“Toontje 55″ De laatste der Mohikanen

dinsdag 14 februari 2012 10u45 | Huug | reageer
Trefwoorden: , .

“Ik was vijf jaar toen mijn vader overleed. Moeder stond er helemaal alleen voor, en dat met een nest van elf kinderen. We kenden geen armoede, maar er was altijd van alles te weinig. Moeder hamerde erin dat we hard moesten knokken voor de kost. Het hele gezin was gefocust op geld verdienen.”

Toon was geen hoogvlieger op school. Hij was bedeesd, voelde zich uitgesloten en miskend. “Op mijn vijftiende zag ik het niet meer zitten en ik liep weg van huis. Ik belandde in Amsterdam, op dat moment hét centrum van de hippiebeweging. In het Vondelpark werd ik opgenomen in de familie van de potheads, de jongeren die hun dagen doorbrachten met blowen en high worden. Ik leefde van wat ik bedelend kreeg toegestopt.”

Toontje 55Thuis bleef Toon altijd welkom. “Wat ik ook uitstak, voor moeder bleef ik haar zoon voor wie de deur altijd openstond.” Na een mislukte poging om leerling-goudsmid te worden vertrekt hij met vrienden en een hond, een kat en een papegaai, in een psychedelisch geschilderd VW-busje, richting Marokko. Er wordt geblowd bij het leven. Als het geld op is, verkopen ze hun busje. Per ezel wordt de terugreis naar België begonnen. “In het Spaanse Malaga – ik ben net geen achttien – word ik opgepakt voor hasjbezit en opgesloten. Na de dood van Franco en de troonsbestijging van Juan Carlos wordt mij gratie verleend. Ik zat negen maanden vast.”

Terug bij moeder stort hij zich overmoedig in een verhaal van twaalf stielen en ongelukken: hij werkt onder meer als fabrieksarbeider, vrachtwagenchauffeur en uitbater van een frietkot. Zijn zoveelste zaak, dancing Fifty Five aan de Kuiperskaai in Gent, is eindelijk een schot in de roos. Al wie gezien wil worden in de stad en ver daarbuiten, maakt er grote sier. Mister ‘Fifty Five’ verdient geld als slijk. Maar Toon deelt ook: iedereen die wil werken kan bij hem aan de slag, hij geeft heel veel mensen kansen, keer op keer. Bovenin de zolder van de 55 lijkt het wel een beschutte werkplaats: met een drukkerij, herstelplaats, schilderkot… soms ook een slaap- en schuilplaats voor verwarde of gedumpte mensen.

Wanneer het stadsbestuur de intussen berucht geworden uitgaansbuurt met de grond gelijkmaakt voor een winkelcentrum, is het rijk van Toon uit. De laatste dancing op de Kuiperskaai gaat dicht en alle klanten die er ooit te gast waren breken de tent op sluitingsnacht letterlijk tot op de laatste steen af. “Ik ben dan maar een peepshow begonnen, want er moest geld worden verdiend.” Toon heeft geen ethische of morele bedenkingen bij zijn nieuwe handelsactiviteit. “Ik doe aan sociaal werk voor mensen die door omstandigheden geen normale seksuele beleving kennen. Daar is niks mis mee.”

Toontje 55Door zijn drugsverslaving heeft Toon het geestelijk en lichamelijk moeilijk. Vooraan de veertig drukt een hartaanval hem met de neus op de realiteit. Hij wordt angstig en depressief. Hij wordt heen en weer geslingerd tussen hoogtes van intense activiteit en levensvreugde en laagtes van somberheid en doemdenken. Gelukkig zorgen psychotherapie en antidepressiva voor een gecontroleerd en volgehouden evenwicht. Toon is clean. De angst voor een nieuwe hartaanval bepaalt zodanig zijn denken en zijn dat hij besluit zich mentaal en fysiek te sterken door grenzen te verleggen. Hij reist naar het Russische Kamchatka, wereldbekend voor zijn krab in blik. Op een sneeuwscooter doorploegt hij de ondergesneeuwde vlaktes bij veertig graden onder nul. “Een uitstekende therapie.” Tijdens een van zijn reizen plukt hij een dakloos en gehandicapt tienermeisje van de straat. Hij koopt haar een rolstoel en installeert haar in een appartementje. Hij stuurt haar maandelijks geld genoeg om van te leven.

Intussen heeft hij in Thailand het eiland Koh Samui ontdekt. Na een moeizame weg met vele dramatische wendingen vestigt hij zich op het eiland. Hij vindt er de rust waarnaar hij zovele jaren op zoek was.
“Een plaats waar het goed en rustig leven is.” Zonder zijn militaire kakibroeken zou hij kunnen doorgaan voor een monnik uit een newage-orde. Zijn vetloze bovenlijf, niet door te sporten verkregen maar door zijn spartaanse levenswijze, drapeert hij minimalistisch in oosters textiel. Zijn kaalgeschoren kop, waarop in het midden het yin-en-yangsymbool is getatoeëerd, is even schrikken.
“Als iemand mij vraagt hoe het met mij gaat, buig ik nederig het hoofd, wijs op mijn tattoo en zeg: “Goed en slecht” glimlacht hij. “Het houdt mijn leven perfect in balans”.

Toon is een en al zen, een zoektocht naar zichzelf. Zijn broer runt zijn handel, want zelf werken wil hij niet meer.
“Ik ben erachter gekomen wat de zin van het leven is” filosofeert hij, “en dat is niet nog meer geld verdienen dan je nodig hebt voor eten, drinken en een dak boven het hoofd.”
“Ons leven heeft maar één doel: jezelf gelukkig maken. Het klinkt egoïstisch, maar dat is het niet. Pas als je zelf gelukkig bent, kun je ook anderen gelukkig maken. Waar ter wereld je je ook bevindt, het paradijs zit in je hoofd.”

Waar je nu ook bent lieve, zotte Toon, ik hoop dat je gelukkig bent. Vaart wel, oude vriend, ik zal je nooit vergeten.

Antoon Vantomme 1954-2012. De burgerlijke plechtigheid en uitstrooiing vond plaats op domein van het crematorium “Westlede” te Lochristi. Toontje werd door een grote schare vrienden, familie en kennissen vaarwel gegroet op maandag 13 februari 2012.

Tekst: (lichtjes aangepast maar grotendeels) uit het boek “Glamour en glitter, geld en macht. Welkom in Medialand” door Guido Van Liefferinge – 2006.

© 2012 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.