In memoriam: P. Pluym
Droevig nieuws: eerder deze week is in Gent, na een aanrijding op zijn fiets, de 86-jarige Prosper de Smet om het leven gekomen. Fait divers, zucht u.
Wel helaas, ‘t is erger dan dat.
Met Prosper de Smet gaat meteen ook een stuk literaire geschiedenis van Gent de grond (of de lucht) in. Het gaat hier immers om niemand minder dan “De erfgenaam van Boon”, het bekendst geworden onder zijn columnisten-alias P. Pluym. Veertig jaar lang leverde De Smet met de regelmaat van een klok zijn cursiefjes voor De Vooruit en De Morgen af: een superblogger, zonder computer, dus!
Een Gentse levensloop in het kort, na de doorklik:
Prosper De Smet werd op 2 juni 1919 in Gent geboren (Roggestraat, in de Bloemekenswijk). Zijn vader, een dokwerker, stierf op jonge leeftijd. Moeder, pantoffelmaakster, stuurde Prosper naar het weeshuis. Hij bleef bij de ‘kulders’ van zijn zeven tot zijn dertien.
Op zijn dertiende ging hij naar de beroepsschool, voor letterzetter leren. Hij kreeg een baantje bij een drukker en in 1938 werd hij soldaat. Toen hij na de oorlog thuiskwam, vond hij werk als drukker-letterzetter, eerst bij de Gentse firma Collier in de Jutestraat en vanaf 1948 bij het dagblad Vooruit, in de Sint-Pietersnieuwstraat.
Bij de krant begon hij eerst met boekbesprekingen, dan met een humoristische bijdrage aan de sportbladzijden, en vanaf 1961 voegde hij daaraan nog een dagelijks cursiefje toe (ondertekend met P. Pluim). Dit hield hij dertig jaar lang vol, ook lang nadat Vooruit opging in De Morgen.
Veertig jaar lang leverde De Smet met de regelmaat van een klok zijn cursiefjes af. Uit zijn stukjes bleek herhaaldelijk zijn liefde voor de literatuur. Zijn meestal optimistische stukjes hebben soms een vleugje weemoed. Ze gaan vooral over het dagelijkse leven van de gewone man. Ze zijn vaak een milde maar tezelfdertijd rake commentaar op de samenleving. Mateloos kon hij zich ergeren aan de opdringerigheid van de commercie en de leegheid van televisieprogramma’s.
Uit een beschrijving in De Morgen in 2000: “Met de scheut gezonde zelfspot die hem kenmerkt trad hij in de voetsporen van die Louis-Paul Boon en Richard Minne, mild filosoferend over de besognes van de kleine man, van Pier en Pol, van Pierken en van Polke Pluymgewicht. We kennen hem van de verhalen over zijn en ónze dagelijkse kommer en kwel, als de man die de wereld aftuft met zijn deux-chevauxtje en overal wel een geboortehuis ontdekt van iemand die allang in zijn boekenkast staat of, liever nog, als de man die kinderlijk blij vertelt hoe verkocht hij weer is aan elk boek dat hij koopt en die, grasduinend in de wereldliteratuur, steeds weer constateert dat het vroeger, of elders, misschien wel ánders was of is, maar geen haar beter dan bij ons…”
Na 40 jaar dienst werd zijn fakkel bij De Morgen in 2001 overgenomen door Hugo Camps (helaas) en Bernard Dewulf (hoezee).
In april 1946, na zijn huwelijk, verhuisde hij naar de Rooigemlaan. In 1951 trok het gezin naar de Grensstraat en juli 1960 vestigden zij zich in de Bosuilstraat te Wondelgem.
Naast zijn columns schreef De Smet ook een hele resem boeken, meestal met als decor de stad Gent. Zijn bekenste boeken zijn “Aan de voet van ’t Gravensteen” (1958 – een verhalend gedicht, gesitueerd in het Gents stadscentrum), “De ontploffing” (roman, 1958 – een verhaal dat zich afspeelt in de Brugse Poort) en “Oproer in het weeshuis” (roman, 1985 – over het het “kuldershuis†aan de Martelaarslaan).
Meer info: vandaag in De Morgen, of op de uitstekende website literair Gent.
© 2005 GENTBLOGT VZW
Dat geeft me een vreemd gevoel. Ik heb nooit iets van Polke gelezen , maar bij mijn ouders en grootouders kwam zijn naam geregeld over de lippen. Hij was een Gents icoon. Ik zal hem missen , maar vraag me niet precies waarom.
Zelfde gevoel als bij Cedric. Heb nooit iets van Polke Pluim gelezen, kende hem wel van ziens en vond hem een integer man.
Besef nu dat ik dringend naar de bib. of boekenhandel moet want dit gat in mijn cultuur moet opgevuld.
Ik kende hem niet persoonlijk, maar uit zijn stukjes komt hij naar voren als – inderdaad, iris – een zeer integer mens, nieuwsgierig, eeuwig jong van geest, een autodidact van de oude stempel, die belezener was dan veel universiteitsprofessoren van tegenwoordig.
Wat mij woedend maakt: dat over zijn overlijden niets te horen was op radio, tv, of in de “kwaliteitskranten” (tenzij ik mij vergis natuurlijk, en De Morgen heb ik deze week niet gelezen. Als een Amerikaanse filmster van het zevende knoopsgat of een popzanger die 36 jaar geleden één hit heeft gehad doodgaan, zullen we het wel weten, maar Prosper De Smet? Die doen we schouderophalend af. Prosper wie? Een schrijver, zegt u? Als het nu nog multimedia was geweest, of performance…
@erik, het komt idd. vaker voor dat iemand met één enkele mega-score (muziek, boek enz…) soms méér bejubeld wordt dan een autodidact-kunstenaar die zich kan beroepen op intelligent levenswerk. Ik hoop dat er nog eens een Prosper de Smet-retrospectieve komt.
Voor wie zou denken dat de Gentse openbare bibliotheek ook maar iets onderneemt om het overlijden van deze belangrijke Gentse auteur te herdenken: nee hoor. Helemaal niets; alsof ze nog nooit gehoord hebben van Prosper De Smet. Men houdt zich daar liever bezig met het organiseren van een striptentoonstelling. En dan verwonderd zijn als de jeugd niets meer weet van het verleden van onze stad, of alleen nog maar strips “leest”.