Interview met Krist Biebauw, directeur van de bibliotheek: “De opening van de nieuwe bibliotheek is geen eindpunt, maar een nieuw begin”

woensdag 9 april 2014 13u40 | James Huys | reageer
Trefwoorden: , , .

kristDe bodemplaat van de Krook is afgewerkt, de funderingswerken zijn achter de rug en de bouw van de nieuwe Gentse bibliotheek ligt, met andere woorden, perfect op schema. In het najaar van 2015 moeten de werken aan het gebouw afgerond zijn. Ik had zowel een gesprek met Krist Biebauw, huidig directeur van de bibliotheek, als met Annelies Storms, Gents schepen van Cultuur.

Deel II: Krist Biebauw, over hoe zijn leven hem naar de Krook heeft geleid en over de rol die de bib in de toekomst zal moeten spelen.

Wanneer Krist Biebauw in 2011 wordt aangesteld als directeur van de bibliotheek, zijn de definitieve bouwplannen van de Krook al goedgekeurd. Hij moet nu samen met zijn medewerkers invulling geven aan dat nieuwe gebouw en aan de werking die de bibliotheek er wil ontplooien. Wanneer ik, ter voorbereiding van ons gesprek, de LinkedIn-account van de bibliotheekdirecteur bekijk, valt het mij op hoe Biebauw meteen na zijn studies geschiedenis in de culturele sector aan de slag is gegaan. Vooraleer we het over de Krook hebben, wil ik dan ook eerst weten vanwaar die interesse voor cultuur komt. “Doorheen mijn kindertijd was geschiedenis mijn grote passie maar naarmate ik ouder werd, merkte ik dat er heel veel facetten van cultuur waren die mij intrigeerden. Het lezen zat er al van kinds af aan in; op dat vlak was ik een absolute boekenwurm die de plaatselijke bibliotheken afschuimde. Maar de echte aha-erlebnis kwam er in het middelbaar. Ik herinner mij in dat verband nog de lessen esthetica die ik op het College in Waregem kreeg. Hoewel veel toenmalige klasgenoten mij zullen tegenspreken, vond ik dat een bijzonder boeiend vak, dat gegeven werd door een bijzonder boeiende leraar. Die man deed voor mij een wereld van kunst en literatuur opengaan. Toen wist ik: ‘dit is mijn ding’.”

Geen gebruiksvoorwerpen

Op uw 23ste bent u dan aan de slag gegaan als directeur van het cultureel centrum Jan Tervaert in Hamme. Vier jaar later wordt u directeur van het cultureel centrum Belgica in Dendermonde. Heeft u zichzelf altijd al als een leidinggevend figuur gezien?
Krist Biebauw: “Het zou wat pretentieus zijn om daar positief op te antwoorden (lacht). Maar laat ons zeggen dat ik er voor een stuk ben ingerold, in die leidinggevende functies. In Hamme had ik eigenlijk gesolliciteerd om de artistieke invulling van het programma te mogen verzorgen, ik besefte toen te weinig wat ik mij allemaal over de hals haalde. Ik had het zakelijke aspect van de job onderschat, maar gaandeweg ontdek je wel een aantal zaken over jezelf die je dan scherper gaat aanboren. Zo besefte ik op den duur juist dat ik eigenlijk veel plezier vond in dat zakelijke aspect. Het leidinggeven is dus niet zozeer iets waar ik bewust voor gekozen heb, maar wel iets waar ik gaandeweg sterker en sterker in werd.”

En toch laat u die leidinggevende functies na tien jaar Hamme en Dendermonde liggen, om als coördinator bij Locus te gaan werken.
Biebauw: “Dat was eigenlijk een heel bewuste keuze om het beleid eens op een andere manier te bekijken. Na directeur te zijn geweest van twee culturele centra, had ik op een bepaald moment het gevoel van: ‘ik wil vanuit een ander perspectief werken dan louter dat van een gemeentelijke dienst’. Zo heb ik dan acht jaar op Vlaams niveau bij Locus gewerkt, een organisatie die lokale besturen ondersteunt op het vlak van cultuur.”

In 2011 wordt u vervolgens aangesteld als directeur van de Bibliotheek Gent om er onder andere de verhuis van de bibliotheek naar de Krook in goede banen te leiden. Had u nood aan zo een uitdaging?
Biebauw: “Ik heb altijd uitdagingen gezocht. Maar of ik daar nood aan had? Dat besef je eigenlijk pas op het moment dat je die vacature ziet staan in de krant. Ik was op dat moment niet bewust op zoek naar ander werk maar als je dan in je eigen stad zo een fantastisch project kan leiden in een sector die heel sterk aan het veranderen is en onder druk staat door allerhande technologische en maatschappelijke evoluties, dan besef je misschien wel dat je daar aan toe bent. En dan ga je er voor.”

