Ken uw stad: nieuwe plaatsnamen!

donderdag 16 januari 2014 14u28 | Michel Vuijlsteke | reageer
Trefwoorden: , , , , , .

De gemeenteraad besliste onlangs over nieuwe plaatsnamen: twee nieuwe parknamen (Arbedpark en Coyendanspark), een nieuwe Pauline Van Pottelsberghelaan in Sint-Denijs-Westrem, de Lange Mate in Mendonk, en in Sint-Amandsberg krijgt een nieuw weggetje ook de naam Lijnmolenstraat.

Het openbare park dat tussen de Kerkstraat en de Schelde ligt in Gent – Gentbrugge kreeg de nieuwe naam ‘Arbedpark’. Het park, gelegen tussen de Kerkstraat, de Dulle-Grietlaan, de Vincent Evrardlaan, de Edmond Blockstraat en de Schelde, heeft een oppervlakte van 3,3 hectare.

Arbed Noord

De buurtbewoners en ook verenigingen gebruikten al de officieuze naam ‘Arbedpark’. Die naam is nu geofficialiseerd en verwijst naar het metaalverwerkend bedrijf Trefil Arbed dat daar in 1993, na 150 jaar activiteit, de deuren sloot. Omdat Arbed in Gentbrugge een begrip is, stelde de Groendienst voor om het park dezelfde naam toe te kennen.

De site kende echter al sinds het begin van de 19e eeuw een industriële ontwikkeling: in 1839 richtte Adolf Pernot er een bescheiden spijkerfabriek op.

Voor een pad in de groenzone tussen de Kerkstraat en de Schelde in Gent – Gentbrugge legde de Gentse gemeenteraad in 2003 de naam ‘Puntfabriekpad’ vast. Bij de dood van Adolf Pernot in 1892 ontstond de NV Clouterie et Tréfilerie des Flandres waarbij het trekken van ijzerdraad een nieuwe activiteit werd. In de raad van bestuur zetelde o.a. Leo Tertzweil, naar wie in Gentbrugge een straat werd genoemd. In 1922 werd na zijn dood een overeenkomst afgesloten met het Luxemburgs bedrijf Arbed of voluit Aciéries Réunies de Burbach-Eich-Dudelange die de productie steeds meer internationaal oriënteerde.

In Gentbrugge was er de draadtrekkerij voor zacht staal, een afdeling bouwstaal en lasdraad en een boutenmakerij. De staalcrisis van de jaren tachtig van de twintigste eeuw ging echter niet onopgemerkt voorbij en het bedrijf slaagde er niet in het hoofd boven water te houden. Toen in september 1993 definitief het doek viel over de sites Arbed Noord en Arbed Zuid kwam er een einde aan anderhalve eeuw industrieel gebruik van deze sites en een tewerkstelling van honderden arbeiders.

De Gentse gemeenteraad beslist de nieuwe weg op de site The Loop in Gent – Sint-Denijs-Westrem, de naam ‘Pauline Van Pottelsberghelaan’ te geven, naar de eerste vrouwelijke luchtpassagier boven Gent, in 1908. Zij was toen 28. Pauline Van Pottelsberghe overleed in 1973.

Bijlage plan Pottelsberghelaan

De volledige familienaam luidt Van Pottelsberghe de la Potterie, maar voor het gebruiksgemak wordt deze ingekort tot Van Pottelsberghe.

De nieuwe wegenis die uitkomt in de Lijnmolenstraat tussen huisnummers 116 en 138 in Gent – Sint-Amandsberg, heeft eveneens de naam ‘Lijnmolenstraat’ gekregen.

In een bijdrage van Roger Poelman ‘Verklaring der straatnamen te Desteldonk, Oostakker en Sint-Amandsberg’ in Jaarboek XIX van De Oost-Oudburg wordt op p. 150 een nadere verklaring voor de Lijnmolenstraat opgegeven: ‘In deze straatnaam worden we herinnerd aan de stenen oliewindmolen die reeds voor 1835 eigendom was van Hiëronymus Braeckman, grootoom der burgemeesters Alfons en Victor Braeckman. De kadastrale legger van 1850 vermeldt Ivo Braeckman als eigenaar van een strook grond met een woning en een oliewindmolen op een molenberg. De molen werd in 1880 verkocht aan de Gentse bouwkundige, Jan Spilthoorn, en volledig afgebroken in 1880. Aangezien de molen zich bevond op een strook grond die zich volledig van de Antwerpsesteenweg uitstrekte tot aan de aardeweg die naar Zingemkouter leidde, kreeg deze aardeweg in de volksmond al spoedig de naam Braeckmansmeulenslag. Ook de huidige herberg ‘’t meuleken’ langs de Antwerpsesteenweg herinnert nog aan deze vroegere stenen windmolen.’

Bijlage plan Lijnmolenstraat

In een overzicht van de verdwenen Belgische molens op steekkaart wordt deze molen vermeld als een staakmolen, later een stenen windmolen. Het was een oliemolen, gebouwd in 1775 en gesloopt in 1880, na een brand. De molen is aangeduid op de kaart van Ferraris van 1775.

De nieuwe weg tussen de John Kennedylaan en Hulsdonk in Gent – Mendonk, kreeg de naam ‘Lange Mate‘.

Park Bij St Baafsabdij

Een ‘mate’ was een verkavelingsblok in een gebied voor turfwinning.
Dit toponiem stamt uit 1675: ‘de Langhemate’, Rijksarchief Gent, Fonds kaarten en plans, nr. 2633.

Het park dat ligt tussen de Sint-Baafsabdij, Gandastraat, Adalwinstraat, Slachthuisstraat en de Voorhoutkaai, heet voortaan ‘Coyendanspark’.

Elk huisgezin in het Sint-Baafsdorp binnen de vesten had het recht om één (heernis)koe in de Heernesse te laten weiden tegen betaling van 8 groten per jaar. Ter compensatie van het weiderecht waren de landerijen op de heernesse vrijgesteld van belastingen.

Het Sint-Baafsdorp was een kleine agglomeratie ten oosten van de gelijknamige abdij die in de vijftiende eeuw ongeveer 1500 mensen telde (tot in 1540, het jaar waarin de abdij en het dorp moesten wijken voor de citadel, het latere Spaans kasteel).

De heernesse was een uitgestrekt meersgebied langs de Schelde vanaf de huidige Achtervisserij in het westen tot de grens van Sint-Amandsberg met Destelbergen in het oosten.

De heernismeesters stelden een bekwame herder aan om de heerniskoeien te hoeden. Elke morgen dreef hij ze uit het Sint-Baafsdorp naar de Heernesse en bracht ze ‘s avonds weer terug.

Elk jaar werd op 7 juli op de Heernisberg (ter hoogte van de huidige Klinkkouterstraat en Aannemersstraat) het feest van de Koeiendans gevierd: men speelde op trommels en fluiten en in een herberg werd gelag gehouden.

Bron: Maurits Gysseling, De Heernesse voor 1800. Een oude historie van meersen, koeien en vesten, in ‘van Wei tot Wijk’ Honderd jaar Heirnis 1888-1988, Gent, 1988, p. 9-23).

Park Bij St Baafsabdij

© 2014 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.