James blogt de bib: Komen Lezen

zaterdag 15 maart 2014 10u27 | James Huys | reageer
Trefwoorden: , , .

Noem de bijeenkomsten van ‘Komen Lezen’ niet zomaar leesgroepen, want dat zijn ze niet. Het zijn ‘samenleesgroepen’, voor mensen die (nog) niet lezen en samen het leesplezier willen ontdekken. ‘Komen Lezen’ is een initiatief van Vormingplus, in samenwerking met de Bibliotheek Gent, het Poëziecentrum en het Netwerk Vrijetijdsparticipatie. Het oorspronkelijke idee is uit het Verenigd Koninkrijk overgewaaid, waar Jane Davis met haar Reader Organisation de eerste samenleesgroepen heeft opgericht. Ik was benieuwd naar hoe zo een bijeenkomst verloopt en ging een middagje mee lezen in de Gentse Zuidpoort. Een verslag!

TheReaderOrg

Terwijl een waterig lentezonnetje hoog in de lucht staat, spring ik van mijn bus en stap ik het Rerum Novarumplein op. Ik ga op zoek naar de grote houten deur van de Zuidpoort, waar ik met Eva Rousselle, educatief medewerkster bij Vormingplus, heb afgesproken. De Zuidpoort is een vereniging waar armen het woord nemen en het is een van de vijf locaties in Gent waar mensen momenteel ‘Komen Lezen’. Vooraleer we naar binnen gaan, vertelt Eva me kort hoe het initiatief in Vlaanderen is ontstaan. “In 2013 hebben de mensen van Boek.be en de Universiteit van Antwerpen Jane Davis uitgenodigd om een lezing te geven. Zij is toen komen spreken over haar organisatie en over de manier waarop ze met literatuur en kansarmen werkt en dat viel zo goed mee dat men toen heeft gezegd: ‘we zouden in Vlaanderen ook zoiets moeten doen’. Lesgevers van The Reader Organisationzijn vervolgens een driedaagse opleiding komen geven, onder de voorwaarde dat er in Vlaanderen dan ook ‘samenleesgroepen’ zouden opgestart worden. Mijn collega Brigitte en ik hebben die opleiding gevolgd om zo de ‘Komen Lezen’-groepen naar Gent te kunnen brengen.”

Earl en Doreen 
Wanneer we de schuifdeur die naar de woonkamer leidt, opentrekken, waait de geur van verse uiensoep ons toe. Iedere dinsdag organiseert de Zuidpoort hier ook een kookatelier, waarbij de deelnemers samen koken en samen eten. Omdat we een halfuur te vroeg zijn, schuiven we nog even mee aan tafel, maar al snel komen de lezers van de samenleesgroep toe. Ik maak kennis met David, Johan, Francine, Agnes, Viviane en Jan en leer ondertussen dat de bijeenkomst in een klein lokaaltje op de eerste verdieping plaatsvindt. Rond twee uur besluiten we naar boven te gaan en terwijl we de trap oplopen, vertelt Eva me hoe Vormingplus er in Gent bewust voor heeft gekozen om met kwetsbare groepen te werken. “Met ‘Komen Lezen’ bereiken we mensen die niet of nauwelijks lezen. Sommige van onze deelnemers hebben echt een degout van literatuur gekregen, bijvoorbeeld door de manier waarop boekbesprekingen op scholen vaak verliepen. Door onze methodiek kunnen we op een heel toegankelijke manier toch aan de slag gaan met teksten waarvan maar al te snel wordt gezegd dat ze te moeilijk zijn voor kansarmen.”

Wanneer de groep zich rond de tafel in het lokaaltje geschaard heeft, gaat Eva van start met het voorlezen van ‘Zij zijn je man niet’, een kortverhaal uit Raymond Carvers ‘Wil je alsjeblieft stil zijn, alsjeblieft?’. Ik luister aandachtig mee en volg samen met de rest van de lezers het verhaal van Earl en Doreen, terwijl ik af en toe een druifje neem uit de kom die Eva eerder op tafel heeft gezet.
Nadat ze een paar alinea’s gelezen heeft, stopt Eva eventjes. Ze laat de tekst bezinken en vraagt ons dan of er ons iets heeft geraakt en wat er ons is opgevallen. Ik zie hoe de lezers de woorden overpeinzen en hoe ze nadenken en mijmeren over de raakvlakken die het verhaal heeft met hun eigen levens. We praten over de tekst en doorgraven hem terwijl meningen over en weer vliegen en ook worden herzien wanneer iemand anders weer het woord neemt en de rest tot nieuwe inzichten doet komen.

