Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent: Série 1 (25) Veldstraat
In deel 25 bezoeken we aan de hand van de postkaarten van handelaar Albert Sugg de bekendste Gentse winkelstraat: de Veldstraat. Daarvan schreef J.L. Steyaert in 1838 reeds: “Zy is eene der schoonste en meest bezochte straten der Stad. Men vindt er vele fraeye, zelfs prachtige gebouwen; en vele ryckvoorziene winkels van verschillende aerd, veraengenaemen den doortogt dezer straetâ€. Tijdens de Belle Epoque, de periode waarin voor de burgerij alles mogelijk leek, werd deze straat de belangrijkste winkelas van Gent. Arthur De Decker geeft wat duiding en Jos Tavernier gebruikte zijn fototoestel op zijn recente winkeltocht.
Geanimeerde Suggkaart van het begin van de Veldstraat, verstuurd in 1902. Let op de accutram, de stootkarren en de kledij.
Een Veldstraat zou je in een landelijk dorpje verwachten en  niet meteen in het centrum van een drukke stad. Toch heet de belangrijkste winkelstraat van Gent Veldstraat. De oudste vermelding dateert van 1164 en spreekt gewoon van “Veld†wat toen betekende een stuk woest land. Ook andere straatnamen (bvb. Koestraat) wijzen erop dat deze buurt in het begin van onze stadsgeschiedenis nog van landbouw en veeteelt leefde en niet van de handel. De straat heeft haar ontwikkeling te danken aan het feit dat wie uit het centrum – de Korenmarkt- naar Oudenaarde, Kortrijk of Frankrijk vertrok langs deze route de stad verliet. Tot 1977 bleef de Veldstraat trouwens een rijksweg. In 1984  werd de Veldstraat een verkeersvrije winkelwandelstraat waar in principe enkel nog trams en taxi’s mochten rijden.
In de 18de eeuw werd de straat erg populair bij de rijke bourgeoisie die er kastelen van herenhuizen liet bouwen in de Louis-de-zoveelste-stijl. Enkele van die hotels speelden een bescheiden rolletje in de wereldgeschiedenis. In het Hotel Schamp (later Caron) op de hoek met de Hoornstraat verbleef in 1814 de Amerikaanse delegatie toen ze in Gent met de Engelsen over de Vrede van Gent kwam onderhandelen. In het Hotel d’Hane-Steenhuyse (nu stadseigendom) logeerde de Franse koning Louis XVIII in 1815 enkele maanden (zg. “100 dagenâ€) toen hij op de vlucht was voor Napoleon. In de Gentse herinnering leeft hij voort als Lowie-die-zwiet. Toen de Engelse hertog van Wellington hem een bezoekje bracht, logeerde deze aan de overkant in het Hotel Clemmen (nu Museum Vander Haeghen). Doch daarover straks meer.
Rond 1900, dus tijdens la Belle Epoque, brak de Veldstraat door als winkelstraat. Investeerders kochten de ruime hotels op en verbouwden de benedenverdiepingen. De nieuwkomers heetten La Maison Universelle (later Les Grands Bazar Réunis, waar nu Inno zit) en aan de overkant Les Grands Magasins du Bon Goût (later L’Innovation, nu C&A). Aan de kant van de Korenmarkt werd de nauwe straat 5 meter verbreed. Daar verrees nieuwbouw die in zijn tijd furore maakte, zoals het neogotisch hoekhuis uit 1885 rechts op de bovenstaande Suggkaart. Het werd er opgetrokken naar een ontwerp van Pieter Nyssens in opdracht van de Leuvense hoogleraar en later minister Jules Van den Heuvel.
Op de postkaart zien we dat “English Taylor†Ed. Jamez er toen een kledingzaak openhield. Na hem kwam een architectenbureau en vervolgens het “Office Général du Bâtimentâ€. Daar werd tevens het dagblad “La Liberté” uitgegeven, een katholiek informatieblad waarvan het eerste nummer in 1908 verscheen. Later verkocht men er rookwaren en heette het “Quo Vadisâ€. Nog later kwam er de fotozaak Marinus en nu is er dus terug een kledingzaak (Benneton). Het huis er naast is de bakermat van de bekende Snoecks Almanak , een boekdrukkerij gesticht in 1782.  Iets verder vinden we het monumentale neorenaissance complex Dutry-Colson (nu Mexx en Massimo Duti), het eerste pand dat in Gent als warenhuis ontworpen werd.
