Een Nederbelg burgert in: Carnaval

donderdag 11 februari 2010 17u15 | René van Densen | 14 reacties
Trefwoorden: , .

Minstens één Nederlandse carnavalsvluchteling neem ik mee naar het GentBlogt lustrumfeestje deze zaterdag. Hij vroeg me nog, licht bezorgd, of het hier in Gent ook Carnaval zou zijn. Ik wist nog van vorig jaar dat ‘het’ hier weliswaar bestáát, maar niets voorstelt vergeleken met de waanzin die we in Noord-Brabant kennen. Het beste bewijs ervan was wel dat ik er een jaar geleden amper iets van meegekregen heb. Dat is in Brabant volstrekt onmogelijk. Nu weet ik niet hoe het in de rest van Vlaanderen is, aangezien verschillende bronnen én het nieuws lijken te hinten op enorme carnavalsfeesten, maar bij het op tv gebruikte woord carnavalswaanzin kon ik een cynische grinnik niet onderdrukken. Praat me gerust van ‘waanzin’ als het de proporties zou aannemen die het in 2007 – tijdens mijn Nachtburgemeesterschap in Tilburg – heeft gekend, dan kunnen we het ergens over hebben.

Eerst maar even in vogelvlucht wat ik van Carnaval in Nederland weet. Of er in Zeeland iets gevierd wordt, dat mag de Zeeuw in de Gentblogtredactie vertellen, want dat zou ik niet weten. Limburg is in Nederland razend beroemd als carnavalsprovincie. En in het noorden vieren de ‘Ollanders iets dat ze ‘carnaval’ noemen maar wat naar beschrijving vooral als kermis, inclusief attracties en laveloos-zuipen, klinkt. Echter: elke werkgever wéét dat als hij Brabanders in zijn personeelsbestand heeft, hij zeven weken voor Pasen alvast op een aantal ‘ziektedagen’ kan rekenen. Met name de Bourgondische carnavalvierders zullen traditioneel niet van hun favoriete volksfeest weg te slaan zijn. Dat het met het katholieke vasten geen drol meer te maken heeft, mag zeker de pret niet drukken voor een ‘echte Brabo’.
We kennen de platvloerse carnavalshits, de olige uitbundige kostuums, natuurlijk de traditionele optoet van praalwagens volgestampt met reusachtige papier-maché poppen die ergens in een boerenschuur over máánden tijd gebouwd zijn, de melige en soms politieke spandoeken, het aangelengd bier uit festivalbekertjes dat per meter af- en aangevoerd wordt, de ver voorbij brandvoorschriften volgepropte cafés… Het is lomp, volstrekt plat, het is op geen enkele zinnige manier aan een buitenstaander uit te leggen, maar grosso modo moet ik ook bekennen, er is geen Brabants feest zo verdomd gezellig.
Ikzelf ben zeer zeker in de bourgondische boerenkiel opgegroeid: mijn ouders zaten zelfs in de lokale carnavalsvereniging dus de wild uitgedoste zuipschuiten en het hardwerkende vrijwilligerspersoneel waren mijn oppas die dagen. Genetisch ken ik alle carnavalskrakers op mijn handje, vijf seconden om de polonaise te leren was zo ongeveer de enige dansles die ik ooit nodig heb geacht, en ergens op een zolder slingert nog een bescheiden collectie carnavalsmedailles. Echter, op een bepaalde leeftijd ben ik het hele carnavalsgedoe ontgroeid geraakt, en tot het bewuste bovenvermelde jaar heb ik me er wat afzijdig van gehouden.

In 2007 zat Carnaval me danig in de weg. Ik was net hard aan het werken aan een boek over de cafés – ja, een dankbaar onderwerp voor velen, realiseer ik me – en aangezien dat bol zou staan van zelfgetekende impressies van alle Tilburgse dranklokalen was het geen fijn vooruitzicht dat het carnavalsfeest me achterop op schema zou gooien. Maar je hebt je er maar bij neer te leggen in een stad als Tilburg, en vrolijk schreef ik dan ook op internet dat de Nachtburgemeestert even met vakantie is en het stokje van het nachtleven aan Prins Carnaval doorgeeft. Wel liep ik hier en daar nog wat zich druk op het brasfeest voorbereidende cafés binnen om toch nog een beginnend indrukje op te doen voor het geplande hervatten van mijn allerminst korte cafélijst. Het leukste gesprek voerde ik in een kersvers gay café genaamd Schwoell, dat zich voor zijn eerste Carnaval schrap aan het zetten was. De eigenaar was een sympathieke man, en zat vol dolenthousiaste plannen van feesten die hij in zijn etablissement zou gaan houden in de nabije toekomst, maar zéker met Carnaval mochten en moésten bij hem aan de bar de remmen losgaan.

