Respect voor het funerair erfgoed

zondag 30 oktober 2011 8u34 | Stad Gent (tekst), Jos Tavernier (beeld) | reageer
Trefwoorden: , , , .

Rond allerheiligen en allerzielen krijgt de Dienst Burgerzaken van de Stad Gent traditioneel extra veel vragen met betrekking tot de begraafplaatsen. Eén van de vragen die regelamtig terugkeert, is of het mogelijk is om grafmonumenten in bruikleen te krijgen, en of peterschap van een grafmonument mogelijk is.

Campo Santo

Het stadsbestuur heeft inderdaad van 1996 tot 2004 de mogelijkheid tot peterschap en hergebruik van keldermonumenten gepromoot. In 1996 was Gent hier samen met Mechelen en Brugge koploper in. Andere gemeentebesturen kenden toen die mogelijkheid nog niet.

Naar aanleiding van het drama van sectie R op de begraafplaats Sint-Amandsberg, waarbij een sector van 496 keldergraven gebouwd in 1929 het begaf, werd de toestand van de ondergrondse keldergewelven op al onze Gentse begraafplaatsen nagegaan.

De conclusie van die controle was dat, met uitzondering van een grote partij kelders op de Westerbegraafplaats, het niet aangewezen was om de keldergewelven in Gent nog eens te hergebruiken voor een periode van 50 jaar en meer.

Het stadsbestuur beschikt over 22.000 ondergrondse keldergewelven. Na 50, soms 100 jaar of nog langer blijkt dat de bouwfysische toestand van die ondergrondse gewelven, die ook al niet in de ideale ondergrond rusten, vaak te wensen overlaat. Het zou dan ook onverantwoord zijn om na het dossier sectie R — dat de Stad Gent meer dan 3 miljoen euro aan herstellingen heeft gekost en heel wat emotionele beroering veroorzaakte bij de nabestaanden — nog verder hergebruik van oude keldergewelven te promoten.

De monumenten binnen de sector op de Westerbegraafplaats die hierop een uitzondering vormen, werden geplaatst op een doorlopende gewapende betonconstructie waardoor het gewicht perfect wordt verdeeld. Die constructie zorgt ervoor dat de stabiliteit in die sector wél gegarandeerd is, en dus is hergebruik van een oudere kelder met kostenloze overname van het monument er wel nog mogelijk.

In 2010 bijvoorbeeld werden vier bestaande grafkelders opnieuw in hergebruik genomen op de Westerbegraafplaats. Voor de periode 2005 tot 2011 stellen we een gemiddelde vast van zeven grafkelders per jaar binnen dit specifiek gedeelte op de Westerbegraafplaats. Voor de periode 1996-2004 waren er jaarlijks gemiddeld een 15-tal grafkelders die een nieuwe bestemming kregen, ook hier weer het overgrote deel op de Westerbegraafplaats.

Campo Santo

In geval van hergebruik wordt het bestaand monument kostenloos in bruikleen gegeven voor de duur van de concessie, op voorwaarde dat de nabestaanden het in goede staat bewaren. De eigen namen mogen er op een passende manier worden aangebracht. Monumenten die opgenomen werden in de inventaris van merkwaardig funerair erfgoed die resulteerde in het boek ‘In steen en brons van leven en dood’ komen hiervoor niet in aanmerking. De concessieprijs is dezelfde als voor de ondergrondse grafkelders zonder monument: momenteel 5.700 euro voor een grafkelder voor twee kisten voor 50 jaar.

Peterschap kan nog steeds. Jaarlijks wordt er een nieuwe verwittigingsprocedure gestart voor al de concessies die in de loop van het volgend jaar komen te vervallen. Voor 2011 gaat het bijvoorbeeld om 225 grafkelders verspreid over de diverse Gentse begraafplaatsen. Eender welke belangstellende kan de vervallen kelderconcessies die allemaal nog vóór 1971 voor eeuwig werden verleend, kostenloos hernieuwen voor 50 jaar op voorwaarde dat die persoon verder instaat voor het onderhoud van het monument. In een dergelijk geval wordt het graf niet hergebruikt.

Het vergt natuurlijk een stukje idealisme om hierop in te gaan. Jaarlijks is er gemiddeld één dergelijke aanvraag die kan worden gekaderd binnen het peterschap. Het betreft hier quasi uitsluitend het beschermde gedeelte van de Westerbegraafplaats en het Campo Santo.

Sedert 1 december 2010 stimuleert het stadsbestuur ook het actief onderhoud van merkwaardige grafmonumenten door te voorzien in een stedelijke subsidie voor de helft van de restauratiekosten, met een maximum van 2.500 euro.

Eveneens sedert 2010 voorziet de Dienst Monumentenzorg en Architectuur jaarlijks een budget voor het restaureren van funerair erfgoed. Ook op die manier kunnen er jaarlijks enkele grafmonumenten worden gered.

Maar ook voor preventieve herstelwerken aan de ondergrondse gewelven worden er jaarlijks kredieten voorzien. De meest gevaarlijke problemen zijn precies diegene die je niet ziet. Een monument in slechte staat kan eenieder opmerken, maar een ondergronds gewelf dat begint af te brokkelen, valt natuurlijk niet zo snel op.

Op verschillende fronten tegelijk worden dus volgehouden inspanningen geleverd om ons funerair erfgoed zolang mogelijk in een behoorlijke staat te kunnen bewaren.

© 2011 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.