Aan de overzijde zien we het hoekhuis Veldstraat nr. 1. Daar was ooit de Compagnie anglaise gevestigd en men verkocht er hemden, dassen, regenschermen en wandelstokken. Dit werd eerst uitgebaat door de juffrouwen Wirtz en De Vreeze, nadien door kleermaker Nicolas Dognies, opgevolgd door C. Van de Walle. Rond 1980 was de juwelierszaak Casteleyn er gevestigd
Anno 1874 reed de eerste paardentram van de Vlasmarkt, langs Lange Munt en Korenmarkt door de Veldstraat naar de Kortrijksepoort. Deze werd in 1899 opgevolgd door de accutram. We zien tram nr. 135 op de Suggkaart. In 1904 werd de veel te zwakke accutram vervangen door de trolleytram en werden er bovenleidingen aangelegd. In 1907 werden deze groene trams in geel herschilderd.
Zoals deze recente foto van Jos Tavernier toont waakt de politie.
De Veldstraat is de Gentse trots in het Monopolyspel. In de donkergroene vakjes zit de winkelstraat net onder het niveau van de Antwerpse Meir en de Brusselse Nieuwstraat. Wekelijks passeren er naar verluidt 170.000 consumenten. Een lange wandeling moeten die niet maken. De Veldstraat is veel korter dan haar Antwerpse en Brusselse broertjes, nauwelijks 400 m lang.  In 1905 waren er 120 winkels. Nu  zijn er nog 65 handelspanden, waarvan de meeste in Nederlandse handen zijn met name Redevco (C&A, Fnac en Inno), Peek & Cloppenburg (Mexx en Massimo Duty), Fagotvalk (Zara), Prowinsko (o.a. Kruidvat), WE, Planet Parfum, Rodamco, Belforca en Intervest.
Rechts zien we het neogotisch handelpand dat in 1988Â werd gerestaureerd naar het ontwerp van architectuuratelier Oswald Van de Sompel. Aan de kant de Van Stopenberghestraat , waar vroeger een neogotisch poortje was, kwam er toen een toevoeging in eigentijdse vormgeving. Daardoor kon de winkel worden uitgebreid en een doorgang naar het woongedeelte worden gebouwd.
Op de foto zien we ook de nieuwe tramhalte met Hermelijntram op lijn 1 naar het Sint-Pieterstation en naar Flanders-Expo (The Loop). Gans dit kruispunt werd samen met de Veldstraat en de Cataloniëstraat heraangelegd in het kader van het Kobraproject. Het masterplan en het voorontwerp hiervan werden opgemaakt door de tijdelijke vereniging Robbrecht-Daem Architecten, M.-José Van Hee, Wirtz International, BAS-Dirk Jaspaert, Dirk Boydens, Marianne France en het studiebureau Technum n.v. waarvan de werken begonnen in 2008 doch nog niet volledig afgewerkt zijn. Er ontbreken naar verluidt nog twee kunstwerken.
Deze postkaart toont ons de Veldstraat gezien van aan het kruispunt met de Zonnestraat. We zien in de verte de accutram naderen die ofwel rechts naar de Kouter ofwel rechtdoor naar de Kortrijksepoort zal rijden. De tram is juist op de plek waar de straat op zijn smalst is, namelijk tussen de hotels d’Hane Steenhuyse en Arnold Vander Haeghen.
Het 10 traveeën brede hotel Vander Haeghen werd ca. 1746 opgericht naar de plannen van bouwmeester David ’t Kindt (1699-1770) op de plaats van een Romaans steen. In 1771 werd het eigendom van katoenbaron Joost Clemmen die de voorgevel voltooide in een classicerende Lodewijk XV-stijl. Aan de achterkant langs de Leie richtte hij een achterbouw op voor een katoendrukkerij. In 1836 werd het gebouw eigendom van de familie Vander Haeghen. Deze drukte er vanaf 1841 o.a. de “Gazette van Gentâ€, een krant die reeds vanaf 1667 verscheen onder de titel “Ghendsche Post-Tydinghe†en vanaf 1723 tot aan WO II de naam “Gazette van Gent†droeg.