Maar brengt zo een project niet enorm veel stress met zich mee? Mocht u bijvoorbeeld alles op voorhand weten, zou u dan opnieuw solliciteren voor de job?
Biebauw: “Ah, die vraag voelde ik al komen (lacht). Voor mij is het eigenlijk geen optie om met die gedachte te spelen. Ik ben de uitdaging aangegaan, er is geen weg terug en ik ben het aan de stad verplicht om die opdracht naar mijn beste vermogen te volbrengen. Maar dat wil ik wél doen met veel aandacht en respect voor het menselijke. Je moet goed weten waar je naartoe gaat met dit project maar tegelijkertijd moet je beseffen dat mensen geen onderdeeltjes van machines zijn, hè. Het zijn geen gebruiksvoorwerpen die je even nodig hebt maar nadien weggooit. Op dat vlak hoop ik wel dat de mensen waarmee ik werk, mij appreciëren omwille van de menselijkheid en de integriteit waarmee ik deze opdracht probeer te realiseren. Ook al moet ik daarbij soms minder evidente beslissingen nemen.”

Ik merk wel dat u dat menselijke aspect enorm belangrijk vindt.
Biebauw: “Ja, absoluut. Een moderne directeur moet mensen stimuleren om het beste uit zichzelf te halen. Ik word verondersteld van een people manager te zijn, maar dat zit ook in mij en ik doe dat echt graag. Langs de ene kant is dat heel vermoeiend, je moet continu op de hoogte zijn van wat er onder de mensen leeft, maar langs de andere kant kan ik enorm genieten als ik zie dat iemand boven zichzelf is uitgestegen. Ook als de nieuwe bibliotheek er staat, zal het voor mij nog altijd gaan over wat er in dat gebouw gebeurt tussen de mensen die er werken en de mensen die er op bezoek komen.”

Perfecte kapstok

Laten we het over de nieuwe bibliotheek hebben. Doet het iets met u om dag na dag een beetje meer van dat nieuw gebouw te zien verschijnen?
Biebauw: “Ja, misschien meer dan ik aanvankelijk had gedacht. Omdat het zo lang iets heel abstract blijft en nu een stuk tastbaarder wordt. Het is moeilijk om een gevoel van trots te krijgen bij het zien van een paar betonplaten (lacht), maar het doet me wel weer beseffen waarom ik het doe. Met dit project hebben we een enorme kans gekregen en voor de bibliotheek is het de perfecte kapstok om haar toekomst aan vast te hangen.”

Dat zal dan een toekomst zijn in een sector die, zoals u eerder al zei, sterk aan het veranderen is en onder druk staat. Voor welke uitdagingen zal de bibliotheek nog komen te staan?
Biebauw: “Dé grote uitdaging voor de Krook is een werking neerzetten die verandering voortdurend mogelijk maakt. We krijgen nu een momentum: nieuw gebouw, nieuwe werking en veel toeters en bellen. Maar het grote gevaar is dat we ons in die nieuwe bibliotheek gaan nestelen en dat alles uiteindelijk weer verzandt in business as usual. We moeten nu bouwen aan een bibliotheek voor de toekomst, die zichzelf telkens opnieuw heruitvindt. Voor mij is de opening van de Krook dan ook een startpunt, en geen eindpunt. Doordat we in een nieuwe, meer digitale omgeving zitten en samenwerken met partners die heel sterk met technologie en innovatie bezig zijn, kunnen en moeten we ook voortdurend nieuwe dingen uitproberen en onze manier van denken en werken telkens opnieuw aanpassen.”

Hoe wilt u die digitale omgeving toegankelijk maken voor iedereen?
Biebauw: “Enerzijds gaan we voluit voor het ‘bring your own device‘-principe, omdat we gemerkt hebben dat meer en meer mensen hun eigen tablets en smartphones meebrengen naar de bibliotheek. Daar moeten we sterk op inspelen. Maar anderzijds willen we bezoekers ook toegang kunnen geven tot de nieuwste apparatuur, in de mate van het mogelijke, omdat we daarmee een sociale nood invullen. Kijk naar de mensen die nu gebruik maken van de pc’s in de bibliotheek: dat zijn vaak mensen die het geld niet hebben om thuis een internetverbinding te kunnen betalen. Dus als we die sociale en in zekere zin educatieve functie toch hebben, dan kunnen we die mensen niet laten werken met oude hardware. We willen hen in de nieuwe bib aan de slag laten gaan met laptops en tablets omdat we hen op die manier versterken door een ingangspoort naar de nieuwste technologieën te creëren.”

