Creatief in Gent: Stof voor durf-het-zelvers
Afgelopen weekend had ik onverwacht wat tijd vrij en het leek ideaal om mijn naaimachine boven te halen en een nieuw boek uit te testen. Met de boekenbeurs zijn heel wat nieuwe boeken uitgekomen, maar de keuze viel natuurlijk op een “Gents” boek. Stof voor durf-het-zelvers is het resultaat van een mooie samenwerking tussen Lies Botterman en Griet De Smedt, in creatieve en bloggende middens beter bekend als de namen achter de blogs Oon en Emma en Mona. Al een aantal jaren kan je op hun blogs terecht voor mooie foto’s van hun kinderen en vooral van de kledij en spullen die hun mama’s maakten. Met het boek kan je zelf aan de slag en dat wou ik uittesten. Nu is een naaimachine niet meteen nieuw voor mij, maar bij het volgen van patronen durf ik al eens in de knoop slaan.
Lies en Griet zijn autodidacten. Ze volgden zelf geen les maar leerden alles al doende. Het boek bevat een twintigtal leuke spullen. Ik spiek even van de perstekst: een iPadhoes, knappe kaptruien voor stoere meisjes en jongens, een cape met bijhorende baret, een heuse pilotenmuts, jurkjes en stolpplooirokjes, rugzakjes, strandmatjes, … Keuze genoeg en bovendien zijn er vaak ook variaties op het patroon. Ik vroeg Lies hoe ze de keuze gemaakt hebben, het lijkt me geen evidentie. “De selectie van patronen kwam er eigenlijk redelijk spontaan. We hadden al samen plannen om ‘iets’ te doen met patronen. Een boek was een optie. We hadden dus wel een aantal dingen in ons hoofd toen de uitgeverij ons contacteerde. Omdat alles moest gemaakt, geschreven, gefotografeerd en gedigitaliseerd worden op een goeie twee maanden was er niet echt veel tijd om veel nieuws te bedenken. We wilden voor iedereen iets. Wat meisjesgerief (naar het patroon van de jurken op Griet haar blog was veel vraag), wat mamagerief (de cape/baret/topje, ook in versie voor kinderen), wat jongensspullen (de kaptrui, of trui met kraag, de pilotenmuts) en wat ‘dingen’. We waren beperkt in het aantal bladzijden dat we mochten vullen, dus dat was ook een determinerende factor.”
Ik kan je garanderen, het boek oogt mooi en kiezen wat je eerst wil maken, is moeilijk. In mijn geval werd dat een cadeautje voor het jarige nichtje. Mijn keuze viel op een jurkje, nu kan je met de combinatie van het boven- en ondergedeelte maar liefst 25 jurkjes maken en dan hebben we het nog niet over de keuze voor stofjes, biais en knoopjes. Het was even zoeken naar de maten, maar die vond ik zonder problemen op het patroon (van 92 tot 152, afhankelijk van het patroon). Onderaan de pagina’s vond ik welke delen ik moest overtekenen en uitknippen. Het boek is misschien even wennen als je gewoon bent om met klassieke naaimagazines te werken. Maar eens je dit door hebt, zie je zo hoe het moet. Bovendien begeleiden de foto’s je door het maakproces. De tekst is duidelijk en makkelijk te volgen. Uiteraard duiken ook hier wat specifieke termen als biais en paspel op, maar alles wordt duidelijk uitgelegd, zodat je zonder problemen en zonder hulplijn aan de slag kunt.
Of toch niet? Ik vroeg Lies ook een raad voor beginnende naaisters: “We zijn zelf geen geschoolde naaisters, maar we voelen ons goed omringd door andere naaisters en zoeken onze weg op het internet, op blogs en naaifora. We zijn echte autodidacten, die zeker ook geregeld eens de mist in gaan, maar we leren uit onze fouten, en zijn niet bang om te falen. Het is belangrijk dat iemand je iets kan uitleggen (kijk desnoods naar een filmpje op YouTube), zodat je steeds meer dingen onder de knie krijgt en je ook vooruitgang boekt. Online vind je enorm veel handleidingen (fotohandleidingen of filmpjes). Vaak is dat in het Engels, maar laat je daardoor niet afschrikken. Beelden zeggen vaak meer dan woorden.
