Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent: Série 1 (14) Hofbouw
Elke week overloopt Gentblogt Albert Sugg’s Série 1-postkaarten van Gent tijdens de Belle époque. U vindt deel 1 tot 13 in ons archief. In deel 14 komen de Suggkaarten uit serie 1 aan bod die ons beelden tonen van hoe de omgeving van de Hofbouwlaan aan het Citadelpark er uit zag ongeveer een eeuw geleden. Arthur De Decker zorgt voor de gepaste commentaar en Jos Tavernier toont hoe dat er nu uit ziet. Volgende week gaan ze er even tussenuit om te feesten, maar nadien grasduinen ze verder in de verzameling kaarten.
De Hofbouwlaan werd afgelijnd ca. 1875 bij de herstructurering van de citadel en de aanleg van het gelijknamige park ten westen ervan. De enige bebouwde kant wordt deels ingenomen door de neogotische bakstenen gebouwen van het scholencomplex Karel Lodewijk Ledeganckstraat nr. 4-8. Het betreft de rijksnormaalschool met bijhorende lagere oefenschool en kindertuin opgetrokken in 1879-1882 naar ontwerp van E. Willame en P. Goovaerts, architecten van de dienst Burgerlijke gebouwen van Brabant. Deze school heeft twee ronde torentjes.
In de verte nadert tram 13 van lijn 4 komende van de Korenmarkt en het Zuidstation die op weg is naar de voorloper van het huidige Sint-Pietersstation rechtover de Parklaan.
Fait divers: de Gentse ontdekkingsreiziger Lieven Vandevelde bracht van een reis door Congo de jonge Sakala mee. In 1884 ging de 14-jarige jongen naar de rijksschool in de Ledeganckstraat. Men stond er naar verluidt verbaasd over zijn intelligentie en de snelheid waarmee hij “geciviliseerd†was. In 1887 keerde hij terug naar zijn land. Hij kreeg een standbeeld in het links op de foto liggende Citadelpark, waarover meer details in een latere aflevering.
In het parkje hier rechts vooraan, op de hoek met de Karel Lodewijk Ledeganckstraat, was er tijdens de Wereltentoonstelling van 1913 een merkwaardige attractie gevestigd: het Senegalees dorp. Volgens de Gazette van Gent van 3 juni 1913 was dit één der zonderlingste delen van de expo:
Al degenen die het bezocht hebben zijn het eens om dat te verklaren. Men ziet daar 150 inwoners allerlei streken uitoefenen en het is volstrekt een schouwspel voor families. Men mag er zonder achterdocht met kinderen heen gaan, want voor hun is het nog leerzamer. Het uitvoerend comiteit heeft beslist dat degenen die in het bezit zijn van een abonnement maar 50 centiemen zullen betalen om het zo belangrijke dorp te bezoeken.
Het dorp was opgebouwd als een tentoonstelling met boven elke hut een naamplaatje voor de functie (school, juwelenmaker, dorpshoofd, enz). Deze functies werden dan uitgebeeld door de bewoners als acteurs die zich graag lieten fotograferen.
Hier toont de Suggkaart de Rijksnormaalschool langs de kant van de Karel Lodewijk Ledeganckstraat.
Tussen 1879 en 1884, nadat de liberalen een politieke overwinning hadden behaald op hun katholieke tegenstrevers, kwam er een sterke uitbreiding van het officieel onderwijs. De onderwijzersopleiding kon toen nog enkel aan onderwijsinstellingen van de Staat gebeuren. De plannen voor de bouw van een Rijksnormaalschool in de Ledeganckstraat lagen toen al klaar, voordien (1865-1879) gebeurde dat in de Onderstraat.
Het scholencomplex was eerst bestemd voor de opleiding van onderwijzeressen maar werd, gelet op de nabijheid van de Leopoldskazerne met zijn bronstige soldaten, nog voor de ingebruikname der gebouwen in 1881 gewijzigd tot een instituut voor enkel jongelingen. De meisjesafdeling verhuisde uiteindelijk in 1888 naar Brugge. Omdat dit nogal ver was besloot de Gentse gemeenteraad in 1910 een normaalschool voor meisjes te openen in de Casinostraat (nu Wispelbergstraat). De katholieke onderwijzers werden gevormd in Glorieux te Oostakker, de onderwijzeressen en kleuterleidsters in het Crombeeninstituut in de Leeuwstraat en de Visitatie in Sint-Amandsberg.
