Eleganda

maandag 21 juli 2014 17u01 | patricia | reageer
Trefwoorden: , , , , .

gentse-feesten 2014 Zoals de voorbije jaren slaat het FVV, het Forum van Vlaamse Vrouwen opnieuw haar tenten op in het Augustijnenklooster. Ik was er niet voor de tentoonstelling Tussen Hemel en Aarde over het werk van Kaat Tilley, maar voor een modewandeling, speciaal op maat door de Gentse Gidsen. De wandeling is nog op 22 en 25 juli, telkens om 14u. En er zijn ook nog andere activiteiten, zoals de live performances, een rondleiding in het klooster, kinderkapsels met de Kip van Troje en een aperitiefcauserie over parfum.
Ik had me online ingeschreven voor de wandeling en was goed op tijd. Dus kon ik al even piepen op de tentoonstelling, maar veel te vlug om alles goed te bekijken, ik ga er deze week zeker nog eens rustig rond proberen wandelen.

We startten de wandeling vreemd genoeg in de kapel bij de Heilige Rita en haar hopeloze gevallen, maar alles zou meteen duidelijk worden. Onze gids Annemarie De Pillecyn haalt er een afbeelding van het Lam Gods bij en ze zet meteen de toon met het overlopen van de panelen. Het vijgeblaadje van Eva, de opdrachtgever Joos Vijd en zijn vrouw Elisabeth Borluut,… Getrouwde vrouwen liepen in die tijd (15de eeuw) gesluierd, geen haartje mocht zichtbaar zijn. Desnoods werd je haren bij geschoren of als je veel haar had, kreeg je die vreemde hoorntjes. Ze wijst er op dat de kledij van de sibillen verschillend is van stijl en maakt zo meteen een sprongetje naar de Bourgondiërs, want daarvoor was het niet zo interessant op modevlak hier in Vlaanderen. Karel De Stoute, de vierde hertog van Bourgondië omschreef ze als een modepopje met een zilveren bad en vele juwelen, die hij ook meenam als hij oorlog ging voeren. We verlieten de kapel met een glimlach, het was duidelijk: Dit wordt een rondleiding met de nodige humor.

Na een korte tussenstop trokken we naar patershol, een buurt met een rijk verleden. Ten tijde van de graven woonden er vele lederbewerkers. Leder werd gemaakt van zowat alle dieren die gegeten werden, vaak varkens. Leder werd ook voor van alles en nog wat gebruikt, vooral ten dienste van het leger. Denk laarzen, tenten, emmers,… echt alles. Met het plaatsen van industrie in het Gravensteen werd Patershol een echte werkmansbuurt. Voor de wereldtentoonstelling werden hier zelfs modelcités gecreeërd, waar de toeristen eens konden komen kijken. De levensomstandigheden van de arbeidersklasse waren echter nog een stukje minder. Later in de 19de eeuw werd Patershol opnieuw een plaats voor lederbewerkers. De Corduwaniersstraat herinnert hier nog aan, want de naam verwijst naar een specifieke soort leder, corduaans leder, afkomstig uit Cordoba. Ook nu nog is dit een heel dure soort leder.

Door de drukte van de feesten trokken we naar de Meerseniersstraat, een straat die herinnert aan de merceniers, koopmannen. Maar ook lintjes- en bandverkoopsters van weleer. Vrouwen die allerlei fournituren aan de man brachten op straat. Hun gildehuis, Uyten Hovesteen stond op de plaats waar nu Ons Huis staat. En ja, op de Vrijdagmarkt werd ook wol etc verkocht. Maar wol en laken waren luxeproducten.

De Serptentstraat was al in de middeleeuwen een straatje van commercie met de meisjes van plezier die er de klanten van de markt, de marktkramers en de pelgrims die van de Sint-Jakobskerk naar Compostela trokken om hun zonden te laten vergeven. Deze meisjes waren trouwens lange tijd de enige die een onderbroek droegen, als een soort uniform. De straat is de voorbije jaren duidelijk verder uitgegroeid tot een straatje met leuke winkels met mode, naast de ZsaZsa Rouge, Zoot en Skazou die je er al had. Ook in het verleden was dit het geval. Je vond er Magasin Artevelde met maatwerk voor mannen, waar je ook op 12u tijd rouwkledij kon bestellen. Bij de Zwarte Lieve aan de overkant vond je dan weer vrouwenkledij, veelal in het zwart, de kleur waarin vrouwen trouwden. Later werden dit twee winkels, waarvan één De Gebreide Rok werd. In de vroegere winkel “De gouden schaar” vind je nu Gianni Lapage, een modeontwerper en winnaar van The Designers. Ook Nathalie Engels, door onze gids omschreven als een “aangespoelde Gentenaar met een eigenzinnige collectie waar je geen zwart en wit zult in vinden. Voor haar geen grote Franse modeshows, maar mooie kleding die toch wel dat ietsje meer heeft.” Ann Huybens heeft er een heel intrigerende etalage waarvan de foto mislukt is. Met haar fonds steunt ze vrouwen met creatieve projecten.

We trokken met een tussenstop via Bar D’Oh naar de Hoogstraat waar we de galerij van Jan Leenknegt en de winkel van zijn dochter Elisabeth naast elkaar treffen in een 16de eeuws gildehuis van de juweliers. Voor ze verder naar de Geldmunt verhuizen. De juwelen met glas van Elisa-Lee zijn altijd een plezier om naar te kijken. In een schitterend art decohuis is Suite gevestigd. Een winkel met Belgische ontwerpers zoals Annemie Verbeke en Pynoo. Jo De Visscher die nu haar winkel heeft in de Hoornstraat is hier ook ooit begonnen.

In het stadhuis hangt één van de mooiste schilderijen van Maria Theresia van Oostenrijk. Ze draagt een kanten kleed gemaakt. De kant is gemaakt van de wezenkindjes in heel Vlaanderen en in Gent aan elkaar gezet tot een kleed. Maria Theresia bleek zo in de wolken met het kleed dat ze haar hofschilder drie portretten van haar in het kleed liet maken in verschillende poses. Eindigen deden we in de Henegouwenstraat met nog een aantal winkels zoals Lineos, speciaalzaak in lingerie en badmode waar Epiphany de lijn van de dochter van Kaat Tilley wordt verkocht, Black Balloon die we al via De Invasie leerden kennen,…

Annemarie toonde ons onderweg een hoop afbeeldingen doorheen alle tijdvakken, telkens vergezeld van haar eigenzinnige commentaar. “Ja, dit was de periode van colleke toe en hier mocht het al wat meer zijn, maar nog steeds braafjes.” Ze gaf het verhaal een eigen twist met anecdotes over het breien van onderbroeken op de lagere school en Gentse winkels, die me als inwijkeling weinig zeggen, zoals de Samdam, de Paris Londres,… En natuurlijk is er veel meer talent in Gent waar het niet steeds mogelijk is om te passeren op deze twee uur durende wandeling. Neem de winkel van Muriel Scherre beter gekend als La Fille d’O in de Burgstraat, à ce soir van Els Robberecht in Onderbergen, de GY-store van Yvette Lauwaert in de Koestraat, Eva Bos in de Vlaanderenstraat,…
Ik vond het een boeiende wandeling en heb er een lijst van adresjes om eens uit te zoeken bij. Misschien is het wel een voordeel dat we de wandeling op zondag deden en de meeste winkels dicht waren?

© 2014 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.