Bij testament schonk de familie Vander Haeghen het gebouw aan de stad Gent op voorwaarde dat het als museum zou gebruikt worden, wat sinds 1953 het geval is. Het huisvest o.a. aan de tuinzijde het grote salon met een uniek wandbehang in beschilderde Chinese zijde. Aan de straatkant is er het kabinet Maeterlinck met meubilair van Maurice Maeterlincks werkkamer uit Orlamonde , zijn immense villa in Nice waar hij in 1949 overleed. Deze auteur werd in 1862 in Gent geboren en kreeg in 1911 de Nobelprijs literatuur.
Het winkelend publiek heeft er meestal weinig oog voor, maar in de Veldstraat ligt een cultureel eiland. Aan de ene kant, het witte huis links op de recente foto van Jos Tavernier, heb je het hotel Arnold Vander Haeghen (met achteraan het pakhuis Clemmen aan de Leie), met daar recht over het hotel d’Hane-Steenhuyse (zie volgende postkaart).
Het pakhuis Clemmen uit de 18de eeuw was jaren een opslagruimte voor het warenhuis Inno. Toen het enige jaren geleden vrijkwam, besloot de stad het te renoveren. De renovatie heeft 2,5 miljoen euro gekost. Het gebouw werd gestript en op een hedendaagse wijze gerenoveerd. Aan de kant van de Leie zijn drie erkers gemaakt. In een van de nissen is het gedicht Serre d’ennui uit de gedichtenbundel Serres chaudes van Maurice Maeterlinck aangebracht. Diverse cultuurdiensten zoals Circa en de dienst cultuurparticipatie vonden onderdak in het pakhuis. De vzw Uitbureau die o.a. tickets verkoopt en vroeger gevestigd was in de Kammerstraat betrekt sedert 2011 de gelijkvloers verdieping en is toegankelijk via de poort van Hotel Vander Haeghen.
Het modernistisch winkelcomplex waar sedert 1986 boekhandel Fnac in zit werd tijdens de jaren 1960 opgetrokken o.l.v. architect Léon Stynen (1899-1990) voor de keten C&A waarvoor hij ook in andere steden gelijkaardige panden heeft ontworpen. De blinde bovengevel met ongelijke openingen contrasteert sterk met de historische architectuur in de Veldstraat.
De bouwgeschiedenis van het hotel d’Hane-Steenhuyse, hier te zien op de postkaart uit de Belle epoque, is een ingewikkeld verhaal. Het kwam in verschillende bouwcampagnes tot stand . Reeds op het einde van de 17de eeuw kocht de familie d’Hane twee huizen in de Veldstraat. Rond 1760 verwierf Emmanuel Ignace d’Hane nog een aantal huizen. In 1768 werden al deze panden tot een geheel verwerkt waarbij een laatbarokke voorgevel werd opgetrokken waarschijnlijk naar plannen van bouwmeester David t’ Kindt. De iets vooruitspringende voorgevel draagt bovenaan de allegorische voorstelling van Tijd en Geschiedenis.
In 1773 werd op last van zoon Pierre Emmanuel de achtergevel in classicistische stijl gerealiseerd en werd het interieur verder afgewerkt in dezelfde stijl. Binnenin werden er verschillende zalen versierd met panelen geschilderd door Pieter Norbert van Reysschoot en andere leden van die kunstenaarsfamilie. Rond 1880 vond een ingrijpende verbouwing plaats waarbij een deel van het gebouw werd afgesplitst en waarbij interieurs werden overschilderd.
Zijn grootste roem kende het geheel onder graaf Jean-Baptiste d’Hane Steenhuyse toen er enkele zeer belangrijke personen verbleven: in 1811 Jérôme Bonaparte, koning van Westfalen, in 1814 Alexander I, tsaar van Rusland, in 1814 en 1815 prins Frederik van Oranje en van 30 maart tot 26 juni 1815 koning Lodewijk XVIII van Frankrijk met zijn trouw gebleven hofhouding—onder wie Chateaubriand—op vlucht voor de uit Elba terugkerende Napoleon. Het is naar die laatste roemruchte periode dat Albert Sugg verwijst in het opschrift op zijn postkaart.
