Stadsgedicht – De ijsridders
De ijsridders
Niet mank in reis naar een pirouette
Of op koers in kristallen vijvers gezet,
Schallen zij als leeuws knapengenot
Tegen toetsen van hun ongekooid lot;
Geen kwade reuk op hen uitgesproken
Maar vrijdom in een eigen rol ontloken,
Vlieden hun rapieren onder de hiel
Weg van de brauw naar een winterse ziel.
© 2013 GENTBLOGT VZW