Eindelijk! in de Sint-Niklaaskerk
Eindelijk! Dat was de naam van het feestconcert waarmee het schip van de Sint-Niklaaskerk na vijftig jaar restauratiewerken terug openging. Het koor en de dwarsbeuk stonden al sinds 1992 open voor het publiek, maar het het schip –of benedenkerk- bleef jarenlang verscholen achter een werfwand. Tot het laatste weekend van november, want dan lieten de Vrienden van de Sint-Niklaaskerk de prachtig gerenoveerde ruimte zien aan het publiek.
Naast een koor, een organist en twee woordkunstenaars treden ook de thebaanse trompettisten van de KSA-fanfare van Oudenaarde op.
Koning Winter heeft zich meester gemaakt van het land. De wandelaars en fietsers die door de modder van het Gentse stadscentrum ploeteren, zitten warm ingeduffeld. De vier muzikanten van de KSA-fanfare ook. Ze hebben de dag ervoor ook gespeeld en zijn dus voorbereid. “Het is binnen nauwelijks warmer dan buiten, dus hou je sjaal maar aan”, zegt Anja bij het binnengaan van de kerk.
De Sint-Niklaaskerk is voor de gelegenheid prachtig versierd. Overal staan er wit-rode bloemstukken. De statige zuilen zijn sfeervol verlicht en details uit beelden en sculpturen zijn met licht geaccentueerd. De kerk oogt indrukwekkend, de toeschouwers worden er letterlijk stil van. En de naar verluidt prachtig gerenoveerde binnenkerk, waarvoor iedereen eigenlijk gekomen is, zit nu nog verstopt achter een metershoge werfwand. Ook de muzikanten zijn onder de indruk van de locatie. “Het is ook voor ons speciaal om hier te mogen spelen. Dit is uniek.”
De vier zijn ruim een uur voor de aanvang van het concert aanwezig. Koen speelt ook samen met een organist, en wil dat stuk nog eens oefenen. Ook Bert wordt ingeschakeld. Niet om te spelen, maar om de partituren op tijd om te draaien. Ondertussen maken Anja en Jan hun trompet klaar. “Een thebaanse trompet is een gewone trompet die niet opgerold is. In plaats van hier en daar een bocht, heb je gewoon een recht instrument”, legt Anja uit. Ondertussen wrijft Jan wat olie aan een van zijn pistons. “Schrijf maar dat ik dat doe om een gesmeerd concert te spelen!”
Zijn er eigenlijk maar vier muzikanten uit de fanfare die thebaanse trompet spelen? “We zijn met meer dan vier thebaanse trompettisten”, vertelt Koen. “Maar voor dit concert had de organisatie maar vier personen nodig.” Anja en Koen spelen ook in de ‘gewone’ fanfare. “Met de thebaanse treden we ongeveer twintig keer per jaar op”, zegt Koen. Anja vult enthousiast aan: “hét hoogtepunt is de jaarlijkse Europeade. Dat is een internationaal folklorefestival. Daarvoor trekken we elk jaar een paar dagen naar het buitenland.”
Net voor de start van het concert wil Koen nog een aantal stukken doorspelen, maar na tien minuten is hij al tevreden. Het viertal is duidelijk goed op elkaar ingespeeld. Nerveus zijn ze dus niet, of toch een beetje. Koen: “We spelen niet op de begane grond, maar vele meters erboven, hoog in het koor. Om daar te geraken, moeten we een gordel aandoen en langs een levenslijn enkele smalle passages oversteken.” Terwijl hij het vertelt, maakt iedereen zich klaar voor het concert. Eenmaal iedereen goed in het klimharnas zit, neemt iemand van de regie hen mee naar boven.
Uit het niets klinken plotseling vier trompetten. De vier staan meters boven de grond, waar de muren overgaan in het dakgewelf. Wie beneden zit, ziet de trompettisten niet eens, enkel een klein stuk van de lange instrumenten. De scherpe trompetklanken galmen door de enorme ruimte en blijven daar een tijdje hangen. Het publiek is zichtbaar onder de indruk.
“Het liep niet helemaal zoals gepland”, vertelt Koen achteraf. “Normaal zou er eerst een opname afgespeeld worden, maar er was net op dat moment een stroompanne. Toen ik dat door de walkie hoorde, dacht ik: spelen spelen spelen! Gelukkig hadden we op voorhand goed afgesproken hoe we zouden inzetten. We hebben dus een paar stukjes gespeeld die we eigenlijk niet voorzien hadden. Ah, dat moet kunnen.”
