Boombalfestival 2009: het verslag (1)
Eén keer per jaar krijgt de Boomstraat in Gent een verlengstukje in… Lovendegem. Want dan slaat het boombalgebeuren – dat volgens de geschiedschrijving zijn ontstaan kende in (en zijn naam dankt aan) die Boomstraat – zijn tenten op in een weide aan de Boterhoek, een prachtig met knotwilgen en populieren omkranst terrein, dat voor de duur van een lang weekend plaats biedt aan het intussen vier jaar oude Boombalfestival.
Voor de oudere jongeren onder ons die nostalgisch terugdenken aan Torhout of Dranouter in de jaren 80, lijkt dit op een mogelijke nieuwe place to be, zij het dan in een muzikaal beperktere format: hop met de beentjes, en Danseuh! op de tonen van allerhande (bal)folk. Lovendegem vertoont op die dagen dan ook een sterk verhoogde concentratie van accordeons, draailieren en violen.
Het concept is intussen welbekend: u leert er ‘s namiddags (volks)dansen onder kundige leiding van een aantal dansleerkrachten, en ‘s avonds kan u die nieuw aangeleerde pasjes oefenen tijdens folky optredens allerhande. Sinds een tweetal jaar programmeert BBF op zondag iets meer richting kleinkunst voor de ‘familiedag’, maar zeker aan het begin van het weekend zijn het allemaal mazurkas, jigues en tovercirkels waar u mee rond de oren geslagen wordt. Een concept dat werkt blijkbaar, want op donderdagavond werd het terrein overspoeld met één derde extra opkomst in vergelijking met vorig jaar, en ook op vrijdag, zaterdag en zondag, de dagen dat uw redactionele dienaars er wél waren heerste er een gezellige maar niet overrompelende drukte ginder in Lovendegem.
Ikzelf pikte er op vrijdag de optredens van Stygiens en Blowzabella mee: héél jong en érg oud na elkaar op één podium in de grote concerttent.
Stygiens is een (piep)jonge Italiaanse groep die een potje stevige Europese folk bracht met een virtuositeit die je hun jeugdige leeftijd niet zou toedichten. Vooral de accordeonist was een echte klasbak die net dat tikje show verkocht om het publiek uit zijn hand te doen eten. Een muzikaal topact en een indrukwekkend optreden kortom, en een groep om zeker te blijven volgen.
En dan was het de beurt aan Blowzabella, de oerouders van de Europese balfolk, die slechts bij uitzondering de wateren rond hun Verenigd Koninkrijk oversteken. Veteranen van het wereldje, hun biografie maakt gewag van prehistorische tijdstippen als de jaren 70. Zeventig! Met een redelijk gigantische bezetting en onder verwachtingsvol applaus gingen ze van start.
Qua oer-balfolk kon het tellen: Jo Freya legde na twee nummers doodleuk de band stil om van op het podium dansles te geven – een nieuw jig in groepjes van twee keer vijf. Zoiets geregeld krijgen in een overvolle concerttent is geen sinecure, dat het uiteindelijk lukte getuigde van haar doorzettingsvermogen. Of de dansleerlustigheid van het publiek, wie weet.
Maar het moet gezegd, ik heb het optreden niet tot op het einde meegemaakt. Het zou naar verluidt wel in stijgende lijn gegaan zijn, maar de danslessen middenin haalden danig het tempo uit hun set. Er werd ook druk af en aan gewandeld van en op het podium, de dunne lijn tussen routine en routineus zag ik op zondag beter bewandeld door – pakweg – een Johan Verminnen.
Blowzabella kon me dus niet overtuigen, maar het Boombalfestival wel, en dit al voor de vierde keer. Het laatste weekend van augustus 2010 ga ik opnieuw!
(Boombal heeft een rijke fototraditie, je vindt dan ook véél foto’s terug op het wilde interweb. Méér foto’s van onze redactie vind je alvast op Flickr.)
© 2009 GENTBLOGT VZW