Op de vooravond van het carnavalsstartschot is hij op bloederige wijze in het café, na sluitingstijd, vermoord. Ik bespaar u de details, alsmede het tragische einde van ook het café een tijdje later. Ik hoorde het van vrienden tijdens een gezamenlijke treinreis naar Rotterdam dat weekend. Geschokt ging ik die avond, terug in Tilburg, meteen kijken of het wel écht om het café ging waar ik amper een paar avonden eerder nog eerdergenoemd fijn gesprek had gehad, en jawel. Een paar droevige rozen waren boven een geprinte foto van de man neergelegd, en feestgangers liepen er in beide richtingen straal aan voorbij, want er moest wel geféést worden, verdomme. De dagen erop zag ik af van mijn geplande carnavalsontvlucht-vakantie-met-een-goed-boek-en-de-katten-op-schoot en zwierf ik rond in het carnavalsgedruis. De deuren van locaties waar ik altijd van harte welkom was, werden bewaakt door norse portiers die mij zonder boerenkiel glashard de entree ontzegden. Ambulances reden af en aan om jongens en meisjes van amper legale leeftijd met ernstige bloedvergiftigingen zo vlug mogelijk naar het ziekenhuis te vervoeren. Ze glibberden hulpeloos over de wegen die er met duizenden plastic bekers bezaaid, onherkenbaar en levensgevaarlijk bij lagen. Een café ingaan was zelfs zonder de portiers bijna onmogelijk – zonder overdrijven kon je drie kwartier schuifelen op twee meter en daar klem blijven steken tussen bar en uitgang. En hoewel mij achteraf een paar kleine individuele acties ter ore zijn gekomen, zoals een feestzanger die tijdens zijn optreden bewust over de bizarre moord had gesproken, werd er massaal gedaan alsof er niét pal om de hoek een brute ‘carnavalsmoord’ was gepleegd.

Nu wil ik niet té naïef klinken hier. Ik had heus niet verwacht dat Tilburg zijn reusachtige Carnavalsfeest zou hebben afgeblazen. Dat zou wellicht in een klein Brabants dorp wél gebeurd zijn, maar daar was het feest, in scherpe concurrentie met de welbekende tegenhanger in Den Bosch, in een klein decennium te groot voor gegroeid, en uiteraard stond veel te veel omzet op het spel. En er was geen enkel direct verband tussen Carnaval en de moord, behalve dat die letterlijk op de vooravond gebeurd was. Maar van zowel de lokale horecavereniging als de dat jaar organisatorisch verantwoordelijke carnavalsstichting had ik toch iets verwacht om aan te geven dat ze het niet normaal vonden. Bovenop de alcoholvergiftigingen, rotzooi en massale drukte liet met name dát een vieze smaak in mijn mond na tijdens Carnaval ’07. Ik heb het uiteindelijk woedend van me afgeschreven op internet en in eerdergenoemd kroegenboek en het aan Teun de Corte, het bewuste carnavalsslachtoffer, opgedragen.

Een volksfeest dat uitbundig gevierd wordt, is leuk. Een volksfeest dat massaal, overmatig commercieel en levensbedreigend wordt, daar vallen al vraagtekens bij te plaatsen. Maar een volksfeest dat koste wat kost moet doorgaan zodat de uiteindelijke stille tocht die op de moord volgde, goed een week uitgesteld raakte, dát noem ik ‘carnavalswaanzin‘. Daar kan geen plaats in Vlaanderen, zéker Gent niet bij mijn weten, over meepraten.

Een beetje huiswerk om het stukje toch wat vrolijker te doen eindigen dan: wat voor carnavalsgekte heeft u zoal meegemaakt, en wáár?

© 2010 GENTBLOGT VZW

14 reacties »

  1. Reactie van Voltaire

    1 woord: Oilsjt

    • Reactie van Hélène

      Oilsjt!

      Is die “boerenkiel” dan te vergelijken met de Voil Janetten van aller Oilsjt?

      • Reactie van René van Densen

        Ik ben op het GentBlogt feestje gisteren geïnformeerd over het Voil Janetten fenomeen, en nee, de boerenkiel is gewoon het makkelijkste cliché van ‘ons Brabants carnaval’. Zogezegd het basiskostuum waar degenen die volstrekt niet streven naar originaliteit zich in hullen.

  2. Reactie van Mich Permanne

    In m’n jonge jaren: Zelzate! Dicht tegen de Nederlandse grens, dat wel. Slemppartijen à volonté. Ik kon er niet meer tegen dus maar twee keer meegemaakt dat carnaval.