Het hotel d’Hane-Steenhuyse, Veldstraat 51-55, is sedert 1953 een beschermd monument zoals trouwens ook het Hotel Clemmen. Het werd in 1981 aangekocht door de stad Gent die het in 1993-2006 grondig liet restaureren naar ontwerpen van Guido Everaert en Dirk Bonquet.
Het hotel d’Hane-Steenhuyse is een prachtig stadspaleis dat werd gestoffeerd met meubelen uit die tijd, voorwerpen en schilderijen uit de 18de en 19de eeuw. Het geeft een mooi voorbeeld van de aristocratische leefcultuur toen. Het bevat een schitterende balzaal en prachtige muurschilderingen.
Het hotel d’Hane-Steenhuyse, het museum Arnold Vander Haeghen en het pakhuis Clemmen vormen een culturele as die de commerciële Veldstraat dwarst en die toegankelijk is voor het publiek. Vanaf de koetspoort van d’Hane-Steenhuyse aan de Korte Meer kan men vrij wandelen door de tuin van het stadspaleis tot in de binnentuin van het museum Arnold Vander Haeghen. Later komt er naar verluidt een voetgangersbrugje over de Leie, zodat het culturele wandelparcours doorloopt tot op de Ajuinlei.
Een eenzame fietser in de Veldstraat op een kaart verstuurd in 1910. Hij nadert het kruispunt met de Volderstraat rechts en de Hoornstraat links, wat men later de Gouden Driehoek is gaan noemen omdat Caron, Bloch en Herckenrath daar waren gevestigd.
Op de hoek met de Volderstraat begon in 1848 Henri Hoste een boekhandel. Toen hij in 1874 verhuisde naar de Galgenberg werd de zaak door zijn zoon Adolf verder gezet. Die was behalve boekhandelaar ook een uitgever en drukker met een enorme productie. Zoals te zien op de postkaart liet hij “Algemene Boekhandel†“Ad. Hoste†op de gevel aanbrengen. In 1909 nam de dichter Adolf Herckenrath de zaak over en na hem diens zoon en kleinzoon en dochter. Aan die lange traditie kwam een einde toen de zaak in 2000 uitverkoop hield. In de plaats kwam een kledingzaak.
Daar recht over was tabakswinkel Caron gevestigd in een herenhuis dat door de Gentse architect Bernard de Wilde was gebouwd op de plaats van het in 1717 afgebroken “Hof van Hueleâ€. Dit vroeg-18de eeuws pand had oorspronkelijk een fraai bepleisterde voorgevel van 7 traveeën in Lodewijk XVI-stijl. In 1801 kwam het in het bezit van Jan Schamp-de Vaerwyck naar wie het Hotel Schamp werd genoemd. In 1898 werd het pand verkocht en in tweeën gedeeld: het deel op de hoek werd Caron, de laatste 4 traveeën werden een onderdeel van het warenhuis “Le Bon Goûtâ€, thans C&A.
Omstreeks 1908 werd de benedenverdieping volledig gewijzigd. In 1990 werd dit gebouw (Veldstraat 45-47)  beschermd als monument samen met de gevels van de huizen Veldstraat nr.68 (huis Papillon) en nr. 76-80 (naast Hotel Clemmen, ooit Oud België). Op de gevel van hotel Schamp hangt een gedenkplaat inzake het Vredesverdrag van Gent op 24 december 1814 dat er aan herinnert dat hier van juli tot december 1814 de Amerikaanse delegatie verbleef. Volgend jaar wordt deze gebeurtenis luisterrijk herdacht, vermoedelijk in aanwezigheid van huidige Amerikaanse president Barack Obama.
Op de voornoemde Gouden Driehoek waren tot voor enkele jaren nog enkele kleine Gentse middenstanders gevestigd.
Dat patisserie Bloch er in 2008 mee stopte kwam reeds uitgebreid aan bod in Gent Blogt, zie voor de soms emotionele reacties op Patisserie Bloch stopt ermee.
