James overleeft de bib: gruwelijke gevaren tijdens de Jeugdboekenweek

donderdag 3 april 2014 8u23 | James Huys | reageer
Trefwoorden: , , .

Loeiende sirenes, brandhaarden in de bib en snottebelshakes. Komkommerkrokodillen, bliksemschichten uit batterijen en wankele, vallende torens die ik ternauwernood zou ontwijken. Dat mijn tien weken stage er bijna op zitten, is voor mij slechts een voetnoot na wat ik afgelopen weekend heb doorstaan in de bibliotheek. Laat mij u gidsen door de gevarenjungle die ik zaterdag amper overleefd heb.

image001

Zaterdag 29 maart 2014, halfacht ‘s ochtends. Mijn wekker loopt af op de tonen van Ben Howard’s ‘The Wolves’ en terwijl ik met de glimlach opsta, verheug ik me op het feest van de Jeugdboekenweek dat vandaag in de bibliotheek plaatsvindt. Met een thema als ‘Gevaar’ wrijf ik me in de handen met de vele spannende workshops die ik vandaag mag volgen. Wist ik veel in welke nachtmerrie ik uiteindelijk zou belanden.

Vingerstompjes
Mijn hart klopt, beeft en trilt nog na terwijl ik in allerijl naar de trappenhal vlucht. Ik ben net op een haar na doorboord geweest door vlijmscherpe splinters uit wankele bamboehouten piramideconstructies die als stekels op een egel vervaarlijk mijn richting uit vlogen. De twee voeten aan mijn bibberende lijf, die ik nauwelijks nog voel, leiden me haast vanzelf naar het keukentje op de zesde verdieping, waar ik omarmd hoop te worden door rust en stilte. Het is een droombeeld dat ik al snel de kop mag indrukken na het openzwaaien van de keukendeur. Terwijl het zonlicht me aanvankelijk even verblindt, merk ik vervolgens dat een groep duivelse kinderkoks me wantrouwig in de ogen kijkt. Ik laat mijn blik over de borden en snijplanken op tafel glijden terwijl zure, rotte geuren mijn neusholte teisteren. Het kokhalzen staat me nabij als ik zie welke gore gerechten en weerzinwekkende mengsels hier bekookstoofd worden. Zo kijk ik met weerzin toe hoe geplette en gestampte druiven vermengd worden met klonters snot, gebotteld bloed en verkapte, versneden vingerstompjes. Geschokt loop ik de keuken weer uit, wanhopig op zoek naar een safe haven in de bib.

Helse twinkelingen
Ik besluit een willekeurige vergaderzaal te betreden en kom in het midden van een workshop over elektriciteit terecht. Een golf van opluchting gaat door me heen maar gaandeweg bekruipt mij ook hier een naar gevoel. Hoewel een groepje van vijftien onschuldige kinderen hier aanvankelijk met een serie batterijen lampjes doet branden, krijg ik toch rillingen langs mijn ruggengraat wanneer ik zie hoe sommigen schokken door hun vingertoppen laten lopen. Terwijl de voltages stijgen, merk ik op dat er langzaamaan helse en roekeloze twinkelingen in de ogen van de kinderen verschijnen. “We gaan iets in de fik steken”, roepen ze. En ik, ik besef dat ik hier weg moet. Maar net als de groep een bol staal uit een zekeringkast oranje laat glinsteren door de opwellende vlammetjes en de boel hier in lichterlaaie dreigt te staan, hoor ik loeiende brandweersirenes naderen. Ik haal opgelucht adem wanneer ik zie dat enkele pompiers de uitslaande brandhaard komen blussen. Samen met het water, spoelt ook alle dreiging weg. En wanneer even later de bibliotheek afgesloten wordt door een VIP-klas kinderen, ben ik pas echt content. Het gevaar is geweken. De nachtmerrie is achter de rug. Of niet?

Zweet en bommen
Want wanneer ik even later mijn spullen samenraap en naar huis wil vertrekken, hoor ik een alarmbel luiden door de gangen van de bib. Vanuit het amfitheater in de jeugdbibliotheek hoor ik een boze en zware stem verkondigen dat er een bom verstopt is in de bibliotheek, die elk moment kan ontploffen. Het zweet breekt mij weer uit en ik voel hoe mijn hartslag de hoogte in schiet. Samen met een groep dappere kinderen pluis ik een pikdonkere bibliotheek uit, op zoek naar een explosief dat ons misschien wel allemaal het leven kan kosten. Na twee uur doodsangsten uitstaan, duiken we de kelder in, waar, verborgen achter een laag spinnenwebben, een koffertje te vinden is. Binnenin: vier draden, één bom. Met stalen zenuwen en een tang in de hand, knippen we het rode draadje door. Wat volgt is geen knal, maar een oorverdovende stilte. De bom is ontmanteld. En de jeugdbibliotheek, die aanvankelijk gesloten werd door de inspecteur van het Ministerie van ondefinieerbaar punctueel nutteloze zaken, die mag terug open. Maar wie deze dag ooit als een feest heeft bestempeld, is voor mijn part op zijn kop gevallen. En toch sta ik hier volgend jaar weer. Met plezier.

Wie meer wil lezen over gevaar, kan de Boekentips van Stichting Lezen eens bekijken.

© 2014 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.