  3. Reactie van Charles Strijd

    De Zeeuw in de Gentblogtredactie dus, (die geen carnavalliefhebber is, laat dat “effe” duidelijk wezen):
    Als je over carnaval in Zeeland spreekt is dat eigenlijk alleen in Zeeuws-Vlaanderen. Hulst, Sas van Gent,Kloosterzande en Aardenburg kennen een grote carnavalsstoet, compleet met “buutredners” wedstrijden, de dorpen die daar in de buurt liggen een kleinere. Maar wel allemaal maandenlang voorbereid door carnavalsgroepen in schuren en dergelijke, die er een wedstrijd van maken om de eerste plaats te halen in hun stoet. Alleen in Zuid-Beveland boven de Westerschelde is er nog 1 grote stoet, in ‘s-Heerenhoek. Niet toevallig ook één van de weinige dorpen boven de Schelde met een katholieke inslag.
    Dat het juist in Zeeuws-Vlaanderen de meeste aandacht heeft, ligt uiteraard ook aan de katholieke achtergrond van die plaatsen. Zal wel te maken hebben met de eeuwenlange verbondenheid met Belgisch Vlaanderen.(zie je wel!! dat Zeeuws-Vlaanderen eigenlijk bij Belgie hoort,hoor ik al menige Vlaming roepen) De zogenaamde carnavalfeestjes die in een aantal andere plaatsen, zoals Goes, Middelburg en wat dorpen, mag geen naam hebben. Meestal worden die georganiseerd door “immigrantzeeuwen”, dus Brabanders en Limburgers.
    Ik heb het jarenlang beroepsmatig, als fotograaf moeten volgen voor de krant(Prov. Zeeuwse Courant), en inderdaad, in Zeeuws-Vlaanderen zijn het soms Brabantse toestanden. Dus het gewone leven is er 4 dagen door ontregeld, en moet de “echte” burgemeester zijn stadssleutels inleveren aan Prins Carnaval. Ambtenaren en andere beroepsgroepen zijn op die dagen ziek of met verlof om het luidkeels “Alaaf” te eerbiedigen. (Maar ik was altijd blij dat het weer woensdag na carnaval was!)

  4. Reactie van René van Densen

    Interessant om te weten, Charles. Binnen Nederland hoor je eigenlijk weinig van de Zeeuwen, dus ik was wel benieuwd naar het carnavalsgehalte daar. Het is makkelijk praten van ‘het Noorden’ en ‘het Zuiden’ qua rivieren en ‘Ollander-zijn, maar ik heb al een tijdje terug gemerkt (mede dankzij ex-Zeeuwen die zich comfortabel in Tilburg genesteld hebben en van hun thuisprovincie spreken alsof het een gesloten en licht xenofobe gemeenschap zou zijn) dat ik maar bar weinig van de linkervoet van Nederland weet. Moeten we beslist een boompje over opzetten deze zaterdag, no ?

  5. Reactie van Els

    Aalst inderdaad. Respect natuurlijk voor de mensen die jaar in jaar uit werken aan de carnavalstoet. Dat is die mensen hun leven, en naar de stoet gaan in Aalst is ook wel charmant. Maar o, de keerzijde. In Gent is het tijdens de Gentse Feesten (die een ‘kalme’ reputatie hebben) al waanzin op de spoed, maar in Aalst zuipen ze alsof maar DRIE dagen op een jaar mogen zuipen. Moelijk, moeilijk, al genoot ik als kind eindeloos van de carnavalsliedjes die mijn familie zong aan tafel en van de verkleedpartijen door mijn nonkels en tantes.

  6. Reactie van Els

    o help, ook ik probeer een serieuze noot: het spreekt voor zich dat MM dit niet zou doen mocht hij niet gesponsord en goed betaald worden. En net daarom is hij niet gek, deze onderneming zou pas waanzin zijn mocht blijken als hij het voor de schone ogen van pakweg Evy Gruyaert zou doen.

    Bovendien heeft zo’n onderneming een aantal gezonde effecten: jullie zeggen hier “niemand” te kennen die door Marathonman aan het lopen gezet wordt. Damn, de kranten niet gelezen dus. Elke dag zijn er lopers, niet in het minst beginnende lopers die MM vergezellen op zijn tocht. Als ze dat ook een beetje goed aanpakken is dat dus niet slecht. En omgekeerd: er zijn dingen die niet lukken, zoals de blessure. Dat zorgt voor artikels over de pro’s en contra’s van intensief sporten. En idd, zoals hoger gezegd: wie MM kan strikken voor een campagne voor het goede doel, zal het zich niet beklage, zelfs al doet hij het voor de belangstelling, maar dat is dan niet anders dan bij eender welke BV.
    Wat niet wegneemt dat de pen van Tom ook bij mij enkele spontane lachstuipen genereert, zoals steeds. De commentaren zijn dan weer al te vaak zwart/wit, doch zonder de heerlijke bijtende ironie van de auteur.

  7. Reactie van René van Densen

    Een marathonpolonaise rond de Watersportbaan lijkt me dan wel weer hilarisch om te zien.

  8. Reactie van Els

    René, dat is briljant. Ik doe meteen een oproep:-) hoewel, kan ook een leuke afsluiter zijn voor zaterdag.

  9. Reactie van Els

    Ziezo, zie Facebook: “Gentblogt zoekt mensen die graag eens een polonaise rond de Watersportbaan willen dansen!” Of hoe op een gezonde wijze carnaval te vieren;-)