Gent Jazz doet van fusion
Gent Jazz stond gisteren helemaal in het teken van fusion. En fusion dat is niet meer dan een mengeling van muziekstijlen. In jazz — voor deze uitleg krijg ik vermoedelijk een paar doodsbedreigingen — is dat vaak een lappendeken voor alles wat nog wel jazz is, maar dan weer niet, maar toch ook niet iets anders. Jazzrock is mogelijk de meest bekende fusion stijl, en de mannen van Return to Forever mengen daar nog wat funk, smooth jazz en andere spacey toestanden tussen. Het Rondo Veneziano vermag er niks tegen.
Marcelo Moncada had het thema al goed begrepen, toen hij voor Jong Jazz Talent Gent niet met de verwachte groep opdook, maar in duo kwam spelen met drummer Jacob Warmenbol. Zelf had hij niet alleen de vertrouwde tenorsax bij zich, maar tevens een heleboel klein percussief gereedschap, wat elektronica en de ondertussen steeds hipper wordende EWI (electronic wind instrument). Een zeer veelzijdig instrument, met meerdere registers en vingerzettingen (sax of klarinet bijvoorbeeld), dat eigenlijk een door uw luchtstroom gecontroleerde synthesizer is. Een totaal geïmproviseerde set, vermoeden wij, die het midden hield tussen de aangehaalde fusion en new age.
De muziek van het Rêve d’Eléphant Orchestra kan gerust ook dat fusionlabel opgeplakt krijgen, maar dan van een totaal andere soort. Een geschikte overgang naar de orde van de dag, want Return to Forever IV — de, jawel, vierde incarnatie van de groep rond pianist Chick Corea en bassist Stanley Clarke — zou die dag het orgelpunt van het fusionfeest worden. De twee overblijvende leden van de oorspronkelijke groep werden vergezeld door drummer Lenny White, gitarist Frank Gambale en violist Jean-Luc Ponty. De muzikanten amuseerden zich duidelijk rot, al bleek de muzikale uitwerking iets te schaars om echt genietbaar te blijven. De versterkte viool opende voor ons zeemzoete registers die we voor lang niet meer mogelijk hadden geacht, en de gitaar van Gambale voelde zich duidelijk geïnspireerd door de versterkte pathetiek van de hardrock. Er waren een paar mooie hoogtepunten, naar het eind van het concert toe, toen viool en gitaar even pauzeerden en we de kracht van de composities in het trio van Corea, Clarke & White duidelijk konden horen doorklinken. Datzelfde trio heeft recent een heel mooie dubbel-cd gereleased, Forever, waarop ze op de eerste schijf als trio spelen, en op de tweede worden bijgetreden door Ponty en Bill Connors (de oorspronkelijke RTF gitarist). De beloftes van de (live)cd worden echter niet langer waargemaakt. Gambale maakt ook wel best wat lawaai op zijn gitaar, maar wij misten de rauwheid van Connors. En die f-ing viool blijft echt wel de testosterone uit RTF wegzuigen.
De fans beleefden niettemin een hoogdag. De groep speelde stevig door tot half één, en mocht een staande ovatie in ontvangst nemen. De ganse tent bleef staan tijdens het bisnummer, en dat was niet omdat ze achteraf dringend naar huis moesten.
Voorheen had het Terence Blanchard Quintet al een voortreffelijke set neergezet. Wij hadden dezelfde groep vorig jaar in Seattle al aan het werk gezien, en waren toen reeds onder de indruk van de Cubaanse pianist Fabian Almazan. Almazan had gisteren bovenop de piano ook een keyboard, dat heel erg goed samenging met de vaak elektronisch bijgestuurde trompet van Blanchard. De trompettist was vergezeld van jonge muzikanten, en wij zijn bijzonder enthousiast over de rol van mentor die Blanchard voor zo’n jonge snaken op zich lijkt te hebben genomen. Die jonge garde stond overigens probleemloos zijn mannetje op het podium, en het was duidelijk dat ze gretig groeit. De muziek puurde uit een geherinterpreteerde traditie en de composities van Blanchard. Ze speelden een heel vaardige versie van Autumn Leaves, dat zich in mooie cirkelbewegingen rond het thema uitspon.