Tegelijk met de lagere normaalschool (voor onderwijzers) werd er in de K.L. Ledganckstraat ook een literaire en wetenschappelijke afdeling opgericht voor middelbaar onderwijs (regenten). De opleiding duurde twee jaar. Internaat verplicht. De prijs per leerling bedroeg 400 frank per jaar. In 1934 bedroeg dat 2.000 frank. Vandaag kost de opleiding ca. 570 euro voor niet-beursstudenten en 100 euro voor beursstudenten.
Tijdens W.O. I veranderden de schoolgebouwen in een lazaret. De lessen bleven doorgaan in het Botanisch Instituut (waarover straks meer), de Academie voor Schone kunsten en de Rijksmiddelbareschool. Tijdens W.O. IIÂ werden opnieuw 2/3 van de gebouwen door de Duitse overheid in beslag genomen.
In 1965-66 lieten de eerste meisjes zich inschrijven in de Lagere normaalschool. Ze vormden al snel een overgrote meerderheid. Vanaf 1986 werden de opleidingen onderwijzers en regenten verlengd van 2 tot 3 jaar. Na de fusie met Sint-Niklaas in 1988 werd er een bijkomende opleiding kleuterleidsters aan toegevoegd.
In 1995, na de oprichting van de Hogeschool Gent en de Associatie Universiteit Gent, gebeurde ook de samensmelting tussen de Gentse stedelijke normaalschool (Wispelbergstraat) en de Rijksnomaalschool. De Hogeschool Gent bestaat nu uit 13 departementen. In 2012 telde het Departement Lerareopleiding 1.000 studenten.
De restauratie van de vleugel van de oefenschool met volledige herbouw van de hele binnenkant en heraanleg van de speelplaats gebeurde in 2004. Vanaf het schooljaar 2006-2007 werd het bachelor diploma ingevoerd.
Nu is er dagonderwijs voor studenten leraar kleuteronderwijs, lager onderwijs en secundair onderwijs groep 1 (ex-regentaat). Een lagere oefenschool en een kindertuin zijn er nog altijd.
Van 1889 tot 1937 was in een vleugel van de normaalschool op de hoek met de Hofbouwlaan (tegenover de Botanische tuin, waarover straks meer) de (rijks)-tuinbouwschool ondergebracht. Deze school was een initiatief van de hofbouwkundige Louis Van houtte (1810-1876) en werd aanvankelijk opgericht binnen diens bedrijf in Gentbrugge. Daarna was deze “Staatshofbouwschool†18 jaar verbonden aan de Kruidtuin van de Hogeschool op de Steendam te Gent, waarna ze in 1889 naar een vleugel van de  Rijksnormaalschool op de Hofbouwlaan werd overgebracht.
In 1923 werd deze Middelbare Tuinbouwschool hier afgeschaft en vervangen door avond- en zondaglessen. In 1937 verhuisde de school tenslotte naar Melle waar ze nu nog gevestigd is onder de naam KTA Tuinbouwschool Melle met onderwijs voor jongeren van van 12 tot 19 jaar.
Zuid-Westelijk van het Citadelpark, op de hoek van de Karel Lodewijk Ledganckstraat en de Emile Clauslaan stond het “Instituut van Kruidkunde†zoals Sugg dat noemt, doch ook Botanisch Instituut geheten, waarvan de bouw na lange discussies aanving in 1901.
Wie tijdens de Gentse Feesten het Baudelopark bezoekt kan zich nauwelijks voorstellen dat dit ooit de groene trots van Gent was. Op die plek lag ooit een vermaarde plantentuin, het eerste wandelpark van Gent. Na de Franse revolutie wilden de republikeinse hervormers de jeugd aan de invloed van de kerk onttrekken en richtten ze in Gent een Centrale School op in de gewezen abdij van Baudelo aan de Ottogracht.
