Public Enemies
Hoeveel politie-en-bandiet-verhaaltjes kan een mens aan? Er kan altijd wel eentje bij, zo bewijst Michael Mann, de regisseur die ik vooral onthou van The last of the Mohicans en uiteraard het legendarisch geworden Heat. Veel meer van zijn werk heb ik eigenlijk niet gezien, moet ik toegeven.
Mann leverde met Public Enemies een niet te geromantiseerde knappe kat-en-muisverfilming af van een van de laatste grote gangsters van de 20ste eeuw vertolkt door een schitterende Johnny Depp. Johnny Depp zegt u? De man die de laatste jaren enkel cartooneske burleske figuren speelde? Inderdaad. De laatste serieuze rol waarin ik hem herinner was als inspecteur in “From Hell”. Dit keer speelt hij de übercoole untouchable John Dillinger.
De periode van de drooglegging in het Amerika van de jaren 30 spreekt tot de verbeelding. Het is de tijd van de gangsters en de bankovervallen. De jazzy Chicago clubs met zwoele ragtime. Blitse oldtimers, verleidelijke vrouwen in knappe outfits, en het paradijs op aarde voor gangsters die zoals bv Bonnie & Clyde tot publiekslievelingen werden uitgeroepen. De laatste outlaws. Het wilde westen in een 20ste-eeuws kleedje. Al komt de ondergrondse maffia ook al opzetten en begint Justitie zich te organiseren waardoor het einde van een tijdperk aanbreekt.
De openingsscène begint met de fameuze knappe ontsnapping uit Lima, the Indiana State Prison. Dillinger ontsnapt met enkele getrouwen op ingenieuze wijze en maakt gebruik van de alom tegenwoordige corruptie en safe havens om onopgemerkt tussen het volk te leven en zich te verplaatsen nog voor de politie hem op het spoor komt. Hij overvalt de ene na de andere bank waardoor de overheid zich genoodzaakt ziet enkele supertroopers op hem af te sturen. Special Agent Melvin Purvis, gespeeld door een droge kleurloze Christiane Bale (of is het gewoon Purvis die kleurloos en droog is?) krijgt de taak om John Dillinger te pakken: dood of dood. Zijn baas John Edgar Hoover, de latere baas van het FBI, staat onder grote druk om zijn Bureau meer slagkracht te laten geven en voert een heuse mediaoorlog. De druk op Purvis is groot, maar daarmee neemt ook de druk op Dillinger gestadig toe.
Het speciale team heeft andere werkwijzen, heeft meer middelen dan de gewone politie en komt een stuk efficiënter uit de hoek. Slechts heel traag begrijpen de ongenaakbare gangsters dat hun leven niet meer zo simpel is.
Purvis’ Team komt de een na de ander op het spoor en verrast de bende steeds opnieuw. Dillinger kan telkens op het nippertje ontkomen, maar zijn kompanen laten de een na de ander het leven in een wild vuurgevecht.
Ondertussen wist John de knappe Billie Frechette (een charmante Marion Cotillard als niet-zo-naïef-als-ze-zich-voordoet gangsterliefje), te veroveren voor wie hij door het vuur wil gaan.
Het cliché heeft het altijd gezegd: vrouwen worden iemands ondergang.
Het gevaar kwam zoals we weten echter niet van zijn geliefde Frechette, maar van een Roemeense bordeelhoudster waar hij bevriend mee was. Na een avondje cinema in het legendarisch geworden Biograph Theatre sluit het net zich rond Dillinger.
Iedereen weet hoe het met Dillinger afliep, maar Michael Mann schetst een knap beeld van een verloren tijdperk, een tot de verbeelding sprekende boef en de jacht erop. De settings en decors zijn heel authentiek functioneel. De muziekscore werd schitterend gebruikt om de tragiek van de ondergang in de verf te zetten. De vuurgevechten tippen niet aan de scènes uit Heat, maar hoeven zeker niet onder te doen qua entertainment en spanning zoals de scène van Little Bohemia Lodge.
De hele film draait weliswaar rond Dillinger en dus vooral Johnny Depp terwijl de andere karakters duidelijk in de schaduw blijven staan, uitgezonderd misschien Billie Frechette.
Wie niet genoeg krijgt van de hete zomeravonden kan alvast gaan zweten van de spanning. Bij het verlaten van de zaal is het best om je behoefte te bedwingen om je wild rond je heen schietend een weg naar buiten te banen.
© 2009 GENTBLOGT VZW