Minstens even indrukwekkend als de thebaanse trompetten was de Koninklijke Gentse Oratoriumvereniging, die vier uittreksels uit de Saint-Nicolascantate van Benjamin Britten bracht.
Naast de muzikale hoogtepunten, stond er ook woordkunst op het programma van de evocatie. Daarvoor stonden Eva Vandemeulebroucke en Bavo Van Landeghem op de planken. Zij brachten gedichten en vertelden op een vlotte en zeer onderhoudende manier over de geschiedenis van de kerk.
Voor het tweede deel van het concert, een klein uur later, verhuizen de trompettisten naar de benedenkerk. Daar spelen ze terwijl het publiek binnenkomt in het pas gerenoveerde schip van de kerk dat vijftig jaar afgesloten was.
De bezoekers konden met eigen ogen zien hoe er gekozen was voor een totaal andere restauratiestijl dan het koor en de dwarsbeuk. Hier geen kale natuursteen, maar kleurrijke bepleistering. Naar verluidt was de oorspronkelijke afwerking van de kerk ook veelkleurig, en is de keuze voor deze restauratieaanpak het resultaat van een wetenschappelijk overwogen keuze.
Op de muur worden schetsen geprojecteerd, en het sfeerrijke licht doet de kille ruimte toch warm aanvoelen. Maar in het schip trok het imposante Cavaillé-Collorgel meteen de aandacht: hier was een optreden van een organist op zijn plaats. Het trompetgeschal weerklinkt ook hier niet van de begane grond, het viertal staat aan het schitterende orgel.
“Ook daar was niet eenvoudig om er te geraken”, vertelt Koen. “Om boven te komen moesten we zeer smalle houten trappen op. Dat was niet eenvoudig, want de verlichting was stuk en we hadden onze trompetten natuurlijk bij.” “Een beetje avontuur kan geen kwaad”, vindt Anja.
De ruimte werd gevuld met bombastische muziek, maar toch waren de orgelklanken niet afkomstig uit het oorspronkelijke orgel. Dat is momenteel enkel visueel te bewonderen. Het is wachten op verdere restauratiewerken om het orgel opnieuw echt aan het werk te horen — hopelijk moeten we daar geen vijftig jaar op wachten.
Na anderhalf uur is het concert afgelopen. Terwijl Anja, Jan, Bert en Koen terug naar de kleedruimte stappen, krijgen ze complimenten van een aantal mensen uit het publiek. Hun optreden werd gesmaakt en dat doet hen zichtbaar plezier. Ze vinden het dan ook niet erg om aan een man het verschil tussen een gewone en een thebaanse trompet uit te leggen. “Binnen vijftig jaar zijn we hier opnieuw!”, grapt Koen nog.
“Het is een once in a lifetime-ervaring”, zegt Bert terwijl hij zijn trompet in een koffer opbergt. De anderen beamen dat. “Het is een unieke locatie, en we zijn echt blij dat we hier mogen spelen.” En nu naar huis? “Neen! Hier vlakbij is een leuk café. Kom, we gaan nog een pint drinken!”
© 2010 GENTBLOGT VZW
De “openstelling†van de St-Niklaaskerk: het blijft allemaal vaag. Wanneer verdwijnt die houten werfwand? Op 2 januari? De website http://www.stniklaas.com (vol interessante details) heeft het zeer terecht over een parochiekerk met kathedraalallures. Nobelprijswinnaar Maeterlinck die niet altijd lovend was over zijn geboortestad, vond de Sint-Niklaaskerk (“comme un lion prêt à bondirâ€) hét Gents topmonument, samen met St-Baafs.
tegen wanneer gaat het exterieur volledig gerenoveerd zijn?
Als je ziet hoe onoordeelkundig men er zomaar kraampjes tegenaan flanst, lijkt dat geen prioriteit. Als dat de vernieuwde Korenmarkt is…
Een prachtig stuk en prachtige beelden. Jammer dat ik er niet bij was. Kijk daar is Gent Blogt nu goed in. Je doen watertanden naar wat soms al voorbij is. En dan denk je volgende keer ben ik er ook !