Het klooster werd school, de kerk kreeg de functie van stedelijke bibliotheek en de moestuin van de paters werd deels als een didactische plantentuin heraangelegd en deels een landschapstuin voor wandelaars. Na de afschaffing van de Centrale School in 1802 mocht het stadsbestuur de tuin overnemen. Bij de oprichting van de Gentse Universiteit in 1816 kreeg die de beschikking over de tuin die Hortus Gandavensis werd gedoopt. Zo ontstonden de eerste discussies over wie moest instaan voor het onderhoud en de investeringen: was dit de Stad of de Belgische staat?
Omstreeks 1865 bleek de Hortus niet meer geschikt als “botanieken hofâ€. De luchtvervuiling door de fabrieken schaadde de groei en bloei van de planten. Het voorstel om een nieuwe tuin aan te leggen buiten de stadsomwalling stuitte op heftig protest. Na een jaren lang aanslepende discussie raakten de universiteit en de stad Gent het uiteindelijk in 1898 eens over een terrein van 3 ha in de Karel Lodewijk Ledeganckstraat.
In 1901 werd overeengekomen dat de stad eigenaar bleef van het terrein en de gebouwen eigendom werden van de staat. Het stadsbestuur verbond er zich toe in de omgeving geen “werkhuizen of andere gestichten†toe te laten die “dusdanige wasemingen voortbrengen, die de planten van de Kruidtuin kunnen beschadigen.†De verhuizing van de plantencollecties gebeurde met paard en kar in 1902. Louis Cloquet (1849-1920) kreeg de opdracht om de definitieve plannen te ontwerpen. Het hele complex, dat in 1904 afgewerkt was, kostte bijna 500.000 fr.
Het serrecomplex van de kruidtuin werd in de loop van de voorbije eeuw al een paar keer vernieuwd o.a. in 1933 volgens plannen van Jean Cloquet (1885-1961), zoon van Louis Cloquet die de originele gebouwen ontworpen had en in 1969 volgens plannen van P. Zerck. De omheiningsmuur met het smeedijzeren hek is, zoals te zien op bovenstaande recente foto van Jos Tavernier, nog steeds in zijn originele staat aanwezig.
Het Botanisch Instituut van Louis Cloquet moest in de periode 1959/1969 in diverse fasen wijken voor de hoogbouw HIKW (11 verdiepingen) van de faculteit der Wetenschappen, ontworpen door Jules Trenteseau (1913-1974). Alle kandidaturen en diensten (natuurkunde, scheikunde, dierkunde, plantkunde, histologie, anatomie) waren nu samen gehuisvest. Als een octopus nestelden nieuwe gebouwen zich tussen de zijstraten van de Zwijnaardsesteenweg, maar dit volstond niet om de spectaculaire stijging van studenten op te vangen zodat voor een aantal diensten werd uitgeweken naar Campus Ardoyen (Technologiepark in Zwijnaarde) en naar campus De Sterre (Krijgslaan en Galglaan).
Wie tijdens de Gentse Feesten 2013 een geleide wandeling wil doen in de kruidentuin vindt informatie bij de Vrienden van de Plantentuin Gent.
Dienstmededeling: aflevering 15 komt er de vrijdag na de Gentse Feesten!
© 2013 GENTBLOGT VZW
De plantentuin heeft ons altijd geboeid. Hebben hiervoor twee blogs geschreven, die je kan lezen via deze links:
http://catherinetine.blogspot.com/2013/06/plantentuin-universiteit-gent-kleurt-je.html
http://catherinetine.blogspot.com/2013/06/plantentuin-universiteit-gent-bezoek.html
Reacties altijd welkom
Vriendelijke groet
Tine en Catherine
De HoGent bestaat al enkele jaren niet meer uit dertien departementen, maar wel uit acht faculteiten. Ook het departement Lerarenopleiding Ledeganck bestaat niet meer, maar maakt nu deel uit van de faculteit Mens en Welzijn aan de HoGent.
Voor de rest: prachtig die kaarten! :-)