus alle vertrouwen in!

Wij van onze kant zijn fier, ‘de trots van Congo’ te mogen verwelkomen in Gent. Ook wij hebben er alle vertrouwen in… bedankt Rhode en succes met alles wat je doet.

Martien Bode

www.rhodemakoumbou.eu
www.vlaamsevrouwen.org

‘Congo in Contrast’ – Van dagdagelijks leven tot oorlogsverkrachtingen -Tentoonstellingsproject met tal van nevenactiviteiten
Rhode Bath- Schéba Makoumbou

Oorlog Life: Foto’s van Peter Verlinden, VRT-journalist
12 juli – 27 juli 2009, 10u – 17u
Augustijnenklooster, Academiestraat 1 te 9000 Gent
Toegang gratis

Op zondag 19 juli en zondag 26 juli, telkens om 14u, kan je Rhode Makoumbou “live” aan het werk zien.

© 2009 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.