Uitkijken naar het nieuwe stadion
Behalve het spel van de Gantoise, willen ook de faciliteiten in het Ottenstadion wel eens tegenvallen. Niet dat we klagen, maar er zijn toch goede redenen om reikhalzend uit te zien naar de nakende verhuis.
Het begint al bij het binnenkomen van het stadion. Een tiental rijen supporters staat te drummen om door de ijzeren dranghekken te geraken, maar er zijn maar vijf draaipoortjes aan de kant van de spionkop. En om door die poortjes te raken, moet men eerst zijn abonnementskaart scannen. Dat is na al die jaren nog steeds problematisch voor sommige supporters, die pas wanneer het hun beurt is hun portefeuille uit de achterzak halen en minstens vier keer moeten proberen voor hun scanner ‘bieb’ zegt. Op tijd komen is dus de boodschap.
Eens binnen, wacht een haag van fouilleurs, u weet wel: lichaamonderzoekers. Ik zie er zelf redelijk braaf uit, maar een keer op de vijf heb ik het toch vlaggen en zoekt een steward verwoed naar bommen en granaten onder mijn kleren. Maar soit, wanneer de eerste tonen van de Buffalomars weerklinken, vergeet de supporter alles en gaat hij met opgeheven hoofd het stadion binnen. Nieuwe ongemakken tegemoet …
Mijn vak is immers verdeeld in twee kampen: het kamp dat de hele tijd wil rechtstaan en het kamp dat te allen tijde wil zitten. Sowieso wordt er voor elke corner of spelfase aan de overkant van het veld tijdelijk rechtgestaan, anders kan je helemaal niets zien. Maar daarna roepen de zitters luid: “Zitteuh!â€, waarna de rechtstaanders maar mondjesmaat en met tegenzin weer gaan zitten, nooit snel genoeg naar de zin van de zittenden. Omdat ik 192 cm meet, zie ik de meeste goals overigens vrij duidelijk. Mijn rechterbuurman is met zijn 165 cm minder fortuinlijk: statistisch moet Gent al drie keer scoren, wil hij één goal goed gezien hebben.
De laatste 10 minuten voor de rust komt daar nog bij dat de dorstigen onder de toeschouwers zich alvast naar de bierstand begeven, waardoor telkens de hele rij moet rechtstaan als ze passeren. Waarna ze op de rij daarvoor weer “Zitteuh†roepen en het spel weer op de wagen zit.
Wanneer de scheidsrechter dan het rustsignaal fluit, begint de stormloop naar beneden. Letterlijk duizenden supporters haasten zich de trappen af naar de enige (!) toog voorzien voor de vakken V201, V202 en V203. Die wordt bemand door een tiental goed bedoelende mensen die helaas de drankaanvragen niet kunnen belopen. En ge zult het altijd zien: bij de zeventiende bestelling, net voor het uw beurt is, is het vat af.
Kiest u de verkeerde rij, dan gebeurt het dat de mensen voor, naast en achter u al lang met hun pinten weer bij hun vrienden staan, terwijl u zelf nog altijd met uw blauwe jetons in de hand naar de serveuse staat te zwaaien. Maak u daar vooral niet druk in, want dan negeert de dienster u nog langer. Nu geef ik wel toe dat ik daar zelf niet zou willen werken: dorstige supporters bedienen is bepaald geen pretje. En het voetbalreglement verplicht die mensen blijkbaar om elk colaflesje manueel open te draaien voor ze het mogen weggeven: tegen het einde van de pauze staan hun handen vol blaren.
Meestal heb ik nog net de tijd om mijn pintje (of wat daarvan nog overblijft nadat ik mij ermee door de massa heb gewurmd) in een paar teugen leeg te drinken vóór de start van de tweede helft. Tenzij ik naar het toilet moet, dan is het opnieuw aanschuiven geblazen om tot bij de metalen urinoirs in de toiletcontainer te geraken, die de aanhoudende stroom nauwelijks kunnen slikken.
“Koop dan een plaats op de tribuneâ€, hoor ik u denken. Maar de meeste supporters op de overdekte zijtribunes zijn niet veel beter af. Die worden kletsnat wanneer het regent en krijgen de zon vol in hun gezicht wanneer we, zoals nu zondag, om 18 uur spelen. En de sfeer is er toch niet hetzelfde.
Op de keper beschouwd heb ik het er allemaal graag voor over. Nie neute, nie pleuje en zulks meer. Maar ik zeg alleen dat het er met de verhuis naar het Arteveldestadion voor de supporters toch niet slechter op zal worden …
(AA Gent – Lokeren: 26 augustus 2012 om 18 uur)
© 2012 GENTBLOGT VZW