Verspreider van kennis en cultuur

U vermeldde al die sociale functie van de bibliotheek, maar welke rol moet ze nog spelen in de toekomst?
Biebauw: “De bibliotheek heeft al eeuwenlang een heel belangrijke positie ingenomen als ‘verspreider van kennis en cultuur’. Het is al zo lang een open plaats waar mensen kennis kunnen opdoen en zichzelf zo kunnen ontwikkelen. En beide zaken volstaan voor mij eigenlijk wel. Als we dat op een goede manier kunnen invullen, en telkens opnieuw aan de noden van de tijd kunnen aanpassen, dan hoeven we geen gigantisch grote woorden uit te vinden om een bibliotheek te definiëren. Ik ben nogal beducht voor dat soort van grootse concepten die uiteindelijk redelijk hol blijken te zijn. In Amsterdam heb je de ‘verblijfsbibliotheek’ en in Leuven zetten ze nu sterk in op wat men een ‘belevenisbibliotheek’ noemt, waarbij ik zoiets heb van: ‘allemaal goed en wel, maar wat stellen die termen in de praktijk nu echt voor?’”

Maar hoe moet de nieuwe bibliotheek die taak als ‘verspreider van cultuur’ dan op een eigentijdse manier invullen?
Biebauw: “Waar het voor mij vooral om zal draaien, is mensen inzichten doen krijgen door zelf verschillende zaken uit onze collectie met mekaar in verband te brengen. En die vervolgens ook te linken aan informatie en deskundigen buiten de bibliotheek. Dat moeten we veel sterker gaan uitspelen. Vroeger was het simpel: je had een schaarste aan informatie en als bibliotheek stelde je zo veel mogelijk informatie ter beschikking. Maar tegenwoordig is er, onder andere door de komst van het internet, een overvloed aan informatie. Het is zo belangrijk dat we ons als organisatie daaraan aanpassen. Want wat is kennis? Kennis staat niet gelijk aan allerlei verschillende weetjes, maar aan de verbindingen tussen die weetjes, zodat er een betekenisvol geheel ontstaat. Als we vervolgens weten dat mensen vaak dezelfde vragen hebben, kunnen wij daarop anticiperen door de meest relevante dingen uit onze collectie te selecteren en makkelijker beschikbaar te stellen.”

Kan u dat illustreren met een voorbeeld?
Biebauw: “Neem bijvoorbeeld de actualiteit. De media zijn er steeds meer op gericht om enkel te rapporteren over gebeurtenissen en steeds minder duiding te geven. Misschien moeten wij daar als bibliotheek dan voor een stuk op springen. Waarom doen we nu zo weinig met een gegeven als de Syrische burgeroorlog? Wie begrijpt nog wat er daar gebeurt? Daar kunnen we onze collectie op oriënteren, we hebben alle bronnen om dat te doen. Dan denk ik aan kranten en tijdschriften maar ook aan romans en films die een groot stuk van de achtergrond van dat conflict kunnen schetsen. Op dit moment brengen we die dingen niet in een coherent geheel naar voren, maar in de toekomst moeten we dat dus wel beginnen doen.”

Als afsluiter: ‘De Krook krijgt hoe dan ook een jongerenbibliotheek’, las ik onlangs in Het Nieuwsblad. Hoe zit het daar ondertussen mee?
Biebauw: “Met de jongerenbibliotheek willen we eigenlijk een transitzone creëren. We merken dat jongeren tot hun twaalf jaar vrij goed terecht kunnen in de huidige jeugdbibliotheek. Maar eens ze ouder worden, zien we dat dat niet meer werkt en voelen we tegelijkertijd dat de volwassenenafdeling te afstandelijk en te weinig gericht is op de noden en vragen waarmee jongeren dan zitten. We moeten dus een soort tussenzone inrichten en jongeren een eigen ruimte geven, waar ze zich welkom voelen. Belangrijk is dat dat een extra mogelijkheid wordt en geen verplichting. Iedereen staat dus vrij om te zeggen: ‘ik blijf wat langer in de jeugdbibliotheek hangen, of ik ga al wat vroeger naar de volwassenenbibliotheek’. We willen dus geen specifieke leeftijdsgrenzen plakken op die nieuwe jongerenbibliotheek.”

© 2014 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.