Gelijkaardige toestanden bij het sluiten van Caron in 2011: Caron verdwijnt uit Veldstraat. Boekhandel Herckenrath sloot de zaak in mei 2000 en was tijdens de passage van onze fotograaf Jos Tavernier in verbouwing zoals zoveel andere winkels in de Veldstraat.
Wie herkent dit beeld nog?
Een van de attracties in de Veldstraat was de fotograaf die de voorbijgangers fotografeerde. Ontelbare bezoekers werden zo vereeuwigd. De “slachtoffers†konden nadien hun foto ophalen in de tabakswinkel op de hoek met de Nodenayesteeg. Mijn op deze wijze vastgelegde moeder en tante verscheen reeds op 24/4/2005 op Gentblogt.
De fotograaf in kwestie werkte naar verluidt al rond de jaren 1935Â tot de jaren 1960Â zo in de Veldstraat.
De gevel van de Inno links op de recente  foto werd oorspronkelijk in 1920 ontworpen door architect Jules van den Hende en vertoonde enkele kenmerken die verwezen naar de art-decostijl. De begane grond werd jammer genoeg volledig verknoeid. Vroeger werd deze bouwlaag horizontaal afgelijnd door een sterk vooruitstekende zware luifel.
© 2013 GENTBLOGT VZW
Anders dan Jos Tavernier nam Albert Sugg de eerste foto vanuit de hoogte. Vanop stellingen tegen de westgevel van de St-Niklaaskerk of vanuit een nog bestaand huisje ertegenaan?
Of misschien had hij toevallig een dubbele ladder bij?
De aanwezigheid van Chateaubriand in Gent in 1815 bleef niet zonder herinneringen. Hij werd namelijk gekend om zijn gierigheid en hebzucht. Ook speelde hij graag kaarten. Dat deed hij dan in de, in die tijd, jonge Cercle de La Concorde. Op een avond viel in zijn nabijheid een muntstuk op de grond. Onmiddellijk zag men hem de vloer aftasten en blijven zoeken. Spottende leden hielpen hem door de plaats ietwat de belichten: met afgrijzen zag hij dat de Gentenaars daarvoor papieren geld gebruikten (assignaten).
Naar aanleiding van nr 25 wou ik beide heren toch eens fameus bedanken voor deze bijdrage. Als er ooit een gedrukte uitgave volgt ben ik alvast geïnteresseerd.
De Gouden Driehoek was Caron, Bloch en Herckenrath. Wie herinnert zich welke winkel(s) er achtereenvolgens werden uitgebaat op de 4de hoek (Veldstraat – Hoornstraat)?
Die hoek had oorspronkelijk het nummer 40 en daarnaast dus nr 42.0p 40 was de broodbakker “Aux Epis D’Or” en daarnaast apotheker F.Daels die in 1948 Pharmacie A. Vermeiren (“toutes les spécialités”) was geworden. In 1972 was op nr 40 een lederwarenwinkel gevestigd en op 42 nog steeds apotheek A.Vermeiren.De huisnummers veranderden. Nr 40 werd 64 en de lederwarenwinkel werd recent opgevolgd door een zoveelste belwinkel. Nr 42 werd 66 met sedert 1985 Apotheek H. Nys. De apotheek is dus de enige constante gebleven en naar verluidt nog steeds in Gentse handen en vormt zo Gouden vierhoek…
Beste dank Arthur. Die vraag hield enkele vrienden en mij al een tijdje bezig. Iedereen kent die hoek, maar blijkbaar verdwijnt dit relatief vlug uit het collectieve geheugen. Ook werden van de 4de hoek bijna geen duidelijke foto’s gepubliceerd.
In 1960 was er op de hoek nog een Charcuterie ( er bestaat daar een foto van)
Eveneens beste dank Jos. Waar kunnen wij die foto van de charcuterie in 1960 vinden?
Ter info: ik herinner de ontploffing in de apotheek in de Veldstraat in 1984.
Tof initiatief!!!
Hallo, ben mijn stamboom aan het maken en mijn bedovergrootvader had een schoenwinkel in de Veldstraat, 13 – Isidore De jaeger en zijn broer was een meester Laarzenmaker Emmanuel De jaeger. Heeft iemand meer info hierover? Alvast bedankt voor de hulp en de moeite.