Gewoon durven, daar komt het vaak op neer. Vragen stellen is ook vaak durven, dus wees daar ook niet bang voor.
In het boek staat niet alles van a tot z uitgelegd. We veronderstellen een bepaalde vorm van basiskennis. Niet veel, maar toch iets. Vaak zijn stappen onuitgesproken in onze handleiding, maar spreken de foto’s voor zich. Niet iedereen kan zich daarin vinden, vermoed ik, maar tot nu toe zijn de reacties uitsluitend positief (de negatieve zijn mij toch nog niet ter ore gekomen). We veronderstellen dus echt wel dat je zelf nadenkt en een poging onderneemt om jouw eigen versie te maken. De jurken komen bijvoorbeeld in een simpele basisvariant zonder mouwen, maar niets belet jou om te werken met biais, paspel, een doorgesneden lijfje, om zakjes toe te voegen, of mouwtjes. Om desnoods een nieuwe rok bij het jurkje te verzinnen. Het kan allemaal en we moedigen dat heel erg aan. Je krijgt de patronen kant en klaar, daarna doe jij er je ding mee.”
Zelf ben ik in de wolken met het resultaat. En wat belangrijker is, het nichtje wou het meteen passen en aanhouden. In de Flickr groep Stof voor durf-het-zelvers kan je je eigen creaties tonen en inspiratie vinden bij anderen. Het boek is nog niet zo heel lang uit, dus moet je nog even geduld hebben en vooral zelf aan de slag gaan.
Ik vroeg Lies dan ook naar de andere reacties. “De reacties zijn dus goed, tot nu toe. Het boek is aan zijn tweede druk toe. Waar we wel af en toe vragen over krijgen, is waarom er geen stofafmetingen bij de benodigdheden staan. Dat heeft twee redenen. Enerzijds was er gewoon geen plaats (maar dat bleek pas achteraf). Anderzijds vonden we dat ontzettend moeilijk. Iemand kan stof nemen van 110-140-150 cm breed. Als je effen stof neem, of stof met een grafische print, dan kan je die misschien wel ondersteboven gebruiken, om zo economischer te knippen. Wij weten niet of je het lijfje en het rokdeel van een jurkje in dezelfde of net in verschillende stoffen wil maken. En het is niet omdat wij altijd proberen zuinig te knippen dat anderen dat ook doen. Het hangt gewoon van zoveel dingen af. We wilden niemand met te veel of te weinig stof opzadelen.”
“Een andere opmerking die online de ronde doet, gaat over de breedte van de jurken. We horen nu overwegend dat ze heel goed zitten, qua pasvorm, maar een enkele keer hoorden we ook al dat ze smal tailleren. We raden aan om steeds eerst de borstomtrek van het kind op te meten of om een goed passend kledingstuk op het patroon te leggen, en aan de hand daarvan je maat te bepalen. Dat doen wij zelf ook met andermans patronen. Die zijn voor mij bijvoorbeeld gegarandeerd te breed voor mijn smalle kinderen. Hét standaardkind bestaat niet. Het zal dus nooit voor iedereen goed zijn. Maar we hopen dat natuurlijk stiekem wel.”
Zoek je nog een cadeautje voor een durf-het-zelver, iemand met een naaimachine, al dan niet met ervaring, ik zou het boek zeker aanraden. De presentatie van de projecten en patronen is mooi en het zet aan het dromen.
Stof voor durf-het-zelvers, van Lies Botterman en Griet De Smedt, verschenen bij stichting Kunstboek en te koop in de boekhandel (19,95 euro).
© 2012 GENTBLOGT VZW