Becky Shaw
Je zal als theatermaker maar dertien scenario’s kopen in New York, onbekend materiaal in de hoop dat er iets tussen zit en vaststellen dat het geluk in een klein hoekje zit. Twaalf stukken werden als brol aan de kant gelegd, de tekst van Gina Gionfriddo trok de aandacht. Het overkwam Yahya terryn. Hij vertaalde met Ellen Stynen de tekst en zette die naar zijn hand en die van het KIP.
Het verhaal van Becky Shaw kan alle kanten uit, maar Yahya kiest voor de liefde. Een moeder, een dochter, een overleden vader, een adoptiezoon, een collega,… Helena kan maar moeilijk om met het overlijden van haar vader en nog minder met het feit dat haar moeder Hélène troost gezocht en gevonden heeft in de armen van Lester. Max, die als kind na het overlijden van zijn moeder in het gezin werd opgevangen is haar toevluchtsoord. Tot ze Dries ontmoet… En dan is er nog Becky.
Geef toe, een verhaal dat je misschien al wel ergens bent tegengekomen. Om het niet over soaps of telenovelles te hebben. Het KIP overstijgt probleemloos echter dit niveau door de vele snedige dialogen en het goede acteerwerk. Meer dan eens werd er luidop gelachen. En na het einde moest zelfs mijn kritisch gezelschap toegeven dat hij niet gemerkt had dat de twee uur voorbij gevlogen zijn.
Het KIP speelt op een hellend vlak tegen een projectiewand. Ze spelen met het hoogteverschil waardoor je de gesprekken soms letterlijk maar subtiel ziet kantelen. Ze gebruiken projecties uit bestaande films en eigen materiaal, waardoor een zekere dynamiek ontstaat. Tegelijkertijd hanteren ze de schermen als in klassiek poppentheater. Doorheen de voorstelling levert dit mooie beelden op.
Naar acteerprestaties zullen vooral de vrouwen, ja ook de moeder me bij blijven. Met hun drieën zetten ze elk bepaalde eigenschappen van vrouwen in de verf, het slachtoffer, de hysterische vrouw en het venijn, niet meteen de meest gunstige eigenschappen, ik geef het toe. Maar heel overtuigend gebracht door Eva Binon en Lien Maes. De keuze om Johan Knuts een vrouw te laten spelen leek me in de beginscènes een spielerei, maar in de scènes met Becky Shaw kon ik me geen betere keuze voorstellen. Ik denk dat we er behoefte aan hebben om Gilles De Schryver eens in een ander soort rol te zien, hij durft al eens vervallen in bepaalde trekjes die de geloofwaardigheid wat ondergraven. Het is een val die ook voor Robrecht Vanden Thoren open ligt en die hier prima ontweken wordt. Dries is zacht, wat goedgelovig maar geen sulletje dat door de vrouwen rond hun vinger gedraaid wordt. Al doen ze wel verdomd goed hun best.
Ik heb echt genoten van de voorstelling. Knappe acteerprestaties, een snedige hedendaagse tekst en een mooie scenografie. Logisch dat de voorstelling uitverkocht was. Maar hou de speelagenda in de gaten, ook Qui a peur de Régina Louf wordt binnenkort hernomen in het Gentse.
Becky Shaw van Het KIP, gezien op vrijdag 28 maart 2014 in Campo.
© 2014 GENTBLOGT VZW
knap fotowerk!