Soulbop, ofte Randy Brecker & Bill Evans feat. Medeski, Martin & Wood, leek wel de weg te vinden waar RTF van het pad was afgeweken. Saxofonist Bill Evans, in groen T-shirt en met purperen hoofdband (wij dachten even dat hij ging tennissen), blies de pannen van het dak, terwijl kompaan Randy Brecker veeleer gebald tussenkwam. Ze werden onderbroken en aangepord door het powertrio Medeski, Martin & Wood dat voor een hechte symbiose in deze Soulbop heeft gezorgd. Vooral John Medeski hield het vuur aan de lont, en aarzelde niet om van achter het orgel te stappen om met zijn melodica met de anderen op het podium te hoppen. De interventies waren onderhoudend en vaak met een grappige ondertoon, stevig, en degelijk in elkaar gewrochten. En dat is dan weer het soort fusion waar wij van houden.
—
Gent Jazz, van 7-10/7 en van 14-17/7/2011 op de Bijlokesite in Gent. Tickets zijn beschikbaar via Fnac en gentjazz.com. Een dagticket kost € 35 in voorverkoop; een festivalpas kost € 212. Het is ook mogelijk om drie dagen naar keuze te combineren in een driedagenpas voor € 79. Een driedagenpas is niet geldig voor de Special Nights.
(De vermelde prijzen zijn in voorverkoop en exclusief reserveringskost € 3.)
Vergeet ook het Jong Jazz Talent Gent concours niet!
—
Rêve d’Eléphant Orchestra
Pierre Bernard (fluiten), Michelle Debrulle (drums, percussie), Benoist Eil (gitaar), Michel Massot (tuba, trombone, zang), Etienne Plumer (drums, percussie), Stephan Pougin (drums, bodhran, derbuka, conga, percussie), Alain Vankenhove (trompet, elektronica)
Terence Blanchard Quintet
Terence Blanchard (trompet), Fabian Almazan (piano), Brice Winston (tenorsaxofoon), Joshua Crumbly (bas), Kendrick Scott (drums)
Randy Brecker/Bill Evans Soulbop feat. Medeski, Martin & Wood
Randy Brecker (trompet), Bill Evans (saxfoons), John Medeski (keyboards), Chris Wood (bas), Billy Martin (drums)
Return To Forever IV
Chick Corea (klavieren), Stanley Clarke (bas), Lenny White (drums), Jean-Luc Ponty (viool) en Frank Gambale (gitaar)
© 2011 GENTBLOGT VZW
correcte weergave van de avond, zeker wat Randy Brecker/Bill Evans betreft.
Ik vind wel dat je wat streng bent voor RTF4, ik heb genoten van begin tot einde!
Michel Portal en Dave Holland waren OK. Sonny Rollins zijn we eigenlijk al vergeten. Het programma is gewoon niet avontuurlijk genoeg…
Vond Soulbop goed -uitstekend beschreven overigens – doch RTF4 net iets beter. Alleen al de fenomenale techniek van Stanley Clarke, de prachtige symbiose van akoestische bas en viool, de dialoog tussen de elektrische bas en keyboards, elektrische gitaar of de drums. Zal misschien toch eerder een kwestie van smaak blijken. Er zat nu eenmaal veel meer afwisseling in de set van RTF4, terwijl bij Soulbop de trein gedurig voortraasde. Het is voor me echter moeilijk een ander hoogtepunt vooruit te schuiven na het schitterend concert van Terence Blanchard, dat wellicht de echte fusion liefhebbers minder kon bekoren wegens minder elektronica.
“Jazzrock is mogelijk de meest bekende fusion stijl”
Euh, nee. Jazzrock kwam voor fusion. Jazzrock is typisch jaren 70 (Mahavishnu Orchestra, Soft Machine), terwijl fusion toch meer in de jaren 80 thuishoort.
Wikipedia heeft een lemma voor jazz fusion. “After a decade of popularity during the 1970s, fusion expanded its improvisatory and experimental approaches through the 1980s and 1990s”, zeggen ze daar. Of in een meer uitgebreide omschrijving:
Jazz fusion is a musical fusion genre that developed from mixing funk and R&B rhythms and the amplification and electronic effects of rock with elements of jazz such as complex time signatures and extended compositions, typically instrumental, featuring lengthy improvisations, often using wind and brass and displaying a high level of instrumental technique. The term “jazz rock” is often used as a synonym for “jazz fusion” as well as for music performed by late 1960s and 1970s-era rock bands that added jazz elements to their music. Some progressive rock is also labelled “fusion”.
De term ‘fusion’ werd, voor zover ik weet, nooit gebruikt in de seventies. Wanneer het over de muziek van, pakweg, Soft Machine ging, werd steevast het label ‘jazzrock’ gebruikt. Het zijn maar etiketten natuurlijk. Zo was het vroege werk van Metheny, Scofield en Stern eerst ‘fusion’, terwijl ze nu gewoon ‘jazz’ spelen.