Als een kater het mooie weer uitmaakt…

zaterdag 25 juli 2009 18u28 | Francis Faes | reageer
Trefwoorden: , , .

Ik ben doorheen de jaren een stuk rustiger geworden. Ook wat uitgaan betreft. Echt bacchanale toestanden hoeven allang niet meer voor mij. En toch overvalt het mij nog soms. Meestal op onverwachte momenten. Zoals afgelopen woensdag, de vijfde dag van de Feesten. Ik had ‘s middags nog wat rondgekuierd in het centrum van onze Arteveldestad en mijn ogen de vrije kost gegeven. Mensen observeren is mettertijd mijn meest favoriete bezigheid geworden. Omdat ik mij dan heimelijk genoegzaam kan wentelen in ongeremde overpeinzingen. Die ik naar anderen toe soms zelfs niet durf te verwoorden. Het uiten van doorleefde vrije associaties maakt immers dat je jezelf kwetsbaar bloot geeft. En precies dat schrikt af. Al kan het voor jezelf uitermate helend werken. Als vooroordelen en clichés ongelimiteerd mogen worden doorleefd. Het ongebreideld uitvergroten van andermans minpunten als uitlaatklep voor de eigen tekortkomingen en frustraties. Noem het, voor mijn part, een vorm van voyeuristische catharsis. Maar goed. Ik ging daarna naar huis om een hapje te eten. Omdat ik niet te roekeloos wil omgaan met de knip van mijn geldbeurs. Ik hou nu eenmaal niet van een lege portemonnee. Bovendien heb ik het ook niet meer zo begrepen op massamanifestaties. Ik heb ondertussen geleerd hoe claustrofobische gevoelens kunnen gemeden worden. Een rustig avondje thuis dus. Wetende dat ik daardoor wellicht heel wat missen zou. Er moeten in het leven echter keuzes worden gemaakt. Maar net toen ik mij knus gesetteld had ging de telefoon. Het was mijn knipperlichtrelatie die mij vroeg of ik geen zin had om naar het Café Chantant te gaan bij’ De Vieze Gasten. Ik was er vorig jaar al geweest en had er intens genoten. Veel overtuigingskracht was er dus niet nodig. Temeer omdat ik haar al een tijdje niet meer had gezien en ik ook het kleine ettertje, zijnde haar neefje, nog wel eens wilde knuffelen.

En ik heb er weerom geen spijt van gehad. Het gezelligste theaterzaaltje van Gent zat afgeladen vol. En je voelde het al bij het binnenkomen. De vibraties. Het onbeschroomd openstaan voor wat komen zou. Iedereen had er duidelijk zin in. De deelnemers én de toeschouwers! ’t Was ontroerend mooi. Stel je het gewoon maar eens voor: mensen zoals jij en ik die dingen van zichzelf zomaar willen doorgeven. Wat ooit zelf doorleefd werd met anderen onvoorwaardelijk willen delen. Ongekunstelde pretentieloosheid. Een oude man die, vanuit eigen opgedane levenservaringen, wat zit te gekscheren. Een jonge blonde deerne die een bestaand levenslied ten gehore brengt op een manier dat het origineel erbij verbleekt. Armando Dios, de man die zich rolstoelmatig door het leven een weg tracht te banen, heb ik gemist. Ik heb hem wel de hand mogen schudden. Hem kunnen zeggen hoezeer ik heb genoten van zijn vorige optredens. Ach, en er was nog zoveel meer. Zoveel meer. Ik werd overweldigd door de grootsheid van kleine verhalen. En het mag en moet worden gezegd: het verwerken van indrukken wordt steeds moeilijker.

Ik ben blijven overnachten bij mijn vriendin. Er is veel bij- en uitgepraat. Weliswaar met de nodige drank. Vandaar de titel van dit schrijfsel. En al heeft dit alles misschien niets te maken met de Gentse Feesten op zich… nu al zal ik deze Feesten voor de rest van mijn leven blijven associëren met iets fantastisch moois. Al heb ik de zesde dag volledig gemist. Er zijn ergere dingen in het leven.

© 2009 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.