Maar de sfeer is los en er wordt vaak gelachen. Eva vertelt me dan ook dat het niet de bedoeling is om een tekst diepgaand te analyseren maar wel dat er gepraat wordt over welke zaken de deelnemers persoonlijk hebben geraakt. “’Komen Lezen’ draait deels om leesbevordering maar vooral om leesplezier. Daarbij is die wisselwerking tussen het persoonlijke en de literatuur heel belangrijk. Door te spreken over hoe woorden en verhalen kunnen ontroeren en door herkenningspunten in een tekst te zoeken, gaat het echt over het levend maken van literatuur. Uit onderzoek in het Verenigd Koninkrijk is ook gebleken dat mensen sterker worden door die link te leggen tussen een tekst en hun eigen leven en door daarover te durven spreken. Wat wij doen, heeft dus ook een soort emanciperende en welzijnsbevorderende werking.”

Geen pulpromans
Iedere bijeenkomst wordt afgesloten met het voorlezen van een gedicht. Wanneer Eva het kortverhaal van Carver heeft afgerond, deelt ze ‘Haar ogen overstromen haar met liefde…’ van Herman Gorter uit. Terwijl Eva begint voor te lezen, zie ik hoe de groep de woorden over haar heen laat glijden. “Schuune”, zegt David, waarop hij en Johan het gedicht vervolgens interpreteren en onder andere praten over de rol die muziek speelt in het gedicht. Op een gegeven moment haalt David zelf een gedichtenbundel boven. Hij zegt dat Eva een mooie stem heeft en vraagt of ze voor hem ‘Er is geen dag, er is geen nacht’ van Marcel Messing wil voorlezen, wat ze vervolgens met plezier doet.

Ik vraag Eva achteraf hoe ze de tekstfragmenten voor de bijeenkomsten selecteert. Ze legt uit. “De teksten moeten toch een zekere ‘literaire kwaliteit’ bevatten, omdat ze zo veel ‘rijker’ zijn om mee aan de slag te gaan en de verbeelding veel meer prikkelen dan fragmenten uit pulpromans bijvoorbeeld. Maar het is vooral aanvoelen waar je groep nood aan heeft. De samenleesgroep in het Guislain-centrum had bijvoorbeeld heel veel aan een tekst over identiteit en de vraag ‘wie ben ik?’, maar als ik dat fragment meenam naar de Zuidpoort, dan merkte ik dat zij daar geen zin in hadden. Ze wilden liever iets lichtvoetig vanuit de gedachte: ‘wij hebben ons aandeel aan miserie al gehad, we willen iets vrolijker’. Elke groep is in dat opzicht uniek.”

Lezerscollectief
Na de bijeenkomst blijf ik nog wat rondhangen in de Zuidpoort. Ik zie dat David er ook nog is en vraag hem of hij kan uitleggen wat er hem juist raakt aan het gedicht dat hij had meegenomen en ons door Eva werd voorgelezen. Hij vertelt. “Ik zie het als een soort spirituele ervaring en als iets wat je innerlijk voelt, waarbij woorden ontoereikend zijn om het te beschrijven.”
Ik kom vervolgens te weten dat het Davids tweede bijeenkomst was en dat hij aanvankelijk niet zo happig was om deel te nemen. “Eerst dacht ik: ‘een voorleesgroep, hoe saai moet dat niet zijn?’. Maar de sessies verlopen op een veel boeiendere manier dan ik mij eerst had voorgesteld, doordat er gepraat wordt over de tekst en doordat we op zoek gaan naar antwoorden op vragen die we zelf stellen. Ik kan heel aandachtig naar een verhaal luisteren maar ik wil ook delen wat ik uit dat verhaal begrepen heb.”

Ik neem afscheid van David en sla de houten poort van de Zuidpoort samen met Eva achter me toe. Terwijl we even napraten, komt de toekomst van het ‘Komen Lezen’-initiatief ter sprake. Eva vertelt. “Eind maart lanceren we het Lezerscollectief, waarmee we een soort Vlaamse Reader Organisation willen oprichten. Met dat Lezerscollectief willen we begeleiders van groepen permanente bijscholing aanbieden, in de vorm van masterclasses, uitwisselingsdagen met andere begeleiders en boeken met tekstmaterialen in die ze kunnen gebruiken voor de leesbijeenkomsten. In Gent willen we de komende vier jaar vooral nieuwe groepen opstarten, waarbij we ons vanaf 2015 sterk willen richten op senioren als doelgroep. Maar als er ondertussen vragen komen vanuit andere organisaties die ook met een groep willen beginnen, dan gaan we daar uiteraard ook op in. Vanaf nu is het echt de bedoeling dat ‘Komen Lezen’ begint te groeien.”

© 2014 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.