Groenten uit Balen
Wat we zelf doen, doen we beter. Zo lijken de Vlaamse filmmakers de laatste jaren erg goed bezig. Ligt het aan hun talent, de steun die ze krijgen, de mogelijkheden? In ieder geval, telkens wanneer er een Vlaamse film uitkomt, ben ik geneigd om het andere aanbod nauwelijks nog een blik te gunnen. Frank Van Mechelen levert met Groenten uit Balen een ferme brok tragikomedie van de bovenste plank. De context is het gewroet in de ‘Vlaamsche’ klei maar desondanks stijgt het verhaal boven alle clichés uit tot een realistisch, pakkend, entertainend en overtuigend verhaal. De staking in 1971 in de zinkfabriek Vieille Montagne behoort misschien tot de geschiedenis maar zeker nog steeds tot het dagelijkse leven van de streek, als ik vrienden uit de streek hoor die het verhaal maar al te goed op school hebben bestudeerd. Zelf had ik er echter nog nooit van gehoord. Ook het toneelstuk van Walter Van den Broeck heb ik nooit gezien. Ik weet dus niet of de film slechter is dan het boek, bij wijze van spreken, maar ik weet alvast dat deze film meer dan het ontdekken waard is.
Centraal in het verhaal staat de familie Debruycker. Papa Jan (Stany Crets), zijn vrouw Clara (Tine Bertels), opa (Michel Van Dousselaere) en hun vrijgevochten dochter Germaine (Evelien Bosmans) wonen in een krakkemikkig citéhuisje van de fabriek. Mondje (Rik Verheye) is een goeie vriend van Jan en werkt net zoals bijna heel het dorp in de fabriek. Zijn dochter Alice (Clara Cleymans) is de beste vriendin van Germaine en samen werken ze in de GB in Mol als kassierster.
Germaine profiteert van het leven, het is een zelfbewuste eigenzinnige jonge vrouw die zich probeert los te rukken uit het milieu waarin ze vastzit. Het verhaal van de staking wordt ook deels verteld via haar beleving van de feiten.
In de fabriek is er grote onrust. De vakbonden, met onder anderen Marcel (Axel Daeseleire), komen in conflict met de arbeiders, zoals Kris (Tom Dewispelaere). Het gaat er hard aan toe tot Piet (Lucas Vandeneynde) het voortouw neemt en de leider van de wilde staking wordt. Een staking die gedoemd is om te mislukken. De eisen zijn te hoog, er worden geen premies uitgekeerd, vele arbeiders komen niet rond en moeten het in theorie snel opgeven, wil er letterlijk nog brood op de plank komen. Maar dat is buiten de sociale cohesie, de solidariteit en de volharding van de stakers gerekend.
Wanneer ook linkse studenten uit Leuven hun solidariteit komen betuigen, en een van hen een ex-klasgenoot van Germaine blijkt te zijn, wordt ook haar wereld op zijn kop gezet.
Frank Van Mechelen weet de verhaallijn van Germaine en de student Lucas, haar relatie met Alice en de staking heel goed te combineren, net als de stevige meningsverschillen, twijfels bij Jan zelf. Opa vindt de staking een schande, Clara weet in den beginne ook niet wat het allemaal moet betekenen, Jan zelf wordt bovendien nog eens door zijn collega’s onder druk gezet, en de studenten zien in hem de perfecte tussenpersoon tussen hen en het proletariaat. Die tegenstelling tussen het romantische beeld dat de studenten hebben en de rauwe werkelijkheid waarin de arbeiders zich proberen te handhaven, is knap uitgewerkt. Het is iets wat ook Germaine in haar relatie met Lucas maar al te zeer aanvoelt en dat haar enorm frustreert.
De acteerprestaties zijn ronduit schitterend. De staking wordt geen moraliserend betoog, er wordt niets met stevige stroop ‘oversmeerd’, het is enorm goed uitgebalanceerd. De kijker voelt mee met Jan die, onder druk van zijn familie, in feite niet echt veel voelt om te staken, maar tegelijk voelt de kijker Jan aanvankelijk ook deels aan als een lafaard en ook zijn evolutie. Tine Bertels als vrouw achter de man, als echtgenote en als moeder, komt enorm naturel over. De arbeiders zelf, met hun ruwe harige koppen, de jaren zeventig, prachtig in beeld gebracht, alsook de frivole kleurige kleedjes van de dames. Om maar van het oude GB-logo te zwijgen of die grote ronde Dash-tonnen, waarin mijn moeder indertijd onze legoblokken en ander speelgoed opborg. En tijdens logeerpartijtjes bij de oma piste ik nog in een identieke pispot.
Een openbaring is Evelien Bosmans. Dit jonge talent dat we vooral kennen uit de serie Rang 1, overtuigde me daar niet, wegens een nogal aanstellerige seutenrol, maar hier zet ze als Germaine een ongelofelijk sterk karakter neer, charmerend, overtuigend en vooral een personage dat alle clichés die de studenten hebben over ‘het proletariaat’ ontkracht met haar wilskracht, eigenzinnigheid, haar besef en haar dromen.
De cameo’s die Frank Van Mechelen in zijn film steekt, zijn ook een leuke vondst.
Groenten uit Balen, nog steeds in de zalen.
© 2012 GENTBLOGT VZW
Wijs! Ik heb zin om hem te zien nu vrijdag!
Evelien Bosmans was idd schitterend en ook Tine Bertels was geweldig. Verder heeft de film me niet echt veel gedaan, echt diepgaand was het niet, ik raakte emotioneel amper betrokken. Goed voor een Vlaamse film – maar meer ook niet.