Als was het voor de eeuwigheid

dinsdag 7 juni 2011 9u15 | Animuz | 1 reactie
Trefwoorden: , , , , .

VlaamseMigranten Migratie en dan meer specifiek immigratie lijkt een typisch hedendaags probleem. Maar dat is het allerminst. Al heel z’n leven migreert de mens omdat het thuis niet meer houdbaar is en/of omdat het elders beter belooft te zijn. De studie van migratie die in het verleden plaatsvond, is een relatief jonge stroming binnen de geschiedwetenschap.

In het Caermersklooster loopt nog tot en met zondag 12 juni een tentoonstelling over Vlamingen die in de loop van de 19e eeuw en het midden van de 20e eeuw naar Wallonië migreerden. De makers van de tentoonstelling brengen niet alleen het verhaal van de arme Vlaming die er werk zocht en vond. Want de geschiedenis is andermaal niet zo eenduidig als men ze vaak laat uitschijnen.

Vooreerst is het een anachronisme om over Walen en Vlamingen te spreken. In de 19e eeuw identificeerden mensen zich niet met Vlaanderen of Wallonië. De taalgrens werd pas veel later vastgelegd. Er was wel het onderscheid tussen het diegenen die Frans spraken en de anderen. De Franstaligen waren de elite die zich distantieerden van zowel de Nederlandstaligen als de ‘Walen’ die Picardisch en Waals spraken.

Vlamingen migreerden niet enkel naar Wallonië, ze migreerden ook naar Noord-Frankrijk, Canada, de Verenigde Staten, etc. Ook Walen migreerden naar deze regio’s, en eveneens naar Vlaanderen. Nederlanders gingen werken in Luik maar ook Polen, Italianen en zelfs mensen uit Noord-Afrika migreerden naar de mijnregio’s en industriebekkens. Het was met andere woorden geen geïsoleerde Vlaamse migratie in één richting maar het kaderde in een globale beweging. Het beeld van Arm Vlaanderen  klopt ook niet helemaal. Binnen Vlaanderen was er een groot verschil tussen de geïndustrialiseerde gebieden zoals Gent en het platteland waar grote gezinnen op kleine lapjes grond leefden.

We kunnen twee grote golven van Vlaamse migratie onderscheiden. In de loop van de 19e eeuw migreerde men voornamelijk omdat het Vlaamse platteland geen toekomst meer bood. Sommigen vonden een uitweg in seizoensarbeid, anderen migreerden definitief. Maar ook dat beeld moeten we bijstellen want in vele gevallen keerde men ook weer terug naar de geboortestreek. Bijzonder is de migratie uit Zele. Een groot deel van het dorp migreerde tijdelijk of definitief naar Gilly. Daarnaast werden de Vlamingen ook ingezet voor grote infrastructuurwerken als de aanleg van een kanaal. De tweede migratiegolf kwam er na de Tweede Wereldoorlog wanneer Vlaamse landbouwers in het Walenpays een landbouwbedrijf van migrerende Walen overnamen.

De Vlaming ofte Le Flamin had een kwalijke reputatie. In kranten, toneelstukken en liederen had men het steevast over mannen die veel dronken, op de vuist gingen en de vrouwen versierden. Maar ook dat beeld strookt niet met de toenmalige realiteit. Onderzoek van misdaadcijfers en gerechtelijke archieven toont aan dat Vlamingen er niet bovenuit staken. Mannen die slechts tijdelijk migreerden, logeerden in logementshuizen waar, naar men zegde, een slechte moraal heerste. Dat en het feit dat men naar een socialistische regio migreerde, zette de katholieke kerk ertoe aan te zorgen voor de ziel en de moraal van de Vlaamse migranten via het Werk der Vlamingen. Daarnaast verenigden de Vlamingen zich in tal van eigen verenigingen, ze woonden ook in dezelfde buurt en gingen naar Vlaamse bakkers en cafés.

De laatste jaren zien we een derde migratiegolf van Vlamingen naar Wallonië op gang komen. Deze keer zijn het de goedkope bouwgronden en de open ruimte die als pullfactor dienen.

De tentoonstelling is opgebouwd uit een aantal grote luiken waarbij telkens ook getuigenissen in woord en beeld aan bod komen. Naast de hoofdtentoonstelling is er in het Caermersklooster eveneens de fototentoonstelling Gelukzoekers van Layla Aerts. Zij fotografeerde bijna vergane foto’s op graven van Vlaamse migranten. De foto’s stralen melancholie uit en geven deze vervlogen geschiedenis een menselijk gezicht. Vervlogen, want dat zijn deze foto’s bijna ook.

Een derde luik is te bezichtigen in het KADOC te Leuven waar studenten van Sint-Lucas een tentoonstelling over migrantenverenigingen in Vlaanderen opbouwden. Meer informatie vind je op de website van de tentoonstellingen. Er verscheen naar aanleiding van de tentoonstelling ook een boek Vlaamse migranten in Wallonië 1850-2000 onder redactie van Idesbald Goddeeris en Roeland Hermans.
Deze tentoonstelling is een initiatief van KADOC en kadert in het Museum van de Vlaamse Sociale Strijd van de Provincie Oost-Vlaanderen.

© 2011 GENTBLOGT VZW

Eén reactie op Als was het voor de eeuwigheid

  1. Reactie van jos tavernier

    een inteessante tentoonstelling, met een mooi voorbeeld van integratie.